Frans van Beurden

  • Geboortedatum: 17-08-1917
  • Sterfdatum:

300 jaar smederij ‘Van Beurden’

Dat Van Beurden rond 1700 al smid was blijkt uit het stamboomonderzoek.
Meer duidelijkheid komt er met een uniek kasboek dat loopt vanaf 1800 (afb. 2) en het familiejournaal (afb. 3) dat ook rond die tijd begint.

Als smid was Johannes F. van Beurden (1827-1898) bijzonder succesvol.
Op Haringseind, nu Korvelseweg, liet hij in 1879 een serie huisjes bouwen, doorlopend tot in de Korveldwarsstraat; huizen die nu vallen onder monumentenzorg. Het beroep van smid was populair rond die tijd. In 1889 waren er hier totaal 63 smeden op een bevolking van 34.000 inwoners; op dit moment is er officieel geen enkele meer.

De firmanaam is ondertussen gewijzigd van smederij J.C. van Beurden in Metaalbewerkingsbedrijf Van Beurden, gespecialiseerd in pompinstallaties, zoals die van de fonteinen bij het paleis en van het waterbassin voor het gemeentehuis. Het smidsvuur bestaat nog maar het smeden gebeurt nu uit liefhebberij zoals voor het maken van sierhekken.

De familie Van Beurden zal zich ongetwijfeld een van de oudste nog bestaande Tilburgse families mogen noemen met een stamboom die teruggaat tot vóór 1400! De huidige Van Beurden Sr. is Frans van Beurden, geboren in 1917. Zijn vader Kees (1868-1964) noemde zich mecanicien en was, voordat hij in de zaak kwam, lange tijd in dienst bij de stoommachineleverancier Unger, aan de Parallelweg (nu Spoorlaan). Frans zelf volgde nog de historische praktijkexamens, beginnend met het diploma als gezel en eindigend met het meester-diploma. Met een goed lopend bedrijf en bekwaam personeel kon Frans een deel van zijn tijd vrijmaken om zich te richten op bestuurstaken. Zo is hij tientallen jaren voorzitter geweest van de landelijke R.K. Smedenpatroonsbond met vijftienhonderd leden. Verweven met het smidsgilde kreeg zijn zoon de naam van de patroonheilige van de smeden, Eloy.
De patroonheilige Sint Eloy (Elooi) ontwikkelde zich ooit van hoefsmid tot goudsmid. Zoon Eloy is nu verantwoordelijk voor de levering en het onderhoud van pompinstallaties door heel Brabant.

Hoe was het leven vroeger. Volgens de familie overlevering gingen de toenmalige Van Beurdens in de negentiende eeuw regelmatig te voet naar Hilvarenbeek om daar hun staafijzer te gaan halen voor het smeden. Hilvarenbeek, op het kruispunt van handelroutes, had voor sommige producten belangrijke leveranciers.
Frans kan zich nog goed herinneren dat hij als kind met pa mee mocht naar Breda en daar nog op de paardentram mee mocht rijden naar Ginneken (afb. 5).
Hoe gebruikelijk was het volgende? Als het onweerde ging moeder met de kinderen achter zich aan, als bij een polonaise, door het huis. Met een palmtakje werd in iedere hoek van de kamers een kruisje gemaakt. Bij Frans thuis heeft men in ieder geval nooit een blikseminslag meegemaakt.
Het leren ging hem goed af, waardoor hij na de lagere school op het Sint Odulphus door mocht leren. Op de lagere school was hij gewend geweest aan de fraters uit de Gasthuisstraat maar op Odulphus werden het weer geestelijken, nu de priesters uit de Gasthuisstraat, naast godsdienst zelfs voor Duits en wiskunde.

Met dank aan Frans van Beurden.


Afb. 1 De oude smederij, nu metaalbewerking J.C. van Beurden

Afb. 2 Kasboek, twee honderd jaar oud.

Afb. 3 Familiejournaal, twee honderd jaar oud

Afb. 4 Familieportret rond 1922. De mallemolen staat klaar voor levering
aan de kinderspeelplaats bij het Willem II-voetbalveld.
Frans, links voor, als matroos.

Afb. 5 Paardentram in Breda, in gebruik tot 1925

Afb. 6 Siersmeedwerk voor het Groot Seminarie in Haaren, 1938

Afb. 7 De werkplaats in 1928

Afb. 8 De werkplaats in 2000