Jan Haens

  • Geboortedatum: 26-04-1937
  • Sterfdatum:

Jan Haens, levenservaring kreeg je wel in de Textiel !

In veertien jaar tijd kreeg Jan Haens zijn ervaring bij vijf verschillende textielbedrijven. Dit jaar (2007) wordt hij zeventig en woont nog in het huis waar hij geboren is.
Met zijn vader werkzaam als wever bij A. Franken in de Goirkestraat werd hij vroeger toch niet onder druk gezet om ook in de textiel te gaan. Direct na de oorlog waren de banen voor het oprapen. Jan liet zich graag adviseren door een beroepskeuzebureau, waarbij achteraf de belangrijkste vraag was ‘Wat doet je pa'. Dus volgde de textielschool-dagopleiding en daarna toch A. Franken in de Goirkestraat. Daar werd hij door de collega's meteen ingewijd. ‘Ga maar onder die mand zitten, dan wordt je gedoopt'. Met al die belangstelling om je heen had je weinig keus. Eenmaal onder de mand kreeg Jan een emmer water over zich heen. Dan weet je meteen hoe je andere nieuwkomers moet inwijden !
Het idee van Jan was om een zo breed mogelijk praktijkervaring te krijgen. Na een nuttige leerperiode als aandraaier, waarbij je de draden van een nieuwe kettingboom aan die van de oude draaide, volgde een periode bij tricotagebedrijf Charma.
De voorkeur voor wol bleef, met Brouwers Lakenfabrieken als volgende werkgever. De bedrijfssluiting daarvan in 1958 was niet prettig maar wel leerzaam.
Nummer vier was Kerstens in de Mechtildestraat, weer als aandraaier.
Na een groot bedrijf eens een kleine. Dat werd Van Hoof in de Groeseindstraat, een loonwever met vier getouwen in een loods achter het huis. Bij zo'n klein bedrijf is flexibiliteit een noodzaak en werd de brede leerervaring bij vier werkgevers eindelijk benut.
Langzamerhand was de toekomst duidelijk. De meerderheid van de bedrijven was niet bestand tegen de internationale concurrentie dus een goed alternatief voor de textiel was noodzaak. Na een laatste periode bij Kerstens in de Mechtildestraat volgde tenslotte een 32-jarig dienstverband bij Otten Sanitair aan de Hart van Brabantlaan; afsluitend als magazijnchef.
Al die jaren is er wat afgefietst, waarbij even naar Frankrijk rijden, zo'n 300 km op een dag, geen uitzondering was.
Het vak van aandraaier was een kwestie van routine en vingervlugheid. Een kettingboom kon duizenden draden hebben die in een paar uur tijd, stuk voor stuk in elkaar gedraaid werden. Daar hield je een permanente snee in je duim aan over. Maar het advies luidde om 's morgens je duim maar even in je urine te houden, waardoor de snee dicht trok! Een mechanische aandraaier, zoals Kerstens tenslotte gebruikte, was dan ook geen luxe.

Met veel plezier wordt nog teruggekeken op het collegiale geplaag. Steeds weer was het een succes als er een dunne draad met zwart machinevet tussen de getouwen op voorhoofdshoogte was gespannen waar je een zwart voorhoofd aan overhield. Dan was het de kunst om de daders op een zelfde manier terug te pakken!
Om een blikje sardines voor de lunch mee te nemen was ook gevaarlijk. Het mocht niet, maar meestal werd het pakje brood bij het getouw opgegeten. Als er dan een geopend blikje sardientjes op de machine stond, was het verleidelijk voor collega's de olijfolie even te vervangen door even kleurrijke machine-olie !

Dit verhaal werd opgenomen tijdens een reünie van oud-textielarbeiders in de Openbare Bibliotheek Tilburg. Deze reünie werd georganiseerd door de Tilburger Frans Kense, die in februari 2007 het boek Tilburg Wolstad uitbracht.

Tilburg Wiki