Mieke Keusters-Huijbregts van Bakkerij Keusters

Bakkerij Keusters St. Josephstraat

“Met een bakkerij blijf je aan het werken”

Wie kent Bakkerij Keusters nog? Kwaliteitsbrood aan de St. Josephstraat, dat leverde Bakkerij Keusters. “Mijn man Harrie was een echte broodbakker. Dat was zijn specialisatie. En de poffers, broodjes gevuld met kaneel en bruine suiker. Mieke Keusters-Huijbregts vertelt hoe ze samen met haar man Harrie eind jaren vijftig de bakkerij van zijn vader Harrie overnamen.

Tekst: Myriam Krol

Beeld: Familie Keusters

Bakkerij Keusters was in 1989 al 100 jaar in hetzelfde pand aan de Sint Josephstraat gevestigd. In 1889 kwam de bakkerij in de familie, overgrootvader Harrie startte Bakkerij Keusters. De derde Harrie in de stamboom die de bakkerij draaide, deed dat van 1959 tot 1989. Deze Harrie Keusters trouwde in 1959 met Mieke Huijbregts. Mieke Keusters-Huijbregts (84) woont nu ongeveer anderhalf jaar in Het Laar. “Na het overlijden van mijn man in 2014 vond ik dat het stilletjes aan wel verstandig was om te verhuizen naar Het Laar.”

Precies 100 jaar vormde de bakkerij de broodwinning voor drie generaties Keusters. “Bij het 100-jarig bestaan hebben we een boekje laten maken met foto’s en verhalen van vroeger. Gelukkig was er in de familie nog heel veel bewaard gebleven. Foto’s van Harrie’s vader die als jonge jongen de broodkar duwde, de leerjongen Janus met de hondenkar, de aanschaf van de eerste auto, een T-ford in 1929, de vele verbouwingen die de bakkerij doormaakte.”

Mieke was zelf een bakkersdochter, van Bakkerij Huijbregts op het Oranjeplein in Loon op Zand. Ze kende de klappen van de zweep wel toen ze bakkerszoon Harrie leerde kennen. “In 1959 zijn we getrouwd. Terwijl ik wist dat je in een bakkerij nooit klaar bent met werken”, lacht Mieke. “Maar je ontmoet elkaar en dan is dat toch meteen vertrouwd. De herkenning van de gezinnen waar je uit komt. We zijn 55 jaar gelukkig getrouwd geweest en kregen drie kinderen. Onze oudste zoon noemden we Harrie. Want hij zou de bakkerij overnemen dachten we. Maar de kinderen kozen toch een ander bestaan.”

Mieke werkte in de bakkerij als een soort manusje van alles, zegt ze. Achter de schermen, de administratie, maar ook met schoonzus Riet in de winkel en de toer deed ze ook geregeld. Altijd werd er gewerkt. “Sinterkaas en kerstmis waren het drukst. In november begonnen we met speculaas, in december bakten we duizenden worstenbroodjes. Elke ochtend om 7.00 uur ging de winkel al open. Veel klanten haalden zelf hun brood. Op de vrijdagen en zaterdagen was het altijd heel druk. Harrie stond elke dag om 04.00 uur op. Op de vrijdagmiddag ging hij dan nog even naar bed, om verder de hele avond en nacht door te werken tot 08.00 uur zaterdagochtend.”

In 1989, toen de bakkerij 100 jaar bestond verkochten ze de zaak aan Bakkerij Pastoor. “Ik zeg wel eens dat ik blij ben dat mijn kinderen het niet overgenomen hebben, want dan zou ik nu misschien nog in de zaak staan. Bij familiebedrijven zie je dat vaak.”