Negentien medewerksters textielfabriek weggevoerd naar Vught in 1943

Wollendeken etiket van Pessers van Zuijlen uit de periode 1940-1960

In het voorjaar van 1943 kwam er hier een drastische wijziging in onze beleving van de Duitse bezetting. Duitse legers bleken niet oppermachtig. Ze waren toen met zware verliezen verslagen bij Stalingrad en in Noord-Afrika.
Maar het meest problematisch waren de maatregelen die de bezetter hier in Nederland nam. Zo dwong men de voormalige Nederlandse soldaten om zich te melden om ze vervolgens in krijgsgevangenschap af te voeren. Daarbij werd de Joodse bevolking massaal afgevoerd naar Westerborg en vandaar naar Duitsland. Plus dat steeds meer mannen in die tijd werden opgepakt voor de Arbeitseinsatz in Duitsland.
Deze gebeurtenissen hadden de april/mei-stakingen van 1943 in heel Nederland tot gevolg, als de grootste manifestatie van onvrede in oorlogstijd.

Het Tilburgse politierapport van april/mei 1943
Uit het sinds kort openbare Tilburgse politiedossier uit de Tweede Wereldoorlog, bijgaand het maandelijkse verslag over de periode van 10 april tot 10 mei 1943:

Uit de inleiding. ‘In verband met de stakingspogingen op enkele fabrieken te dezer stede, alsmede een streng toezicht op de naleving van het verbod om zich na het aangegeven uur nog in de openlucht te bevinden, hetgeen wederom zo goed als de gehele inzet van het personeel noodzaakte, zijn de reden van een sterke achteruitgang van het aantal bekeuringen (voor verkeersovertredingen, F.K.) na 3 mei ’43.’

Uit de rubriek ‘stakingen’: ‘Op 3 mei 1943 werd op diverse Textielfabrieken gepoogd om te staken. Door genomen maatregelen werd een-en-ander onmiddellijk de kop ingedrukt. Op 4 mei 1943 werden 19 staaksters van de Kamgarenspinnerij der Fa. Pessers-v.Zuijlen, Lijnsheike te Tilburg gearresteerd, welke allen zijn overgebracht naar het Lager te Vught. Het geheel had een ordelijk verloop.
Opstootjes zijn niet voorgekomen.’


Pessers-van Zuijlen
De firma Pessers-van Zuijlen was een gerenommeerd bedrijf, actief als wollendekenfabriek, wollenstoffenfabriek en kamgarenspinnerij, gevestigd aan de Kuiperstraat 5, bij het Wilhelminapark.
De vermelding van Lijnsheike in het politierapport ‘Fa. Pessers-v.Zuijlen, Lijnsheike’ lijkt daarom onjuist. Toch had men toen daar in Tilburg-Noord een vestiging. Dit blijkt uit een aanbesteding in de NTC van november 1939, namens de Fa. Pessers van Zuijlen:
‘Het bouwen van een kamgarenspinnerij met kantoren, magazijnen, kelders, enz., op een terrein, gelegen a.d. Goirke Kanaaldijk te Tilburg (a.d. los- en laadplaats v.h. Wilhelminakanaal). Bebouwde oppervlakte: 3239 m2.’

Nog niet eerder is er iets over deze vrouwen als stakers geschreven.
Nadere details zijn niet bekend, over wie dit waren en wanneer ze zijn vrij gelaten. Omdat vrouwen als ze getrouwd waren in die tijd niet meer op de fabriek mochten werken, zal hier sprake zijn van overwegend nog jonge vrouwen, die toen ‘hun nek hebben uitgestoken’. Want in het algemeen stond de doodstraf op het deelnemen aan samenscholingen en stakingen. In Limburg werden zo tachtig stakende mijnwerkers gefusilleerd.
Volgens huidige begrippen zouden deze negentien Tilburgse vrouwen een erkenning als ‘oorlogshelden’ verdienen.

 Met dank aan Jacques de Bakker.

 - - - -

Zoals uit onderstaande reactie blijkt, heeft Gerrit Kobes de namen van de negentien personen gevonden die deelnamen aan de staking. (Afb. 2 en 3) In alfabetische volgorde zijn dat:

Beurden    Rosa, van
Dongen     A., van
Engelen     Annie, van
Engelen     Antonia, van
Hamond     Toos, van
Huijgevoort     Tonnij, van
Kools     A.
Kuijpers     W.
Maas     Jo
Maas     Betsie
Pijnenburg     Annie
Reijen     Fientje, van de
Rooij     Annie, van
Schoenmakers     A.
Snoeren     Anny
Snoeren     Riet
Verhoeven     A.
Wanrooy     S.
Zebregs     R.

De meerderheid van deze dames zal zijn geboren tussen 1920 en 1930.
Maar wie heeft nadere gegevens over hun?

Nederlands ArbeidsFront (N.A.F.)

Het Nederlands Arbeids Front was een nationaalsocialistische vakcentrale opgericht op 30 april 1942. Hierbij werden de bestaande vakcentrales en vakbonden per 1 mei 1942  opgeheven.Aan het hoofd kwam de NSB-er Hendrik J. Woudenberg te staan.Maar een fractie van de vooroorlogse 700.000 vakbondsleden werd lid van de N.A.F.

In Tilburg was het N.A.F. gevestigd in de Minister van Sonstraat 16. In de advertentie van afbeelding 4 vermeld als Minn. van Zonstraat 16.

Zoals blijkt uit krantenbericht 5, waren er o.a. enkele NS-werknemers actief bij de N.A.F.
Op het adres Min. van Sonstraat 16 was in 1943 tijdens de genoemde stakingsactie, een Conelis Veerman, NS-Atelier werknemer, woonachtig met zijn ouders.

Bovengenoemde brief is gericht aan de N.A.F., die dus bemiddeld heeft in de vrijlating van deze mensen uit Vught. Het is daarmee een zeldzame gebeurtenis, in de vorm van een positieve nationaal-socialistische inzet voor de Tilburgse gemeenschap.

 

 

Media