Bindweefsel - Lucia

Mijn hoofd wilde wel, maar mijn handen moesten oefenen


“Van huis uit had ik het wel meegekregen. Mijn moeder maakte al haar kleding zelf en zij heeft die kennis op mij overgedragen. Vele jaren raakte ik geen draad of naald aan en mijn handen raakten de fijngevoelige techniek kwijt. Dankzij Bindweefsel kan ik weer oefenen.”

Foto Kevita Junior

Lucia komt van ver. Uiteraard in letterlijke zin, haar wieg stond in Filippijnen. Maar ook figuurlijk. Haar levensreis bracht haar en haar twee kinderen via Duitsland naar Heerlen, Roermond en tenslotte naar Tilburg. Gevangen in het keurslijf van haar relaties kon zij lange tijd niet gaan waar zij wilde. Nu voelt zij zich weer bevrijd. Letterlijk en figuurlijk.

Samen met een zakenrelatie had ze een bedrijf in interieurreparatie van auto’s. Op papier dan, want hij gebruikte Lucia hoofdzakelijk om de benodigde vergunningen geregeld te krijgen. Lucia: “Toen ik daarmee stopte bleken al die auto’s op mijn naam te staan, net als de inschrijving bij de Kamer van Koophandel. ‘Ik help jou en jij helpt mij’, zei hij steeds. Het liefst zou ik terug zijn gegaan naar Duitsland, maar ik was alles kwijt.” Lucia is bang om alleen te zijn en dus doet ze niet wat ze eigenlijk al heel lang wil: haar eigen leven leiden.

Op advies van goede vrienden verhuist ze tenslotte naar Tilburg. Drie jaar woont ze inmiddels in de voormalige textielstad. “Ik ben hier gebleven omdat mijn vriend mij ten huwelijk vroeg nadat hij mij een verlovingsring gaf.” De taal is voor haar het grootste probleem. Lucia spreekt uitstekend Duits en Engels, maar geen Nederlands. “En dat was juist nodig om een baan te kunnen vinden. Gelukkig zette Shirley mij op het goede spoor. Nu alleen het Tilburgs dialect nog leren begrijpen, haha.”

Diezelfde Shirley nodigt haar uit om voor het tweede project Bindweefsel. “Het was een droom die uitkwam, dit textielproject is voor mij heel belangrijk. Voor het project van vorig jaar was ik helaas uitgeloot. Wat ik zo bijzonder vind aan Bindweefsel: wat wij hier doen is in de Filippijnen gewoon werk. Hier is het ‘leasure and pleasure’. Ik was vooral blij omdat ik mijn oude skills weer kon ophalen. Toen ik jong was kon ik alles. Nu ik ouder ben moet ik alles refreshen. Alles zit nog in mijn hoofd, maar mijn handen willen niet altijd meewerken. Het is dus fijn dat ik hier heb kunnen oefenen. Tenslotte vind ik breien het allermooiste wat er is.”

Lucia’s bijdrage bestaat uit een afbeelding van een waaier en een ‘bahay kubo’, een Filippijnse paalwoning. De waaier doet haar denken aan haar jeugd: “Na een dag werken zat mijn moeder in haar stoel met die waaier. Mijn ouders hielden echt van elkaar, ze werkten hard en we hadden het financieel goed. Zo symboliseert die waaier een gevoel van geluk.

Thuis hadden we een kokosplantage, vandaar die bahay kubo. Die stond bij ons in de tuin om rijst en kokosnoten in te drogen. Ik vond dat een prettige plek om te verblijven omdat de wind daar zo lekker doorheen waaide. Soms lag ik er zelfs te slapen. Helaas had ik een allergie, waardoor mijn moeder mij verbood er naartoe te gaan. Maar ja, wat doe je als zestienjarige met dingen die je ouders verbieden … 

Het gebouw staat er trouwens nog steeds. Toen ik een keer terug was in Filippijnen heb ik het gekocht. Nu is het een toeristische attractie.”

Media