Stichting Samenwerking Tilburg Nicaragua (SSTN)

  • Datering van de foto: 2 november 2007
  • Wie staan erop: v.l.n.r.: Elsa van der Meulen, Miranda van der Klaauw, Louise Donjacour, Marian van Stiphout, Francine van Werde, Riek Flipse, Saskia Bodelier, Diny van de Pas, Hettie van den Broek, Mariëtte Wolbert (Industrieel ontwerper)

In het kader van Tilburg 2009, het jubileumjaar van de stad, laat het Textielmuseum 200 Tilburgse vrouwen uit diverse interculturele vrouwengroepen deelnemen aan een textielproject (tafellopers en servetten).

 

In november 2007 namen enkele betaalde krachten en enkele vrijwilligsters van de SSTN/Stedenband Tilburg Matagalpa deel.

 

In dit deel algemene informatie over de SSTN en persoonlijke informatie over enkele deelneemsters; elders op deze site staat nog meer persoonlijke informatie over enkele deelneemsters aan het textielproject onder de titel 'Stedenband Tilburg-Matagalpa'.

Nederland heeft Nicaragua in de jaren '80 van de vorige eeuw als het ware ontdekt, toen er een revolutie gaande was. Ook in Tilburg waren studenten en organisaties actief. Na het organiseren van een Nicaragua-week besloot men door te gaan met de bewustwording richting de Tilburgse bevolking door een stedenband op te richten. Er is gezocht naar een stad in Nicaragua die enigszins vergelijkbaar was met Tilburg wat betreft grootte, aantal inwoners en bedrijvigheid. Onder andere via de NOVIB kwamen Tilburgers in contact met Matagalpezen en kreeg de stedenband vorm en inhoud.

In 1984 werd de Stedenband Tilburg-Matagalpa officieel opgericht als de Stichting Samenwerking Tilburg Nicaragua (SSTN). Sinds 1988 heeft de Gemeente Tilburg ook een band met de Gemeente Matagalpa. De SSTN is een kleine organisatie met een professioneel secretariaat en een enthousiaste groep vrijwilligers; de vrijwilligers zijn werkzaam in de werkgroepen onderwijs, vrouwen, milieu, gezondheid of koffie of zijn actief als redactielid van iCómo No!, het informatieblad van de Stedenband.

In de loop der jaren zijn er onder andere uitwisselingsprojecten tussen scholen tot stand gekomen en vrouwengroepen opgericht. Door de mensen die werkzaam zijn voor de Stedenband Tilburg-Matagalpa wordt ook voorlichting gegeven en momenteel vinden er geldinzamelingsacties plaats vanwege de overstromingen die een deel van het land geteisterd hebben. In 2009, het jubileumjaar van de stad Tilburg, bestaat de stichting 25 jaar.

Hettie van den Broek (afb. 2)

Hettie geeft aan min of meer opgevoed te zijn met textiel; haar moeder maakte al haar kleren en Hettie deed op haar manier mee. Hettie zat op een katholieke meisjesschool, de St. Jozefschool in Eindhoven en maakte daar in de 2e klas bij zuster Canisia een borduurwerkje.

Toen Hettie's moeder dit jaar overleed vond Hettie een trommeltje met kaartjes stopwol. Zoals de meeste vrouwen in de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw, stopte ook Hettie's moeder nog sokken. Samen met haar moeder maakte Hettie ooit een schort; zij heeft deze nog steeds. Textiel heeft dus altijd een rol gespeeld in Hettie's leven.

Zo was het ook niet vreemd dat Hettie de Tehatex ging volgen en lerares handwerken en textiele werkvormen werd. De Tehatex opleiding was voor Hettie trouwens de reden om in Tilburg te komen wonen.

Hettie is nu interieurontwerpster; zodoende komt textiel ook weer vaak langs.

Miranda van der Klaauw (afb. 3)

Miranda woont niet in Tilburg, maar heeft iets met de stad vanwege de stedenband die Tilburg heeft met Matagalpa. Net als Francine en Marian is Miranda als betaalde kracht werkzaam bij de Stedenband.

Miranda waardeert Tilburg als actieve stad; het is inmiddels 11 jaar geleden dat zij naar Tilburg kwam voor haar werk.

Op de vraag wat Miranda heeft met textiel antwoordt zij dat zij bij textiel eerder denkt aan de textiel van de Nicaraguaanse vrouwen dan aan de Nederlandse textiel. Zij vindt het prachtig wat de vrouwen in Nicaragua weven: vrij eenvoudige patronen met veel streepjes en kleurtjes.

Francine van Werde (afb. 4)

Francine, die oorspronkelijk uit Budel komt, kwam zo'n 35 jaar geleden voor haar huwelijk naar Tilburg. Haar man deed een opleiding aan de Kunstacademie, Francine volgde verschillende opleidingen in Hilversum, Apeldoorn en Den Bosch.

Francine's verhaal lijkt een beetje op dat van Hettie; ook haar moeder maakte veel kleding zelf, tot jassen en zelfs bruidskleding toe. Francine leerde naaien op een trapmachine.

Zij heeft een haat/liefde verhouding met textiel, hetgeen volgens haar veroorzaakt is door de rol die in haar jeugd niet alleen haar eigen en andere moeders, maar vooral de nonnen op school, speelden voor wat betreft textiele werkvormen. Zo moest zij bijvoorbeeld kleedjes borduren, iets waar zij een grote hekel aan had.

Francine is dan ook een andere richting ingegaan, die van fotografie en film.

Voor de Stedenband doet Francine als betaalde kracht veel computerwerk.

Voor het vrouwenproject wil zij fotografie combineren met textiel.

Cil de Vries

Cil is op haar 12e naar Tilburg gekomen in verband met het werk van haar vader. Haar wortels liggen in Friesland. Daar is zij trots op. Zij gaat nog vaak naar Friesland toe.

Cil is moeder van 5 kinderen, voor wie zij veel genaaid heeft. Zij heeft nog steeds de naaidoos van haar overleden moeder; deze naaidoos is haar erg dierbaar.

De laatste 15 jaar is Cil bezig geweest met inburgeringscursussen/maatschappijoriëntatie en dan niet in de klas, maar juist daarbuiten. Zo heeft zij bijvoorbeeld een programma ontwikkeld met onder andere bezoek aan het Textielmuseum, waar mensen altijd wel iets herkenbaars ontdekken.

Elsa van der Meulen (afb. 5)

Elsa is half Ecuadoriaans, half Braziliaans. Zij kwam naar Nederland voor werk. Zij is getrouwd met een Tilburger, met wie zij samen een kind heeft, en woont sinds 2 jaar in Tilburg. Het bevalt Elsa inmiddels goed in Tilburg. In het begin was het erg wennen, vooral vanwege het taalprobleem. Elsa heeft niet alleen veel contact met andere Braziliaanse mensen in Tilburg, maar ook met mensen met een andere nationaliteit die ook vaak een taalbarrière hebben. Zij organiseren dingen als samen koken en samen eten; zij gebruiken eten als een manier om te communiceren.

Elsa vertelt dat het in Brazilië gebruikelijk is een geborduurde lap te maken ter gelegenheid van de geboorte van een kind; het wordt een cadeautje voor het kind voor de rest van zijn/haar leven. Men begint met borduren in de laatste maand van de zwangerschap. In het midden komt iets, bijvoorbeeld een soort welkomstwoord, van de ouders van de baby; vervolgens leveren de oma's en overige familieleden een bijdrage. De lap rouleert als het ware. In het geval van Elsa's kind wordt geborduurd door familieleden in Ecuador, Brazilië en Nederland. Men heeft alles bij elkaar 3 jaar de tijd om iets te maken.

Elsa, die zelf haar geboortelap nog heeft, maakt momenteel onder andere poppetjes voor op kleding.

 

Foto's: Stads Foto & Ontwerp - Jan Stads

Alle rechten voorbehouden

Media