Gouden Omega-horloge bij 25-jarig jubileum voor Frans Verhagen

Datering van de gebeurtenis: 1975

Amper 14 jaar oud ging Frans Verhagen (afb. 1) in 1950 werken bij de Wollenstoffenfabriek AaBe n.v. aan de Hoevenseweg. Voluit heette deze grootste fabriek van Tilburg ‘de Koninklijke AaBe wollen stoffen en dekenfabrieken'. Het was een redelijk sociaal bedrijf, het betaalde hogere lonen dan strikt genomen door de vakbonden waren bedongen.

Dat lezen we in het boek ‘Tilburg Wolstad' van Frans Kense, dat begin 2007 verscheen. Dat boek was aanleiding voor een tentoonstelling en kleine reünie van AaBe en andere textielfabrieken in de Openbare Bibliotheek in maart 2007.

Die middag waren ook Frans Verhagen (geboren in Tilburg in 1936) en zijn broer Gerrit aanwezig. Daar vertelden zij hun herinneringen aan AaBe en aan WBZ. Frans liet vol trots het gouden horloge zien dat hij bij zijn 25-jarig jubileum heeft gekregen: een echte Omega, die anno 2007 € 3700,- waard is. Een horloge om heel zuinig op te zijn en dat is het geval. Frans werkte als wever bij AaBe en vertelt, dat zijn eerste weekloon 8,34 gulden was. Als hij een paar dagen ziek was, kreeg hij 2,50 gulden, omdat er 2 of 3 wachtdagen van af gingen. Hij begon als leerling-wever. Vanaf zijn 16e moest hij net als de anderen in 2- of 3-ploegendienst werken en was een volleerd wever. Rieten rijgen in de aandraaierij, hevels leiden etc., het proces is allemaal nog te zien in het Textielmuseum in de Goirkestraat.

Zijn broer Gerrit (geb. 1941, afb. 2) werkte bij WBZ ofwel voluit Firma W. Brands & Zonen, in de Hoogvensestraat. Hij kwam daar als kleine jongen van 14 jaar, recht van school als leerling-spinner. Drie gebroeders Brands waren daar directeur, maar Ben Brands was de belangrijkste. Van 1955 tot 1965 werkte hij daar en stapte hij over naar Interpolis naar de verzekeringen. Hij herinnert zich dat er af en toe een (oud-)collega tussen twee politieagenten in werd teruggebracht naar de spinnerij. Wat had die man misdaan ?

Er was in de bloeitijd van de textielindustrie - de jaren vijftig en zestig - een stilzwijgen afspraak tussen de textielbazen, dat mensen geen werklui bij elkaar ‘wegpikten'. Weglopers werden de volgende dag, als het werd ontdekt, door de politie terug gebracht. Dat was voor die mensen natuurlijk niet zo leuk.
Toch probeerden mensen het wel eens op een andere fabriek als ze daar een paar dubbeltjes per uur meer konden verdienen. Een weekloon was in die ongeveer 3 of 4 gulden. Het was met de grote gezinnen, toen dus wel de moeite waar wat meer te verdienen.

Truus Verhagen-Wouters (1943 geboren in Gilze) werkte begin jaren 50 bij Thomas de Beer als nopster/stopster. Als je trouwde mocht je in die tijd niet blijven werken, tot dat later die wet veranderde. Toen heeft ze nog een tijdje als stopster bij AaBe gewerkt, waar haar man Gerrit ook werkte. In die tijd stond er vaak een ‘tijdschrijver' bij je met een klok of stopwatch. Die schreef de werktijden op en op basis daarvan werd je uitbetaald. Soms bij moeilijk werk, wat arbeidsintensief was kregen ze wel een uurtarief. Anders werd per 1.000 schot uitbetaald. In de spinnerij werkten ze soms per uur, soms per meter.

AaBe had in die tijd vele panden, bossen, landhuizen en een boomgaard in Tilburg en omstreken. Soms moesten arbeiders ook fruit gaan plukken in de grote Boomgaard met 14.500 appels- en perenbomen. Voor directeur Gijs van de Bergh moest je er soms helemaal op de fiets naar toe om bijvoorbeeld 6 appels en 6 peren te halen als hij bezoek kreeg. Dat waren nog eens tijden. Deze oud-directeur is onlangs (2007) op 86-jarige leeftijd overleden.

Dit verhaal werd opgenomen tijdens een reünie van oud-textielarbeiders in de Openbare Bibliotheek Tilburg. Deze reünie werd georganiseerd door de Tilburger Frans Kense, die het boek ‘Tilburg Wolstad’ uitbracht in februari 2007.

Foto's Jan Stads

Links:

Media