Theresia, onze (oude) parochie 1(6)

  • Datering van het verhaal: 28 augustus 2006

Theresia, onze (oude) parochie 1 (van 6) serie 1

Antoon en Maria

Tijdens de vele gesprekken met Antoon, Toon en Ton heb ik een goed beeld gekregen van de wijk Theresia, mijn geboortegrond.

We maken even een sprong in de tijd en gaan terug naar respectievelijk 26 juni 1895 en 16 januari 1896. In Uden ziet Antoon voor het eerst het daglicht en in Helvoirt Maria van Beurden. Ze groeien beiden op in een landelijke omgeving. Tijdens de mobilisatie in 1914 komt Antoon in Helvoirt terecht. Tijdens een avondje stappen ontmoet hij in de “Zwarte Leeuw” de achttienjarige serveerster Marie, die later zijn vrouw wordt. Deze ontmoeting heeft voor het toekomstige gezin een prettige bijkomstigheid. De oom van Maria heeft in Tilburg een aannemersbedrijfje: G. van Poppel, meestermetselaar. Het huwelijk wordt in Tilburg gesloten op 16 oktober 1918. Het kersverse echtpaar gaat inwonen bij een oom op de hoek Veldstraat 9 (huidige hoek Pastoor Van Beurdenstraat/Pastoor Sprengstraat). Antoon gaat zich verder bekwamen in het bouwvak. In de Veldstraat worden zes van de tien kinderen geboren. De eerste Antoon in 1920, maar hij overlijdt aan de “stuipen” in 1923. De tweede Antoon wordt geboren in 1924 ná een zus en broer en vóór een zus en broer. De tweede dochter komt te overlijden in 1928. Het zit de familie in 1928 niet mee; een maand na dit verlies van weer een kind, brandt de bovenverdieping van de woning in de Veldstraat 9 uit. Er is gelukkig alleen materiële schade. Het gezin verhuist naar de Oude Langstraat 79. Op de gevel komt een bordje “meester metselaar”. Antoon is inmiddels aannemer; hij heeft het bedrijf van de pleegoom overgenomen. Antoon heeft als meestermetselaar letterlijk zijn steentjes bijgedragen aan de in 1929 aanbestede nieuwe Theresiakerk, die in 1930 voltooid is. In 1929 verliest de familie voor de derde maal een kind; een pasgeboren zoon wordt slechts 8 dagen. Hij is geboren in de Gasthuisstraat, in het hier dan nog gevestigde Gasthuis. Dan zitten we inmiddels in de jaren dertig en Antoon gaat, zoals zovelen, failliet. Hij wordt in Diessen tewerkgesteld bij de werkverschaffing. Het gezin bestaat tijdens deze crisisperiode uit 8 personen. Het is kommer en kwel. De oudste dochter is tien en de jongste dochter is net één jaar. Antoon gaat regelmatig met zoon Toon naar zijn familie in Uden. Ze gaan met de fiets (Toon achterop). Antoon hing een jas over het stuur van zijn fiets; op deze manier camoufleerde hij het rijwielplaatje met het gaatje. Hij mocht als werkloze niet fietsen op zondag. Het plaatje werd aan werklozen gratis verstrekt, maar dan wel met het discriminerende gaatje. Midden dertiger jaren komt er weer werk voor bouwvaklieden. Vanaf medio dertiger jaren verdween de werkloosheid in de textiel. Door de oorlogsdreiging neemt de productie toe. Fabrikanten laten door de Tilburgse aannemers bouw- en herstelwerkzaamheden uitvoeren. Antoon kan kiezen waar hij wil werken; voor een paar dubbeltjes meer kan hij zo overstappen naar een andere baas. De bekende afspraken tussen bazen, zoals gebruikelijk in de textiel, bestaan niet tussen aannemers. Om aan het werk te komen moet men wel katholiek zijn en regelmatig de kerk bezoeken. Dit is voor Antoon en zijn Marie geen probleem; het zijn praktiserende katholieken met een enorm ontzag voor de pastoor. Zijn wil is wet. Antoon en Marie en al hun kinderen komen de oorlogsjaren door zonder ernstige gevolgen. Antoon kan in deze tijd zijn boterham redelijk beleggen. In het volgende deel de korte geschiedenis van de Oude Langstraat.

Media