pater Henri Geurtjens MSC

  • Geboortedatum: 1875
  • Sterfdatum: 1957

pater Henri Geurtjens MSC (1875-1957)

Henri Geurtjens werd op 5 juni 1875 te Deurne geboren. Reeds op 15-jarige leeftijd kwam hij naar Tilburg om bij de paters van het H. Hart (MSC), toen nog aan de Veldhoven (Wilhelminapark), te gaan studeren voor missionaris. Enkele jaren later vertrok hij naar Chesal-Benoît in Frankrijk, het moederland van de paters MSC, waar hij tot 1895 bleef, om vervolgens te Antwerpen zijn hogere studie voort te zetten. Op 5 augustus 1900 werd hij tot priester gewijd en in de daarop volgende jaren was hij leraar aan de opleidingsschool in Tilburg. Op 1 september 1903 werd hij als missionaris uitgezonden naar de Kei-eilanden; later werkte hij op Tanimbar en op Zuidwest-Irian Jaya (Nieuw-Guinea). Hij bleef daar tot 1920 en werd een groot kenner van de Keiese taal.

Pater Geurtjens publiceerde de boeken: Woordenlijst der Keieesche taal, Spraakkunst der Keieesche taal (1921), Keieesche legenden (1924) en Marindeneesch-Nederlandsch Woordenboek (1932). Van 1920 tot 1932 werkte hij onder de Papoea's van Irian Jaya. Hij ontdekte daar verschillende onbekende stammen en gebieden en schreef daarover enkele boeken: Uit een vreemde wereld (1921), Onder de Kaja-Kaja's van Zuid Nieuw-Guinea (Roermond-Maaseik, J.J. Romen & Zonen, 1933), Op zoek naar oermenschen (Roermond-Maaseik, J.J. Romen & Zonen, 1934), Zijn plaats onder de zon (Roermond-Maaseik, J.J. Romen & Zonen, 1941) en Oost is Oost en West is West (Utrecht, Spectrum, 1946).

Over de tocht met het gouvernements-stoomschip 'De Zwaan' op de Eilandenrivier op Zuid-Nieuw-Guinea in 1922, schreef hij in Op zoek naar oermenschen over zijn ontmoeting met de inlanders:

Lachen met de beenen.
'Eindelijk op een ietwat hoogere plaats langs den oever troffen we een aantal lui te samen. Daar werd gestopt en weldra doken nog verschillende kano's op uit de naburige kreekjes. Ondanks ons aanhoudend gefleem van Savijo! Savijo! dat in hun taaltje 'vriend' moest beteekenen, bleven ze erg schuw en op een afstand, om bij de minste verdachte beweging onzerzijds als b.v. het richten van een fotolens, in het kreupelhout weg te springen. Maar toch kwamen ze weer spoedig zenuwachtig schuifelend en schoorvoetend terug, aangelokt door de bijlen en messen, die we voor hun begeerige oogen lieten schitteren. Om hun eigen vrees te bedriegen, deden ze overmoedig, net als de jongen, die fluit in 't donker. Ze stieten hooge schrille keelgeluiden uit: hih! hih! hih! lachten stuipachtig en flapperden daarbij op oerkomische manier krampachtig met de beenen. Deze eigenaardige gevoelsuiting namen we ook elders nog herhaaldelijk waar, zoodat ze onder ons alras bekend was als 'kwispelstaarten of lachen met de beenen.'

Zijn laatste boek is Oost is Oost en West is West. In 1932 was hij naar Nederland teruggekeerd. Later in Tilburg werd hij in 1936 conservator van het juist opgerichte Nederlands Volkenkundig Missiemuseum aan de Paleisstraat. Vanaf 1934 werkte hij ook voor het woonwagenkamp. Dit woonwagenkamp ligt aan de naar hem (in 1960) genoemde Pater Geurtjensweg. Hij overleed te Tilburg op 22 december 1957.

Literatuur: Ronald Peeters, De straten van Tilburg (Tilburg, 1987,) p. 55; Ronald Peeters, De Paap van Gramschap. Vier eeuwen schrijven en drukken in Tilburg (Tilburg, 1992), p. 61.

Tilburg Wiki: