Overlijden Willem II in de krant

  • Datering van de gebeurtenis: 17 maart 1849

 

Hoe het nieuws van het overlijden van Willem II in Tilburg, op
zaterdag 17 maart 1849 de rest van Brabant bereikte, toont de Bossche krant, de ‘De Noord-Brabanter' uit die tijd, afb. 1
Nu, met de huidige media, zijn we eraan gewend dat we snel op de hoogte zijn van het nieuws. Rond 1850 was men voor nieuws nog afhankelijk van de stads- of dorpsomroeper en eventueel van een krant die maar enkele keren per week verscheen.

‘De Noord-Brabanter' van donderdag 15 maart.
‘Z. M. de Koning is gisteravond om zes uur in Tilburg gearriveerd, vergezeld van de adjudanten, de heren Merkus en Coehorn.'

Zaterdag 17 maart.
‘Den Haag, (woensdag) 14 Maart. Heden werd hier het bericht ontvangen, dat Z.M. op reis plotseling ongesteld is geworden; volgens later ontvangen tijding is Z.M. merkelijk beter door een aderlating, die de heilzaamste gevolgen heeft gehad. De heer (dokter) Everard is heden naar Tilburg vertrokken.
H. M. de koningin zal - ten gevolge van het nader ontvangen geruststellende bericht - morgen niet naar Tilburg vertrekken.'
En
‘Sedert gisteren (vrijdag) is de ongesteldheid van Z. M. zeer toegenomen, en verkeert Z.M. in een zeer gevaarlijke toestand, zo zelfs, dat binnen 24 uren hoogstwaarschijnlijk zijn levenslot beslist zal zijn. De hoop op het behoud van de dierbaren Vorst, die in de middag van deze dag geheel scheen te verdwijnen, is in de avond echter weder enigszins verlevendigd, door enkele gunstige verschijnselen. Wij vernemen, van onze zijde, dat Z. Exc. de heer Gouverneur dezer Provincie de nacht bij Z. M. heeft doorgebracht. God behoede de Koning en Nederland!'

Dinsdag 20 maart
‘Uit Tilburg, vernemen wij nog nader dat daar laatsleden vrijdag door Zijne Doorluchtige Hoogheid Mgr. de bisschop van Gerra (Mgr. Zwijsen) het H. Misoffer plechtig is opgedragen voor bet behoud van de zo dierbare dagen van de geliefde Vorst. Het bedehuis stroomde over van een diep ter neergeslagen menigte, die van de Almachtige een verlenging dier dagen kwam afsmeken. De Voorzienigheid heeft er echter in haar aanbiddenswaardige wijsheid anders over beschikt.
De treurige mare van het overlijden des konings maakte te Tilburg een verbazende indruk. Op aller gelaat stond verslagenheid te lezen, uit vele ogen vielen tranen. Alle huizen, zowel openbare als particuliere, winkels enz. bleven tot teken van rouw gesloten.'

en
‘Den Haag, (zaterdag) 17 Maart. Heden omstreeks een uur is de (adjudant) baron Merkes van Gendt, met buitengewone gelegenheid, in deze residentie aangekomen, die uit Tilburg, het treurig bericht heeft overgebracht van het overlijden van Z. M. de Koning, Willem de Tweede. Onmiddellijk is aan de zich hier bevindende leden van het Koninklijk Huis daarvan bericht gegeven. Terstond na het ontvangen van deze gewichtige tijding is de raad van ministers vergaderd geweest.'
‘Door de stedelijke regering is zo even de volgende publicatie uitgevaardigd : Burgemeester en Wethouders der stad ‘s-Gravenhage, het treurige bericht ontvangen hebbende, van het op heden te Tilburg overlijden van Zijne Majesteit Willem II, onzen geëerbiedigde en beminden Koning, nodigen bij deze de ingezetenen en een ieder uit, om gedurende deze dagen van diepen rouw, zich te onthouden van alle gerucht, gezang en alle openbare vermakelijkheden.
Burgemeester en Wethouders vertrouwen erop, dat het niet nodig zul zijn, in deze vorstelijke residentie, waarvan buitengemeen veel aan de ontslapen, menslievende en weldadige Vorst verschuldigd is, meer aandrang te gebruiken, tot het in deze treurige omstandigheden aanbevelen van orde en rust.'
‘In de namiddag is de (militaire) bezetting der residentie op het Alexanderveld bijeengekomen. Er werd een carré geformeerd. De bevelvoerende officier gaf met luiderstem kennis van 's konings overlijden en van de troonsbestijging door Willem III, de grondwettige troonopvolger. De troepen hebben daarop de eed van trouw aan de nieuwen koning afgelegd.'
‘De Staats Courant van gisteren behelst het volgende.
Aan het Nederlandsche Volk. Het heeft de Almachtige behaagd onzen beminden Koning WILLEM DE TWEEDE, tot Zich te roepen.
Na een flikkering, welke aan een bedriegelijke hoop voedsel gaf, bezweek Zijne Majesteit hedenmorgen ten half drie ure. Diepe rouw overdekt het Vaderland bij het afsterven van een Vorst, die Zijn Volk boven alles lief had! Zijn beminde Zoon WILLEM ALEXANDER PAUL FREDERIK LODEWIJK beklimt, naar art. 13 der Grondwet, de Troon.'
En
‘Zwaar, onbeschrijflijk zwaar is de slag, waarmede de Voorzienigheid ons Vaderland en ons Koninklijk Huis getroffen heeft. Diepe rouw en ontsteltenis heeft zich van alle harten meester gemaakt, toen de verschrikkelijke mare: DE KONING IS DOOD! zich verspreidde. Twee dagen lang had men in de angstige verwachting doorgebracht; men hoopte echter nog, men bad voor het behoud der kostbare dagen van de Koning, doch in de ochtend van zaterdag laatstleden kwam de noodlottige tijding in onze stad aan, dat Z. M. des morgens ten half drie ure de geest gegeven had. Z. M. had de 13de in goede gezondheid zijn hofstad verlaten met het doel om enige dagen in Tilburg te gaan doorbrengen en daar greep hem de noodlottige ziekte aan, die binnen drie dagen gans Nederland in de diepsten rouw moest dompelen. Wie zal de gevolgen dezer treurige gebeurtenis durven doorgronden? Wie zal het wagen de grootheid van het geleden verlies en al hare uitgestrektheid te overzien? Maar wij onthouden ons van alle staatkundige bespiegelingen, om ons geheel aan onze smart over te geven en Hem te betreuren, aan wie het Vaderland zo oneindig veel verplichtingen heeft. Op wie het Vaderland de hoop zijner toekomst gebouwd had, die het Vaderland met een onbegrensde liefde en onwankelbare verknochtheid omringde, tot loon der onvermoeide pogingen, welke Hij tot heil des Vaderlands aanwendde. Wij bewenen hem, wiens edel hart zoo gevoelig was voor het lijden zijner getrouwe Natie; wiens rechtschapen geest zo vurig verlangde het geluk der Natie op het strengste recht en de volmaaktste gelijkheid te bouwen; wiens heldere en diepdoordringende blik de behoeften des tijds had gadegeslagen en wiens wijs beleid en onwankelbare moed aan de vervulling dier behoeften arbeidden. Hij werd aan het Vaderland ontrukt, nog eer hij het einde zijner verhevene taak mocht zien; het werd hem niet gegund er de vruchten van te plukken, maar zijne nagedachtenis zul er niet te minder eeuwig voor leven tot in het verste nageslacht. De naam van Willem II zal nooit van de aarde uitgewist worden. Een diep bedrukte Vorstin, de getrouwe gezellin van zijn leven, een beminnende broeder, edele telgen, Neerlands hoop, staan nu schreiend en sprakeloos rondom het ontzielde lichaam van de beste der Vorsten, met hen treurt gans Nederland en vol schrik en ontsteltenis vraagt het zijn Koning weer, maar te vergeefs. De onverbiddelijke dood heeft zijn slachtoffer weggerukt en blijft doof voor al dat geschrei en beklaag.'

Bron: http://kranten.kb.nl

Afb. 1: ‘De Noord-Brabanter' van dinsdag 20 maart 1849, met het overlijden van koning Willem II.

Afb. 2: Het voormalige woon- en sterfhuis van koning Willem II, bij het huidige Stadhuisplein. (Regionaal Archief Tilburg - 36007)

 

Media