Twiet

Siervogel in knuist standhouder vogelbeurs (c) Berny van de Donk

‘Deuren dicht!’. Iedereen die deze zondagochtend bij café Bet Kolen rondloopt vreest die twee woorden. De zaal zit dan in mum van tijd potdicht. “Want een vogel die ontsnapt is het ergste wat je kan overkomen”, vertelt Guido. Maar als het gebeurt help je direct. Dat zijn de ongeschreven regels op de beurs van Vogelvereniging De Vink. Guido is hier graag, ook nu zijn gezondheid ernstig te wensen overlaat. “Ik ken de mensen allemaal, zal ze gaan missen als ik niet meer kan komen”.  Vandaag verkoopt hij z’n laatste kanaries.

Mannen van opvallend gelijke pluimage sjokken langs de kleine kooitjes met zebravinken of uitheemse sijzen. Leeftijd ruim 65+, het gewicht nog ruimer. In eeltige knuisten tonen ze elkaar kleurrijke vogeltjes. Hun ervaren vingers knijpen precies hard genoeg. De bandbreedte tussen wegvliegen en dooddrukken is smal.

Aan de bar schenkt het personeel één soort koffie: de gewone. Het bijbehorende café-noir koekje is ouderwets onverpakt. De tijd lijkt stil te staan. Hier lees je geen twiets, je hoort ze. Jan neemt een slok en filosofeert over de aantrekkingskracht van veren. “Aan vogels blijf je hangen, net als aan een vrouw. Al laat je die soms wel wegvliegen”. Over de toekomst is hij somber, voelt de dreiging van buiten. “De politiek wil rood eivoer verbieden, maar dat zorgt juist voor die mooie kleur van mijn kanaries. Wat is daar verkeerd aan? Het is net als een bloemist die witte tulpen in rood water zet. Dat kan toch geen kwaad?”

Secretaris Anton ziet ook dreiging van binnenuit. “Het bestuur bestaat uit oude mannen, er zijn weinig mensen die het over willen nemen. Ook onze kerstbingo wordt steeds slechter bezocht”. Langzaam daalt het ledental. Veel vogelmannen vertrekken richting hemelpoort. En hoe hard ze hier beneden ook roepen, die deur krijgen ze niet dicht.

 

Deze kroniek verscheen op 20 september 2016 in het Brabants Dagblad

Media