Stadschroniqueur Berny van de Donk
Even voor elven ruimt een serveerster van lunchroom De Carrousel de vaatwasser uit. Met veel gerammel stapelt ze koffiekopjes op het espressoapparaat. Het klokkenspel in de Heikese kerk, direct tegenover de lunchroom, dringt niet tot de bezoekers door. Geen nood, ieder kwartier grijpt het carillon opnieuw zijn kans om het publiek muzikaal te bedwarrelen.
Dit beiaard kreeg burgemeester Becht 50 jaar geleden cadeau van de bevolking. Omdat hij, zoals het op de bijbehorende plaquette staat, ‘met zoveel voortvarendheid werkt aan de ontwikkeling van het nieuwe Tilburg’. Bankiers en fabrikanten betaalden de 21 zwaarste klokken. De minder prominente Tilburgers dansten de kleinere klokken bij elkaar tijdens benefietavonden.
Johan was er niet bij op die feesten, maar het hád gekund. In de Carrousel drinkt deze kranige senior koffie met Els, zijn net gepensioneerde dochter. “Ik ga nog iedere week de dansvloer op”. Hij springt op om zijn lenigheid te bewijzen. “Ik doe met gemak een foxtrotje op die klokmuziek”. Zijn dochter mag het nummer kiezen. “Iets Nederlandstaligs, van Django Wagner? Zou dat klinken?”
De deftig koperen plaquette die op 30 juni 1966 werd onthuld sprak blijkbaar niet namens iedere inwoner. Voor het nieuwe Tilburg moest immers veel oud Tilburg wijken. Becht kreeg de weinig flatteuze bijnaam Cees de Sloper. Het deed hem niet veel, zo blijkt uit zijn dankwoord. “Het spelen van dit carillon zal, ieder kwartier, een aansporing zijn op de ingeslagen weg door te gaan”. De plaquette is gestolen. Vanwege het koper of als revanche op de sloper?
Stadsbeiaardier Carl kent de muziek van Django Wagner nog niet. “Het kan zeker. Populaire muziek is goed te doen. De hits van Krezip heb ik ook gespeeld. We werken aan een app waarmee je muziek kunt aanvragen. Dan ben ik de luidruchtigste jukebox van Tilburg. Laatst was burgemeester Noordanus trouwens op bezoek. Hij bleek fan van Bruce Springsteen dus heb ik daar wat van gespeeld”.
Springsteen. Het had een verzoeknummer van Becht kunnen zijn.
Deze kroniek verscheen op 24 mei 2016 in het Brabants Dagblad
