Jeudherinnering aan Theresia

  • Datering van het verhaal: 04 september 2008

Eigenlijk ben ik niet van Theresia, maar van de Veldhoven, hemelsbreed zo'n vijfhonderd meter noordelijker, Houtstraat 152 (bestaat dat huis nog?) om precies te zijn.

Ik was d'n oudste thuis, geboren op 1 juli 1939. Toen ik een paar weken oud was, zijn we verhuisd naar de H.Berkvensstraat 11 in het (bijna) nieuwbouwcomplex van de woningbouwvereniging St. Joseph in de Theresiaparochie.

Ik meen dat dit terrein de Havervelden heette, zoals de Pius X school aan de Theresiastraat later werd genoemd.

De straat bestond uit kleine rijtjeshuizen waarvan er vijf wat naar achter waren gebouwd, zodat die een voortuintje hadden. Wij woonden in het eerste huis daarvan.

Aanvankelijk waren er keurige hekjes voor die huizen; gemetselde pilaartjes van een meter hoog en met houten hekken daartussen en een keurig houten poortje, maar van lieverlee zijn tijdens de oorlog al die hekken en poortjes opgestookt en bleven alleen de pilaartjes overeind. Na de oorlog zijn die gesloopt tot op een hoogte van een centimeter of 20, zoals op de foto te zien is.

Toentertijd waren er ook bomen voor dat gedeelte gepland, acacia's. Op een gegeven moment waren die zo hoog dat we vanuit het slaapkamerraam de witte bessen konden plukken, die knalden zo lekker als je die kapot trapte.

Verderop in ons rijtje woonde de melkboer van de CTM (van Corven?), maar daar waren we geen klant van omdat wij bij onze melkboer uit de Houtstraat (Jan Bijnen) klant waren gebleven en die verkocht weer melk van St. Antonius uit Riel.

Volgens onze Pa was die melk véél lekkerder dan die van de CTM en er kwam nog bij dat zijn ouderlijk huis náást de melkfabriek in Riel stond.

Maar ik wist niet waar ik het meest van onder de indruk was; het paard voor de kar van Jan Bijnen óf van de trekhond onder de handkar van CTM-melkboer Van Corven.

Omdat we dus een voortuintje hadden, en de schuttingen aan de achterkant allemaal gelijk liepen, was onze achtertuin navenant korter, beter gezegd een tuintje van niks. Toch stonden er twee perzikbomen en een grote seringenstruik. Op een gegeven moment is er één perzikboom gekapt, omdat er geen plaats meer voor was.

In die tijd was ook het gasfabriek aan de Mincklerstraat nog volop in bedrijf en dat had z'n consequenties voor de leefomgeving. Aardgas was nog niet aan de orde. Het gas werd gewonnen uit kolen en opgeslagen in grote gashouders op het terrein omgrensd door Mincklerstraat, Lange Nieuwstraat, Buitenstraat en Dr. Schaepmanstraat waar onder andere tegenwoordig het Energieplein is.

De vergaste kolen werden als cokes opgeslagen op het terrein op grote bergen, en dat bracht de nodige stofwolken met zich mee en ook de uitgestoten rook van het verbrandingsproces was niet al te zuiver. Dit had tot gevolg dat vooral de daken van de huizen in de omgeving behoorlijk vervuild waren.

Ons huis had een vliering met een heel klein dakraampje. Dat zag helemaal blauw van de rook van het gasfabriek en de vliering lag vol met stof dat tussen de naden door van de dakplanken doorkwam. Niet echt gezond.

Ik ben in dat kleine huisje ook nog "ingetrouwd". Zo ging dat eind 1959 toen de woningnood nog hoog was en je twee kinderen moest hebben voordat je voor een huis in aanmerking kwam.

Begin 1963, mijn vrouw was toen ver in verwachting van ons derde kind, kregen we eindelijk dat huis en zijn we naar de Croydonstraat in het Zand verhuisd. Maar onze twee oudste dochters zijn in de H. Berkvensstraat geboren (achter het linker boven raam op de foto)

4 september 2008

Henk van Mierlo, Nuenen

 

In 1998 schreef ik het onderstaande gedicht:

Jeugdherinnering

Nog steeds als ik door Tilburg ga

denk ik aan vroeger jaren,

ga ik langs mijn jeugdpad heen

alsof de tegels mijn voetafdruk bewaren.

 

Theresia, 't Goirke, Hasseltse kapel,

zonder Ringbaan nog een veilig oversteken,

de meimaand bracht seringen in de tuin

die gingen mee naar Opoe alle weken.

 

Gasthuisstraat, de overweg

de bijna altijd dichte bomen,

de voetgangersbrug waarop ik stond,

locomotieven onder me liet stomen.

 

Achterop bij Pa naar Goirle of naar Riel

Beukennootjes rapen langs de wegen,

Nog steeds als ik door Tilburg ga,

Kom ik mijn jeugd weer tegen.

 

april 1998