Heeroom uit Sprundel

BSA Motorfiets

Een (beetje) kul verhaaltje.

Ons tante Coba, (we noemden haar toen nog tante Koos) woonde samen met Ome toon een tijd lang bij ons in de H.Berkvensstraat nadat ons moeder was gestorven en er toch iemand voor ons, bloeikes van kèènder moest zorgen. We praten over 1947 of zoiets.

Ze had een broer en die was kapelaan in Sprundel. Vaak kwam ie ‘s zondags na de lèste mis op zunne motor richting Tilburg. En dan was het een beetjes feest

Hij zette z’n motorfiets, unne BSA, bij ons achter op de plaats en dan mocht ik er op zitten. Dan gaf ik gas en probeerde bij de voetsteunen en de rem te komen, wat mij, mee mèn korte bintjes natuurlijk nooit lukte, maar toch, ut waar motorrijden… Later toen ik mijn motor kocht heb ik dikwijls aan hem gedacht, maar goed, we dwalen af.

Meestal bleef ie dan tot na het eten. Hij liep dan weer met z’n motor door het poortje en op het Schaepmannplein belandt, zette ie z’n helm weer op, sprong op de motor, trok zijn toog weer in het gareel – aan bei kaanten effeveul , stampte unne keer mee zunne voet op de starter, brrrrm en weg waar die, terug naar Sprundel.

Op zunne schône zondag was ie weer eens bij ons en de veurdeur stond open- dat was maar heel gewoon in die dagen- veel mensen zaten dan op hun stoepke met de huiskamerstoelen buiten, samen met de buren van het weer te genieten…

Tot nog toe is alles waar… de rest is vrij naar Nol van Roessel.

D’r kwam een motorfiets door de straat, iets wat heel erg ongebruikelijk was. Één auto door de straat was al veel, laat staan een motor en dan nog wel op zondag..

Wat wil het geval? Dat ding begon te sputteren en net voor de deur van Obbens, recht tegenover ons hield ie er mee op.

De motorrijder deed het leren bandje van zijn “pet” los, en probeerde zunne motor weer aan de praat te krijgen. Unne stamp op de starter, en nog eens en nog eens.

Maar niks. Hij liep al goed rood aan en stampte nog eens, ondertussen “godverdgodver “ uitslakend. En nog opnieuw: “godverdgodver”.. Maar hij kreeg hem niet aan de praat.

Heeroom, medebroeder motorrijder, (motorfietsers helpen elkaar altijd) komt bezorgd naar buiten en zegt: “Jongen dè doede verkeerd, ge moet nie zo vloeken. Ge moet starten en dan zeggen “Jezus, Maria Jozef help me”

De motormuis, kijkt een keer naar den toog van Heeroom, mompelt zoiets als “Gij oewen zin”, trapt op zunne starter onderwijl Jezus Maria Jozef uitslakend. Verder kwam is niet want een tevreden gebrom steeg op uit zijn fiets. Hij knoopte het bandje van zijn helm weer vast en weg was ie.

Mijn Heeroom krabde eens over zunne tonduur en ik hoorde hem mompelen.. “Wel godverdomme”…

Henk van Mierlo

Nuenen