Tilburgse zoenbrief uit 1538

  • Datering van de gebeurtenis: 1531 - 1538

Dit stukje is niet bestemd voor genealogen, die kennen in het algemeen de zoenbrief. Ik schrijf dit voor de niet-genealogen onder de Geheugenlezers, want er is zoveel in de genealogie dat ook voor anderen boeiend is, en de zoenbrief hoort ook daarbij. En het gaat hier om een Tilburgs gebeuren. De zoenbrief moest op grond van het oude Germaanse recht de families verzoenen als er een moord was gepleegd.

In mijn kwartierstaat worden de nummers 11522 en 11523 ingenomen door mijn voorouders Antonis Bartolomeus Jan Otten alias Biekens, schepen van Tilburg, en zijn vrouw Luytgaert Peter Daniel van Boerden. Ze hadden 8 kinderen, waaronder Jan (een voorneef van mij dus), die in 1531 bij een ruzie Symon Willem van de Gheijne dood sloeg. Deze was een zoon van Willem van den Gheijn, die met zijn gezin aan de Enthovenseweg woonde. Deze straat was genoemd naar het naburige leengoed Inthout of Eijnthoven, en liep 100 jaar geleden nog van de Bosscheweg (nu de Spoorlaan) naar de Sint Josephstraat, langs het kerkhof. Heden is er nog maar een klein stukje straat van over tussen de Spoorlaan en de Nieuwe Bosscheweg, tegenover de P.F. Bergmansstraat.

We schrijven 12 april 1538 n.st. (nieuwe stijl, dus volgens de gloednieuwe Gregoriaanse kalender). De schepenbank hield zich bezig met het stuk over de moord in 1531, dat nu onder nr. R 284/ 58-59-60r in het regionaal archief ligt. We lopen dit stuk in het kort even door:


Condt sij een yegelijcken alsoo een seker ongevalle, nederslach ende dootslach, god betert, gebuert ende geschiedt is geweest binnen den dorpe van Tilborch, in den persoon van wilner Symon Willemsz. Van den Gheyne, doode en van Jannen Anthonis Meeusz., misdadiger.

Om welcke ongevalle, nederslach ende dootslach voorscr. te soenen ende tot eenen minnelijcken peyse te brengen duer volgende goede mannen.......te weeten die vrienden van den doode sijde in goede notabele mannen: Dirck Gherit Bacxzn, Adriaen Adriaen Crillaerts, schouthet tot Tilborch ende Peteren ende in Laureijsen Henrick Zwijsensen;

Ende die vrienden van der andere sijden in Heeren Janne Boon, priester, Cornelisse Jan Swagemakerszn, Janne van den Hovel Yewaenszn ende in Wouter Aertszn van de Spranghe, gesworenen.

In den yersten dan soe hebben sij, arbiters voorgenoempt vuytgesproken voer hun vuytspraecke dat die voorscr. ongevalle, nederslach ende dootslach gepeyst, gevreedt ende gesoent sal sijn ende blijven, nu ende ten eeuwigen dagen, voer vrienden ende magen, voer geboren ende ongeboren.

Dies zo zal hij, misdadiger geven en betalen 115 zoenguldens, 10 stuivers 't stuk, te betalen in 3 termijnen van 17 weken, binnen een jaar. 15 van de zoenguldens betalen voor Pasen naastkomende, en dan in mindering brengen van de 1e termijn.

En omdat dat nog niet genoeg is, zo zal hij, misdadiger, brengen en geven de eerlijke kaarsen, te leveren in de kerk van Tilburg zoals men bij een ongeval gewoon is te doen, binnen nu, en de Heilige Sacramentsdag naastkomende.

En daartoe voor een kruis twee mudden rogge, eens te meten en te betalen om aan de armen te delen......en voor een bedevaart te Rome te geven zes karolusguldens. De rogge en de 6 karolusguldens te betalen tussen nu en Pasen naastkomende.

En nog hiertoe om een mis te doen celebreren voor de ziel van de aflijvige, 4 karolusguldens, te betalen met de 1e termijn van de 115 zoenguldens.

En omdat dat nog niet genoeg is, zal hij, misdadiger, de naastkomende 2 jaren niet binnen het dorp Tilburg mogen wonen, ingaande Sint Jansmisse naastkomende. Daarna zal de misdadiger, zolang als (vader) Willem van den Gheyn leeft, niet over de rechte kerkweg van Eijnthoven naar de kerk gaan, maar zal een andere weg zoeken en daartoe de weg, gelach en gezelschap schouwen (ontwijken) t'aller plaats en stonden.

En omdat dat nog niet genoeg is, zal hij, misdadiger, schuldig zijn voor de vrienden van de aflijvige, ter beternisse, een voetval te doen, naar oude gewoonte, binnen een jaar nu naastkomende, met een wassen kaars van 3 ponden, en die kaars te offeren voor het Heilig Sacrament in de kerk van Tilburg.

Ende hebben gelooft (= beloofd)......(namen van familieleden van beide zijden).... dese vuytspraecke ende soene in der maniere soe voirscr., is te voldoen ende te onderhouden ende dat op soen ende soenen recht ende oock naer den gemeynen landrecht nochtans dat yemande en sal sijn soen breeck, dan elck voor sijn hooft ende all sonder arglist. Datum den XII Aprilis na Paeschen (Tilburg R 284 f 58, 1538).


Dat was de zoenbrief. Bijgevoegd waren een paar losse bladen met teksten die we in de zoenbrief tegenkomen. In een ervan echter staan de punten die Willem van de Gheijn en de zijnen eerder gesteld hebben, vóór ze zich wilden verzoenen, en die wel wat verder gingen dan de 6 karolusguldens voor de bedevaart:


Een bedevaart naar Rome naar St. Peter en Pauwels, vóór Sint Andriesdag, en bescheet te brengen dat die gedaan is;
Een bedevaart naar Walsenaecken voor het H. Bloed, binnen een jaar, en bescheet te brengen;
Een bedevaart naar Keulen voor de 3 Koningen, binnen een jaar, en bescheet te brengen;
Per week 5 missen in de kerk van Tilburg, een jaar lang
Een ijzeren kruis zetten op de plaats van de misdaad, van de zwaarte en van het maaksel als op de manier van het kruis dat staat tussen Goirle en Riel;
De misdadiger moet eeuwig uit het dorp blijven en buiten het dorp broers en zusters van de dode in de herberg schouwen (ontwijken);
Kathelijn, de zuster van de misdadiger zal (vader) Willem de weg schouwen, een jaar lang, en ook zal zij schouwen de herbergen waar broers en zusters van de dode zitten, 4 jaar lang.


Zo, dat loog er niet om.Hier is lang en moeilijk onderhandeld en er waren grote gevoeligheden. Ik ben er niet bijgeweest, maar ik denk even een heel klein beetje, dat Jan Antonis misschien wat geluk had met zijn relaties (Pa is lid geweest van de Schepenbank) ???
Hoe dan ook, de jongen is er goed bovenop gekomen. Hij trouwde vóór 1542 met Elisabeth Aert Peter Buckinck.

De afbeeldingen:
1. Boerderij uit 1866 op de hoek Enthovenseweg - Pelgrimspad. 2. De Enthovenseweg in 1984.
3. Een stuk tekst van de zoenbrief. Met dank aan J.J. (Fred) Wijburg, die het oude schrift vertaalde.

Media