Maria del Carmen Vogelsang

  • Geboortedatum: 1978
  • Sterfdatum:

Thuis in Tilburg-Noord*: Maria del Carmen Vogelsang

Maria del Carmen (Cali, Colombia, 1978), roepnaam Kelly, was 16 jaar toen ze haar man René in Venezuela leerde kennen. René, een vrachtwagenchauffeur uit Tilburg, was op vakantie in de San Cristóbal, een stad op 800 meter hoogte in de Noordelijke Andes, waar Kelly met haar familie woonde. Er ontstond een vakantieliefde. Twee jaar later werd Kelly zwanger van hun oudste zoon, Deiby. “Ik was gelukkig in mijn land, had werk, deed mijn eigen dingen. Maar ik werd zwanger. Toen zei mijn man dat we beter naar Nederland konden gaan. Hij had al twee kinderen hier.” Toen Deiby een jaar oud was, kwam Kelly met haar zoon bij haar man in Tilburg wonen. Inmiddels hebben ze ook twee dochters: Silvana van 10 jaar en Tjitske van 2,5.

Toen Kelly naar Tilburg kwam moest ze Nederlands leren. “In begin was dat hartstikke moeilijk. Soms praatte ik met mijn schoonmoeder een beetje Engels en ik gebruikte gebarentaal en Spaanse woordjes. Toen Silvana geboren was, ben ik drie jaar naar het ROC gegaan om Nederlands te leren. Mijn schoonmoeder zei: Je moet Nederlands praten, binnen- en buitenshuis. Tegen mijn kinderen praatte ik daarom ook Nederlands. Ze snappen een beetje Spaans, maar praten het niet goed. Toch was mijn Nederlands nog steeds niet goed. Ik kon de G niet uitspreken en de H. Daarom besloot ik één keer in de week naar de logopedist te gaan. Tegen Tjitske praat ik nu wel gewoon Spaans. Ik wil dat zij de taal goed leert."

"Mijn schoonmoeder en man zeggen dat ik vroeger beter Nederlands sprak. Ik was gewend om alleen met Nederlanders te praten. Tot ik bij FrieslandCampina in de productie ging werken. Daar werkten veel buitenlanders. Ook leerde ik daar mensen kennen uit de Dominicaanse Republiek en Venezuela en van Aruba en Curaçao. Zo blijf je in je eigen taal praten. Mijn kinderen zeggen nu ook: 'Mama, jij praat nu niet meer zo goed Nederlands'."

De Tilburgse vestiging van FrieslandCampina is in 2010 gesloten. Kelly zou nu graag haar oude beroep als naaister weer willen oppakken. “Mijn moeder had een bedrijf aan huis met tien naaimachines. Vanaf mijn negende heb ik mijn moeder geholpen met kleren maken. De hele familie hielp mee. Dat was wat ik hier ook wilde doen, werken in een naaifabriek of zelfstandig. Maar toen ik hier kwam, was mijn droom helemaal weg. Mijn man zei: ‘Kelly, al die fabrieken zijn verhuisd naar Azië’.” Nu maakt Kelly vooral veel kleding voor haarzelf en haar kinderen. Haar oudste dochter heeft haar eerste naailessen al gehad.

Er is één Venezolaanse traditie die Kelly voortzet in Tilburg: “Wij gingen vroeger in Venezuela elke zaterdag met tassen vol eten de bergen in. Dan namen wij een grote pan mee en maakten soep in de natuur. We namen lucifers en benzine mee, zochten stenen en takjes in het bos en maakten een vuurtje. Daarop maakten we Sancocho, een soep met aardappelen, cassave, groene banaan, koriander, paprika, allerlei groenten, maïs en kip erin.” Als de kinderen uit school komen, gaan ze vaak met hun moeder naar het Von Weberpark in Noord, vlakbij hun huis. Ze zetten een tent op voor dochter Tjitske, nodigen vrienden uit en picknicken met z'n allen. “Mensen stonden raar te kijken toen we dat voor het eerst deden."

Het grootste verschil met het land waar ze is opgegroeid vindt Kelly de manier waarop mensen hier wonen: “Ik vind het bijzonder in Nederland dat elk gezin alleen met de kinderen woont. In mijn land hadden we een groot huis en woonden we met opa, oma, tante, oom en nichtjes. Een tijdje geleden was de tante van mijn man ziek. Zij kon niet alleen zijn, dus ik zei: ‘kom, we brengen haar hierheen’. Maar mijn man zei: ‘nee dat kan niet, zo gaat dat hier niet’. Ik vind dat zielig. We gaan veel op bezoek, want niemand anders gaat. In Venezuela zorgt iedereen altijd voor een tante of opa die oud is. Ik zeg ook altijd tegen Deiby, ‘jij gaat later op zolder wonen met jouw vrouwtje’. Maar dan zegt mijn man: ‘nee dat kan niet, als ze achttien zijn, als ze gaan studeren, moeten ze hun eigen weg gaan’.

Op dit moment denkt Kelly er niet aan om terug te gaan naar Venezuela. “Het is daar gevaarlijk. Mijn zussen wonen er nog steeds en als ik hen bel, hoor ik altijd: ‘bij de buren is ingebroken, bij ons in de straat is een jongen vermoord…’, dat soort dingen gebeuren daar veel. Mijn zus zegt zelfs: ‘Ik vind het niet erg dat je niet terugkomt, voor jullie veiligheid’. De mensen daar hebben een andere mentaliteit, ze denken dat mensen uit het buitenland rijk zijn. Je kunt beter naar Colombia gaan, daar is het rustig. Venezuela voelt als mijn thuisland, maar voor de kinderen is het goed hier in Tilburg."

Afb. 1: Kelly met haar dochters Tjitske en Silvana
Afb. 2: Kelly en Silvana met hun honden in hun tuin

*Kelly werd geïnterviewd in het kader van de tentoonstelling Thuis in Tilburg-Noord, die tot en met 23 oktober 2011 te zien is in het Peerke Donders Paviljoen.

Media