De Napoleonsweg (2)

  • Datering van de gebeurtenis: 1811 - heden

Het kerkhof met de beelden.

In de goede oude tijd, toen de Heikese kerk zo'n beetje het middelpunt van het dorp was, werden vanzelfsprekend de doden begraven op het "kerkhof" dat inderdaad het hof rond de kerk was.. Dat kerkhof was meer dan vol en dat leidde, in dit dichtbevolkte deel van het dorp, tot ongewenste toestanden.

In de Franse tijd werden dat soort zaken goed aangepakt, en zo begon men in 1811 met de aanleg van een begraafplaats buiten de toenmalige bebouwde kom. In 1813 werden er de eerste doden begraven.

Vele jaren later, vanaf 1887, werd begonnen met een ijzeren hekwerk met hardstenen onderdelen rond het kerkhof. De emancipatie en de welstand van de katholieken was nu zover gevorderd, dat dit soort dingen degelijk aangepakt konden worden. Het werk werd gedaan door Antonius van der Schoot. Steenhouwer Leandre Petit leverde de hardstenen onderdelen.

Van het een kwam het ander en in 1892 stonden er reeds de eerste drie beelden: de twee apocalyptische engelen bij de toegangspoort, en Johannes de Doper aan de rechtse kant. In de daaropvolgende 15 jaren verschenen nog meer beelden, schenkingen door parochianen die zo in een goed blaadje bij hun patroonheiligen en andere hemelingen probeerden te komen. Ge wist maar nooit waar dat goed voor was.

Toen in 1897 weer een viertal beelden waren geplaatst meende de krant (in Tilburg dus) dat, als alle beelden er waren, er een monument was gesticht "eenig in ons land en voor zover bekend, ook in 't Buitenland niet te vinden". En zes jaren later, in 1903, waren alle 20 beelden op hun plaats gezet. Het laatst aangebrachte beeld stelde de H. Catharina voor.

In de jaren 30 werd de kruising van Schijfstraat en Bredaseweg verbeterd, waartoe twee hekdelen en pijlers verplaatst moesten worden. Na de oorlog sneuvelde aan de andere zijde ook een pijler. En toen de Noordhoekring werd aangelegd, legden weer drie beelden het loodje. In totaal vijf beelden naar de filistijnen !

En toen, in 1972, in de tijd van Burgemeester Becht, alias Kees de Sloper, toen haalde de beeldenduivel, onder het motto "Nou of nooit", bijna de grote troef binnen.......De Bredaseweg moest breder worden en de gemeente diende daarom de beelden te verwerven (om ze vervolgens op een nieuw hekwerk langs de Bredaseweg op te stellen)......maar de gemeenteraad zei NEE !

Tussen haakjes, met dezelfde streek had Kees de Sloper meer succes, toen het oude historische stadhuis gesloopt werd, naar men zegt ook al omwille van de rooilijn..........

Professor Van den Eerenbeemt, ik heb hem persoonlijk gekend als een bevlogen beschermer van al het Tilburgse in Tilburg, richtte een comité op onder de leus :"Heiligen gaan niet naar de hel !" Dit comité verhinderde de dramatische ondergang van twintig heiligen, en tegen dit vrome geweld was zelfs Kees de Sloper niet bestand. Onder zware druk van publiek Tilburg draaide in 1973 de gemeenteraad het besluit tot aankoop en vernieling van de beeldenstrook terug.

Vuurrood van schaamte (hoop ik) stelde de gemeenteraad fl 20.000,- beschikbaar voor herstel van het hekwerk. Van de zes inmiddels al verdwenen beelden konden er vijf van de sloper worden teruggekocht en gerestaureerd. Het laatste, het 20e beeld, terechtgekomen bij een café-eigenaar (de aartsengel Michaël) werd op 17 mei 1999 weer geplaatst waar hij thuishoorde.

In Tilburg zijn ze niet altijd zo rap, en ze piesen wel eens een enkele keer neven het potje, maar alles komt hier tenslotte altijd op zijn pootjes terecht !


Anton van de Wiel


Voornaamste bronnen:
De Watertoren (Rob Oostelbos in Nieuwsblad vh Zuiden 15 febr. 1985)
Geschiedenis van de Nederlandse MSC-provincie (Ben Verberne MSC)
Beeldengalerij Begraafplaats Binnenstad Tilburg (Cees van Raak in Cubra)
De Bredaseweg (Nieuwsblad vh Zuiden 29 dec.1973)

De afbeeldingen: 1. Ingang kerkhof, 2. Het laatste beeld, Sint Michaël, 3. Beelden bij smederij Vorselaars, 4, en volgende: alle beelden op hun plaats.

P.S. Mieke-Nelie vd Heijden, collega schrijver, had een oudoom, Pater Henri Rutten MSC, die vermoord werd in de Missie. Hij was lid van de Congegratie van het Heilig Hart (zo heette die orde dus) en had, zoals al zijn confraters, een rood hartje op zijn habijt.
"Ziede wel", zee Antoon. "Dan klopte 't toch in 't vurrige artikel, van die Paters van de Rooi Harten......."

Tilburg Wiki: