Stroopsoldaatjeswikkelmachine

  • Datering van het voorwerp: eind jaren 50

Afbeelding 1: de stroopsoldaatjeswikkelmachine, die eind jaren 50 werd vervaardigd door mijn vader (Leo Schoenmakers). Het machine kon 2200 tuitjes wikkelen per uur.
De afnemer van het machine was erg tevreden over de werking, maar was desondanks niet vlot van betaling.


Iedere zelfstandige krijgt vroeg of laat wel eens te maken met klanten die niet (vlot) betalen. Dat is lastig (verèkkes laasteg !) aangezien je dan voor niets hebt gewerkt en er dus geen inkomen is.
Ook als je ziek werd en niet kon werken, had je als kleine zelfstandige / als éénmanszaak geen inkomen.
Aanvankelijk kon mijn vader zich daar niet voor verzekeren. Later werd dat wel mogelijk, maar toen was mijn vader op dusdanige leeftijd dat zo'n verzekering erg duur was. Hij vond het in ieder geval te duur en heeft zich er nooit voor verzekerd. Op een schildklierbehandeling na, is hij gelukkig ook nooit echt ziek geweest en pas ruim na zijn 67ste verjaardag (december 2000) heeft hij zijn éénmansbedrijf opgeheven.

Er bestonden soms misvattingen over het hebben van een eigen zaak. Er werd nogal eens gedacht dat je met niemand rekening hoefde te houden. Maar niets is minder waar. Zo hielden mijn ouders qua vakantie altijd vast aan de bouwvakvakantie. De redenatie was heel logisch. ‘Het heeft geen zin om open te zijn wanneer vrijwel alle (grote) bedrijven - waarvoor je werkt - gesloten zijn en omgekeerd is het niet slim om zelf weg te gaan / de boel te sluiten als je klanten je hard nodig hebben.'
En als één van de klanten (bijv. een toeleveringsbedrijf) 's nachts een storing had, dan ging mijn vader 's nachts de storing verhelpen. Zo'n bedrijf kon niet wachten tot de volgende dag, want dat kostte handen vol geld. De volgende dag stond mijn vader wel weer gewoon klaar voor de andere klanten.
Tevens werd er nogal eens gedacht dat je met een eigen zaak geld te over had. Zo kreeg je als kleine zelfstandige aanvankelijk geen kinderbijslag. Dat ervoeren mijn ouders destijds als onrechtvaardig. Als je in dienst was bij een groot bedrijf en een vet salaris had, dan kreeg je wel kinderbijslag, maar als kleine zelfstandige kreeg je geen kinderbijslag. Puur om het feit dat je een eigen zaak had. Naar het inkomen werd absoluut niet gekeken. Nu wordt er wat betreft kinderbijslag nog steeds niet naar het inkomen gekeken, maar krijgt wel iedereen met kinderen kinderbijslag.

Sinds 1999 heb je de FNV Zelfstandigen. Dit is een belangenvereniging voor zelfstandigen zonder personeel (de zgn. ZZP-ers).


Maar... om terug te komen op de stroopsoldaatjeswikkelmachine: er werd dus niet betaald. Toen bij een storing mijn vader werd ingeschakeld, loog hij dat hij het machine niet ter plekke kon repareren en dat hij het voor reparatie moest meenemen naar de werkplaats. Zo geschiedde. Mijn vader nam het machine mee onder het motto: als ik kan fluiten naar mijn centen, fluit jij dan maar naar het machine.
Hoe het precies is afgelopen weet ik niet.

Op een foto van een familiebijeenkomst zitten familieleden te genieten van een stroopsoldaatje, in de woonkeuken van mijn opa en oma Schoenmakers (Goirkestraat 126). Of dit te voren bij wijze van ‘proefdraaien' was of nadien, zou ik niet durven zeggen. Aan de gezichten te oordelen, smaakt het ze in ieder geval goed. Op de achtergrond van afbeelding 2 is in de kast nog het portret te zien van Willem Schoenmakers & Huberdina Donders.
(Zie evt. ook ‘Willem Schoenmakers alias Willeke Tuf')


Afbeelding 2 (v.r.n.l.):
Antoinette van Eerdewijk, Toos/Tos van Dijk, Piet Schoenmakers (= jongere broer van mijn opa: Antoon Schoenmakers), Net Schoenmakers-Faes (= schoonzus van mijn opa), Antoon Schoenmakers (= mijn opa), Jeanne van der Niet-Schoenmakers (= zus van mijn opa), Toine Schoenmakers (= jongste zoon / jongste broertje van mijn vader), Maria Schoenmakers-Teurlings (= schoonzus van mijn opa).
Afbeelding 3 (v.r.n.l.):
Jeanne van der Niet-Schoenmakers, Maria Schoenmakers-Teurlings, Sjef Schoenmakers (= oudste broer van mijn opa), Toine Schoenmakers.

 

Media