Groef

Groef in muur Kuiperstraat

Welk alfabet moet je kennen om een lantaarnpaal te verstaan en hoe leer je de moedertaal van een gevel? Vooral een kwestie van oefenen in geduld. Zo schrijft een muur aan de smalle Kuiperstraat een stukje stadse geschiedenis. Een haastige passant zal de schram op exact 113 centimeter boven de grond missen, de flaneur leest een meterslange zin. Hoekig lettertype, twee bakstenen hoog.

Hoe ontstond deze schaafwond? De uitgerekte muurkrant prikkelt de fantasie. Was het een boerenkar die jarenlang met moeite de bocht kon nemen? Kreeg het paard telkens een extra zweepslag om dan iets harder te trekken? Of was het een boos jongetje dat op 3 november 1927 rond 8 uur ’s ochtends een eerste kras zette en daarmee honderden kinderen op een idee bracht?

Deze ijskoude vrijdagochtend kan het Roel weinig schelen. Hij had die beschadiging in de muur naast hem nog niet eens gezien. Veel te druk met het herstellen van de bestrating. Samen met een maat moppert hij op het bedrijf dat de gasleiding deze week verving. “Ze hebben er een zooitje van gemaakt, al die kuilen en gaten maken ons werk veel lastiger”. Een kop koffie zou zijn humeur verbeteren. “Vroeger kreeg je nog weleens wat van bewoners, maar dat gebeurt eigenlijk nooit meer”. Geërgerd trekt Roel z’n wollen muts strak over het hoofd. Hij gaat eerst maar eens zand halen met zijn dragline.

Het mysterie van de groef lost zich even later op. Een buurtbewoner fungeert als tolk. Dit stedelijk litteken is pas ergens eind vorige eeuw ontstaan. Een rijinstructeur van het leger vergiste zich in de handigheid van zijn pupil of in de omvang van zijn legertruck. Het bijbehorende geluid dringt zich ongevraagd op. De metalen variant van nagels over een krijtbord. En een vloekende sergeant.

Roel is terug met het zand. Nog steeds geen koffie. Hij rukt boos aan de hendels, maar onderdrukt de neiging om met zijn dragline geschiedenis te schrijven.

 

Deze kroniek verscheen op 29 november 2016 in het Brabants Dagblad

Media