Wij woonden op de Koningswei….

  • Datering van het verhaal: 1953-1962

De familie Dal gunt ons een blik in hun huis en de gang van zaken binnen hun gezin met 21 kinderen. Waarvan er enkele overleden zijn in hun jeugd. De oudere kinderen voedden de jongere kinderen (mee)op. Als tegenslag kreeg het gezin te maken met het (te)vroeg overlijden van hun vader.

Na een echtscheiding van zijn eerste vrouw bracht de vader twee voorhuwelijkse kinderen mee, toen hij in het huwelijk trad met zijn Petronella. Het stel kreeg 18 kinderen in totaal. In 1953 overleed de vader en de moeder bleef achter met een groot aantal jonge kinderen. In 1959 trouwde moeder opnieuw en kreeg het echtpaar nog één kind.

Eén van de oudste dochters, Truus, schets ons de situatie in en rondom het huis van het gezin; "Vader en moeder waren erg verliefd op elkaar en hadden respect voor elkaar. Vader was protestant en moeder katholiek. We hadden twee tweelingen. De oudere kinderen voedde de jongere kinderen (mee)op. Toen mijn vader overleden was stond mijn moeder er alleen voor. Zij dreef de vishandel vanuit de winkel in Anna Paulownastraat en op de markt (Willemsplein, Besterdplein en Koningswei) , na het wegvallen van onze pa, alleen. De zorg voor de kinderen kwam toen volledig neer op de oudere kinderen.

In ons grote gezin gingen er per dag 12 kilo aardappelen doorheen. Voor het na bed gaan werd iedere avond ons ondergoed gewassen. Je "pikte" dan ondergoed dat er was en trok je aan voor de nacht. We sliepen met vieren in een tweepersoonsbed. Op de zolder waren er door een gordijn twee ruimtes afgescheiden voor de meisjes en jongens apart. Het baden gebeurde in de bekende badkuip. Deze stond op twee stoelen en de laatste zat in het vuile water van zijn voorgangster(s) of voorganger(s). De jongens en meisjes ging gescheiden van elkaar in bad. De oudste ging eerst en dan werd het bad gebruikt de steeds jongere in de volgorde. Als de jongens in bad gingen waren de meisjes op de zolder en als de meisjes een schrobbeurt ondergingen waren de jongens boven. In de zomer gingen wij onder de "douche", oftewel een tuinslang met een sproeier. Later ging de oudste zoon naar het badhuis. Een enorme luxe die voor de rest van de kinderen niet was weggelegd. Hij verdiende dit volgens zijn mening

Ik wil nog even terugkomen op het slapen en slapen gaan. We stonden op een rijtje en kregen ieder één lepel levertraan met suiker. Daarna werd het ondergoed gewisseld, voor zover voorradig voor allemaal. De bedden hadden geen lakens, we sliepen onder de dekens. Met vieren in één bed. Voor het slapen gaan vingen we zoveel mogelijk vlooien, des te minder kriebels van die beestjes in de nacht. We hielden een wedstrijd wie er de meeste kon vangen. We bleven muisstil liggen, dan liepen de muizen over voeteindschot van onze bedden. Onze oudste broer schoot die er dan vanaf met een buks.

Bij de enorme berg aardappels was er lang niet altijd vlees. We aten o.a. koe-uiers, hersens en ander goedkope "vlees" producten. Als er "echt" vlees was, was dat voor de oudere kinderen die buiten huis werkten en bijdroegen aan het gezinsinkomen. Wij vulden ons menu aan met spreeuwen, die we vingen op onze plaats en bakten. Op de markt kreeg ons moeder gebroken koeken, fruit dat over was bij de groenteboeren en andere producten mee van collega's marktkooplieden. Voor hen producten, die ze niet meer verkoopbaar waren. Voor ons een uitkomst en welkome aanvulling.

Het was bij ons gebruikelijk om je gehele weekgeld af te geven thuis. Je kreeg dan een kwartje zakgeld. Hoe meer er gingen werken, hoe beter dat het ging met het gezinsinkomen. Maar het is nooit een "vetpot" geweest bij ons thuis.

Het was feest als we friet aten. Moeder kreeg van de patatzaak afgewerkt vet. Hierin bakte zij dan friet voor ons. Nieuw vet kopen was niet mogelijk voor ons moeder. Het mes sneed aan twee kanten wij friet en de patatboer van zijn vet af.

Ton, één van de jongste tweeling, vertelde het als volgt aan ons:
"Het dagelijks wassen van het ondergoed was nodig om zoveel mogelijk vlooien te mijden. Regelmatig werd er door de GGD gecontroleerd op "pietjes" of te wel luizen en neten (luizen eitjes). De bekende luizenkam kwam te voorschijn. Moeder schaamde daar haar eigen niet voor, wij wel en probeerde dit te voorkomen door het ondergoed extra te wassen. Het werd gedroogd boven de drie-gaats kachel. Het voordeel van deze kachel was, dat hij brandde op meer dan alleen kolen. Bij ons brandde de kachel in de meeste gevallen op hout of andere brandbare zaken. Kolen waren voor ons onbetaalbaar.

Het aantal setjes kleren, buiten ons dagelijks kloofje, was beperkt. Wie het eerste nettere kleren te pakken had, trok die aan. Je "leende" elkaars kleren en was allang blij als je een keertje fatsoenlijk de straat op kon. Kleren kregen we Maria Goretti en Vincentius.

Op 31 december 1953 stierf onze pa, de zes kleinste gingen toen naar de Zusters van Liefde op de Oude Dijk. Later hertrouwde ons moeder, maar ze kon het meer aan toen ze in verwachting was van haar laatste kind. De jongste kinderen gingen toen naar Maria Goretti.

Ik weet nog goed hoe wij de avonden doorbrachten met luisteren naar de distributieradio met daarop het programma zoals de bonte avondtrein en de verhalen van Paul van Vlaanderen. Met een dun pakje peperkoek en een beetje chocolademelk.

We waren arm, maar we waren tevreden en probeerden samen te overleden. Hetgeen niet altijd even makkelijk was. Wij waren een hecht gezin, en nu nog hebben wij een hechte familie. Samen sterk en ondersteunen, wie steun nodig heeft.

Uiteindelijk zijn de meeste goed terecht gekomen, ons moeder verdiend een standbeeld. Ze heeft het enorm zwaar gehad, waar zij de kracht vandaan gehaald heeft is een wonder. Gelukkig woonden wij op de Koningswei, een wijk waar iedereen voor iedereen klaar stond. Later zijn verhuisd naar de Reit, naast de te kleine woning, was de sfeer in buurt heel anders."

Rien van der Heijden
Augustus 2009, (02-022)

Met dank aan Truus en Ton Dal

Bijlages:
Foto 1:
1957, bewoners van Koningswei nemen afscheid van hun geliefde pastoor W. Bekkers
Foto 2: Lucht foto van de wijk Koningswei
Foto 3: Afbraak van de woningen in Anna Paulownastraat
Foto 4 en 5: Woningen voor de afbraak
Foto 6: v.l.n.r.; Bregje Kahlman, Antonius van de Ven, Petronella van de Ven en Jo Dal (laatst genoemde de bovenomschreven ouders)

Opgetekend op 17 juni 2009, in de bibliotheek van de Hazelaar.

Met speciale dank aan:
Mariëtte van den Brekel...en vrijwilligers van de Hazelaar

Zie ook op onze site: "De dramatiek achter een krantenbericht"

Tilburg Wiki: