Het werk wordt interessanter

  • Datering van de gebeurtenis: Zestiger en Zeventiger jaren

Dit is een bijdrage in de serie over de textiel, waarbij wij getracht hebben de reeds beschreven verhalen te mijden; wij laten in deze bijdrage Ad van Rijen aan het woord. En we maken kennis met een specifiek textielproduct.

Een belangrijk onderdeel werd door "de Spoorwegen" in België gehaald. In de plaats Vilvoorde was een tweemansbedrijf gevestigd. Het waren twee broers; de ene regelde de administratie en was de man van de opdrachten, de andere weefde op een speciaal weefgetouw "smeerkussens" voor treinen. Deze waren (zijn) noodzakelijk om te voorkomen dat deze vastlopen. Ad legt het uit: "De betreffende onderdelen van de treinen zijn de aandrijfassen van de locomotieven. (Dat waren alle assen van de locomotieven die tot 1952 waren aangekocht, stoom en elektrisch(diesel). Vanaf 1952 tot 1980 is de manier van aandrijving veranderd. In de periode 1980 tot 1994 is er nieuw materieel aangeschaft; deze hadden geen smeerkussens meer nodig.) In periode één zorgen alle assen voor de aandrijving, daarna wordt één as aangedreven door één motor die daarop zakt. Tot 1980 is er sprake van een glijlager of steunlager. Tussen dit lager en de as zit het smeerkussen in de onderbak. Het ondereinde van het "kussen" zuigt olie aan uit een oliereservoir. Daardoor is dit doordrenkt met olie en zorgt het er voor dat de as en het lager "gesmeerd loopt". Deze smeerkussens gaan lang mee, maar op enig moment moeten ze toch vervangen worden (gemiddeld na tien jaar). Nu was het probleem dat de firma Steurs stopte met de productie. De Spoorwegen kozen voor een voor de hand liggende oplossing: het weefgetouw overnemen en zelf de smeerkussens "in eigen huis" weven".

Ad kreeg opdracht om, samen met zijn collega Frans, een busje te huren bij Ad Mellisant om daarmee het weefgetouw op te gaan halen in Vilvoorde. Even de grens over, was er niet bij; de douane wilde alle details weten en onderzocht of het getouw wel mocht worden uitgevoerd. Ondanks dit oponthoud kwam het getouw in Tilburg terecht bij de werkplaats.

Ad vervolgt zijn relaas: "In 1910 stonden er in Vilvoorde drie van deze getouwen; wij demonteerden het laatste. Het is één meter breed en zeven meter lang. Tijdens het uitladen fronste menigeen de wenkbrauwen. Hij heeft het weer voor elkaar riepen ze (een beetje jaloers) in koor".

We zitten in 1984 als Ad start met het weven van smeerkussens. Hij doet dit overigens maximaal een halve dag; langer is niet uit te houden, het is arbeidsintensief en vermoeiend. Een jaar na deze start verhuist het gezin met hun twee dochters naar de Dr. Mollerstraat. Hier zijn dan inmiddels de oude woningen uit 1919 vervangen door nieuwbouw (fase 3). Dit in tegenstelling tot enkele andere straten in de wijk Theresia, waar de woningen van de St. Joseph bouwvereniging (inmiddels SVW) tussen 1980 en 1984 gerenoveerd zijn . (Anno 2007 is SVW door een fusie Wonen Breburg geworden, samengesteld uit BREda en tilBURG). Deze woningen zijn ten slotte in 2006 gesloopt om (nog) vervangen te gaan worden door ruimere woningen (foto's van de sloop en de vrijgekomen locatie treft u aan op deze site onder de noemer "Theresia").

In ons slotverhaal vertelt Ad verder over "zijn" smeerkussens.

Dit verhaal werd opgenomen tijdens een reünie van oud-textielarbeiders in de Openbare Bibliotheek Tilburg. Deze reünie werd georganiseerd door de Tilburger Frans Kense, die het boek ‘Tilburg Wolstad’ uitbracht in februari 2007.

Met dank aan: Ad en Henny van Rijen

Bijlage 1: Gemonteerde Smeerkussens
Bijlage 2: Smeerkussen klaar voor montage
Bijlage 3: Ingebruikname weefgetouw op de werkplaats van de spoorwegen
Bijlage 4: Smeerkussens op het weefgetouw met specifieke schietspoel
Bijlage 5: Lagerschaal met smeerkussen
Bijlage 6: Weefprocces inclusief voorbereidingen

Rechten van de foto's voorbehouden aan de eigenaars