Jules de Corte in relatie tot Tilburg

Wie kent hem niet?  Jules de Corte, de bekendste blinde liedjesschrijver, componist, verhalenverteller, dichter, zanger en pianist van Nederland. Grotendeels gevormd door de fraters en zusters van Tilburg!  

Gistermiddag (2 mei 2015) werd in het Graafs Museum een (tijdelijke) tentoonstelling geopend, geheel aan hem gewijd. En de openingsceremonie werd zelfs verricht door de weduwe van Jules, mevrouw Thea de Corte-Dekker, voorafgegaan door een prachtig programma waarin een zoon van Jules, Ernst de Corte, talrijke liedjes van zijn vader ten gehore bracht onder sublieme begeleiding van pianist Guus Westdorp.  

Jules werd op 29 maart 1924 geboren in Deurne als zesde van twaalf kinderen in een gezin van een peelwerker, zeg maar een turfsteker. Armoe troef!  Het was niet te voorzien dat hij het ver zou schoppen want ruim een jaar oud werd hij blind, als gevolg van een ondeskundig behandelde middenoorontsteking.

Op driejarige leeftijd plaatsten z'n ouders hem daarom op de kleuterschool van het blindeninstituut ‘De Wijnberg’ in Grave, dat onder leiding stond van de Zusters van Liefde van Tilburg.

Toen hij zeven jaar werd, werd hij overgeplaatst naar het ‘Sint Henricus blindeninstituut’ voor jongens (ook in Grave), geleid door de Fraters van Tilburg.  

De opleiding die hij daar van de fraters kreeg zou hem normaliter gaan voorbereiden op een leven als een goed rooms-katholiek die een eenvoudige boterham zou gaan verdienen met borstels maken, stoelen matten of manden vlechten.

De kwaliteit van het onderwijs van de fraters was evenwel zo goed, dat zulks ertoe leidde dat Jules een lagere- en middelbare-schoolopleiding kreeg die destijds voor weinig kinderen uit zijn milieu was weggelegd.  

Op eigen verzoek kreeg hij bovendien van de fraters ook piano- en orgelles. Als snel viel namelijk op dat hij daar talent voor had en al op jonge leeftijd mocht hij als organist in de kerk spelen.

Op 21-jarige leeftijd, in 1945, verliet hij het blindeninstituut in Grave. In Delft vond hij z'n eerste baan als dansschoolpianist, voor veertig gulden per week voor alle avonden en de zondagmiddag.

Hij begon steeds meer muziek, liedjes/gedichtjes te schrijven. In totaal, tot in 1985, zouden dat er meer dan drieduizend worden! 

Vanaf 1947 was hij ook veelvuldig op de radio te beluisteren. Jarenlang was hij een vaste medewerker van het zaterdagavond-programma 'Negen heit de klok'. Ouderen onder ons kennen dat programma zeker nog. Het stond onder regie van Jan de Cler, de man van ‘Hup, Holland, hup, laat de leeuw niet in z’n hempie staan ....’

Jules is twee keer getrouwd geweest en heeft drie zonen en drie dochters gekregen. Tot 1983 is Jules actief geweest. Toen besloot hij i.v.m. gezondheidsproblemen te stoppen. Op 16 februari 1996 overleed hij, op 71-jarige leeftijd, in het Catharinaziekenhuis in Eindhoven.

Op latere leeftijd gaf hij blijk van hulde aan de ‘Tilburgse’ fraters en zusters, die hem hadden gevormd. Zonder hen zou hij het nooit zover hebben geschopt, zo gaf hij toe.

Misschien is het een idee om deze tijdelijke tentoonstelling, na afloop in Grave, een tijdje te prolongeren in Tilburg? Ik heb het Graafs Museum al op deze mogelijkheid geattendeerd. Iets voor het Stadsmuseum of de Bibliotheek?

Bijgaand, via YouTube, zijn wel meest bekende lied ‘Ik zou wel eens willen weten’. Nog steeds actueel !

Louis Sparidans, Grave