Oorlogsherinneringen van Martien Jole

  • Datering van de gebeurtenis: 1940 - 1945

Martin Jole werd geboren in 1924. In 1938 kwam hij als 14-jarig ventje, klein van stuk, als leerling-spinner werken in de grote fabriek van Van Dooren & Dams. De luchtfoto uit de jaren 20 (afb. 1) laat zien hoé groot de fabriek aan de Korvelseweg wel niet was. Mart woonde er met zijn ouders vlakbij: in de Bilderdijkstraat. Amper 17 jaar oud werd hij in de oorlog in 1941 met een stuk of 20 collega's naar Duitsland gezonden om daar te werken in een Zinksmelterij.

De twee jongens van zijn leeftijd die er ook bij waren waren Joop van Wijk (zoon van de visboer aan de Broekhovenseweg) en Toon Mols (zoon van architect Mols). Mart zelf was zoon van een sigarenmaker, die werkte op de Sigarenfabriek van S. Arts in de Laarstraat. Tilburg kende in die tijd nog verschillende sigarenfabrieken.

Mart vertelt: ‘Die 1e avond in een soort oude school in de buurt van Monchen-Gladbach kregen we allemaal een strozak om op te slapen. De volgende morgen werden we naar Essen gebracht en moesten ons in lange rijen opstellen buiten op een open plek. Bazen van verschillende bedrijven uit de buurt kwamen langs lopen om voor hen geschikte ‘arbeiders' uit te zoeken. Nou ja, geschikt. Ik had ervaring in de textiel maar werd naar de zinkfabriek meegenomen. Het was daar een hel, met drie grote ovens boven elkaar, die uren achter elkaar branden om erts te smelten. Er waren dag- en nachtploegen. Voor mij met mijn klein postuur was het zwaar werk. Met lange dikke slangen moest ik de met lemen pijpen afgesloten ovendeuren doorsteken en dan het gloeiend hete vloeibare tin opvangen in een soort lepels en in vormen gieten. De Duitsers zelf droegen beschermende kleding, maar wij Nederlanders kregen die niet. In de fabriek verder op werden van het tin allerlei producten van gemaakt."

"Het was zwaar werk. Ondertussen werden de stad en de fabrieken al elke nacht gebombardeerd door de Engelsen. Toen Joop en ik huiduitslag kregen van het werk bij de ovens kregen we ander werk. Ik moest een tijdje betonvloeren mee storten, waar ze ook sintels uit de ovens voor gebruikten. Iemand had gehoord dat er een brief voor mij was, maar we wisten niet waar. Tussen gebombardeerde kantoorgebouwen vond ik die brief uit Tilburg. Gelukkig, maar... Want er stond in dat mijn moeder in het ziekenhuis lag en toen mocht ik terug naar huis. Ik heb me toen in Tilburg ziek gemeld om niet meteen terug te hoeven. Een keuringsarts van het zogenaamde ‘Arbeidsbureau' dat in de Nieuwlandstraat zat heeft me toen gematst. In 1943 en 1944 ben ik oorlogsvrijwilliger geworden, militair dus. Onze groep was de Dutch Company of the Royal Signals. Toen we in Tilburg kwamen werden we toevallig gelegerd in een school in de Staringstraat, vlak bij ons thuis. Later moesten we verder naar het Noorden voor de bevrijding van de rest van het land met zijn Engelse en Nederlandse collega's".

Tijdens de bevrijdingsfeesten in Tilburg, in oktober, november 1944, leerde Martin Jole Annie Verhoeven kennen. Met haar is hij intussen al 58 jaar getrouwd, sinds 1949. Allebei hebben ze lang in de textiel gewerkt. Mart heeft zelf met collega's meegeschreven aan het bekende SWArtBOek over de textielfabriek Swagemakers-Bogaers. Dit boek ging over de verwarrende periode van experimenten met democratisering én van de teloorgang bij SwaBo. Ook medewerkers van de Universiteiten van Amsterdam en Utrecht hebben hun bijdragen aan dit bekende boek geleverd. Mart heeft het nog steeds in zijn bezit en ook de bibliotheeek zal het zeker hebben, als u het (nog) eens wilt lezen.

Dit verhaal werd opgenomen tijdens een reünie van oud-textielarbeiders in de Openbare Bibliotheek Tilburg. Deze reünie werd georganiseerd door de Tilburger Frans Kense, die in februari 2007 het boek Tilburg Wolstad uitbracht.

Fotografie: Jan Stads

Tilburg Wiki: