Lowieke Westland (eerste wonder Peerke)

  • Geboortedatum: 1928
  • Sterfdatum: 1962
Wonderen in de Zaligverklaring van Petrus Donders

Er is al veel geschreven over de Zaligverklaring van Petrus Donders. In het boek "Het Tilburgse Geslacht Donders" van 1996, door de stichting Donders uitgegeven, staat een korte samenvatting van het hele zaligverklaringsproces.

Voor een zaligverklaring moet de heldhaftigheid en deugdbeoefening van de kandidaat onomstreden zijn. Tevens moeten er twee wonderen op voorspraak van Peerke hebben plaats gevonden. Deze zaken worden door een Promotor Fidei (de ‘duivelsadvocaat', degene die deze zaken probeert te weerleggen) en een Postulator (eiser, degene die verdedigt) onderzocht. Over deze wonderen staat in het 1996-boek niets vermeld en daarom is het op zijn plaats er wat over te vertellen.

Het eerste wonder van Peerke Donders

Een van de wonderen betrof de genezing van Lowieke Westland. Lowieke werd op 17 april 1928 geboren in de Tilburgse wijk Goirke en was zoon van slager Paul Westland en zijn vrouw Henriëtte Schonens in de Goirkestraat. De familie Westland behoorde tot de parochie 't Goirke, waar naamgenoot Petrus Donders in 1809 was gedoopt en in 1841 zijn eerste Heilige Mis had opgedragen.

Op 1 augustus 1929 kreeg Lowieke opeens hoge koorts. Kort daarop ontwikkelde zich boven zijn rechter knie aan de binnenkant een gezwel, zo groot als een duivenei. Het deed erg zeer als je het aanraakte. De huisarts van de familie was dokter Herman Ruding. Deze liet röntgenfoto's maken en besloot aan de hand daarvan tot een incisie. Die insnijding vond plaats op 27 augustus. Sinds die datum werd de wond opengehouden om de pus van de steeds voortdurende ontsteking eruit te kunnen laten komen.

Het anderhalf jaar oude jochie moest door twee man worden vastgehouden, wanneer de dokter de tot op het bot gaande wond op zijn rechter bovenbeentje schoonmaakte en opnieuw verbond. Als Lowieke de auto van dokter Ruding hoorde, begon hij al te huilen van angst.

Zonder verdoving werd het vioformgaas, bedoeld ter ontsmetting en uitdroging, uit de wond getrokken en vernieuwd. Daaroverheen kwamen de windsels en een kartonnen koker, die het kereltje het bewegen van zijn beentje moest beletten. De windsels werden door de ouders van Lowieke nat gemaakt met water, dat ze elke zondag met z'n allen ophaalden van 't geboortehuis van Peerke Donders.

Dokter Ruding - de verklaringen zijn afkomstig uit de officiële Vaticaanse processtukken - verwachtte afstoting van een stukje bot tengevolge van de ontsteking. Dit gebeurde echter niet; de hele maand september en oktober bleef de wond etteren. Op de avond van 6 november consulteerde Ruding de chirurg dr. Goossens van het Tilburgse Sint Elisabeth Gasthuis in de jan van Beverwijkstraat. In overleg met de röntgenoloog dr. Van Buchem besloot men tot een operatieve ingreep: "een ruimer openleggen van de wonde en een uitlepelen van de beenhaard".

Toen kwam de ochtend van de 7de november 1929. Kraaiend stond Lowieke daar ineens rechtop in zijn bedje. De stevig vastgeknoopte windsels lagen aan zijn voetjes. De wond was dicht. Een glad litteken van enkele centimeters was nog slechts te zien, boven het rechter knietje.

Die dag kwamen de enigszins vastgelopen bureaucratische molens van het Vaticaan weer langzaam op gang. Het zou nog vijftig jaar duren, voor werd erkend, dat zich aan het kraaiende ventje een wonder had voltrokken. In 1976 heeft de Medische Commissie zich met absolute meerderheid van stemmen positief over het wonderbare karakter van de genezing op voorspraak van Petrus Donders uitgesproken. Op 5 Augustus 1976 gaf paus Paulus VI op grond daarvan verlof het Zaligverklaringsproces van Petrus Donders voort te zetten. Het zou dan nog tot 23 mei 1982 duren, voor dat het tot een Zaligverklaring kwam.

Een foto van Lowieke werd twee jaar na zijn wonderbaarlijke genezing gemaakt in opdracht van de Vaticaanse Congregatie voor Zalig- en Heiligverklaringen, voor het dossier van Peerke Donders. Wie zou die foto hebben ?

Misschien is het aardig om te vertellen hoe het Lowieke verder vergaan is. Louis wilde later graag priester worden en ging naar de voorbereidende kostschool van de paters van Mill Hill. Na een paar jaar verliet hij deze school. Hij bezocht vervolgens een technische school tot hij in dienst ging. De politiële acties in Indonesië, daar moest hij naar toe. Daarna werd hij beroepsmilitair bij de luchtmacht. In 1962 kreeg hij last van verlamming in de handen, later in armen en benen. Multiple-sclerosis (MS) was het. Hij is in Goirle in het verpleegtehuis gestorven, opeens, terwijl hij voor de televisie zat te kijken.

Uit een brief van 14 december 1973 van de toenmalige vice-postulator Francesco de Witte aan de duivelsadvocaat Giulio Dante: "Louis Westland stierf aan een vorm van multiple-sclerose." En wat verder in de brief "Hij was een sportieve man en hij heeft nooit meer geleden aan zijn linker been". Dit laatste was een foutje; het was zijn rechter been!

Een tweede wonder?

Voor een tweede wonder heeft wijlen Peerke ontheffing gekregen. Hiertoe besloot paus Johannes Paulus II in september 1980, vanwege "solida et constans fama signorum" (de degelijke en voortdurende faam van tekenen). Met andere woorden: uit de stapels verklaringen blijkt zóveel voorspraak van de Hemelse Peerke Donders, dat het alles bij elkaar genoeg als compensatie voor een tweede wonder.

Met dank aan: Hein Donders (GS 809) in Waalre
Bronnen: Telegraaf 1982; boek Rozen voor ELisabeth; Rob Wolf (pag. 62, pag. 66)

Foto's: RAT

Foto 1 Winnende Paaskoe met de vader van Louis, Slager P. Westland in de Goirkestraat 22

Foto 2 Briefhoofd van Slagerij Westland, Runder-, Kalfs- en Varkensslagerij

Foto 3 Sint Elisabethziekenhuis in de tijd van Louis, de binnenplaats (nu Carré). De poort links in het midden is de hoofdingang.

Foto 4 Prof. Dr. Frans van Buchem (1897-1979), geneesheer-dircteur van het ziekenhuis, tevens internist, radiodiagnost en wetenschappelijk onderzoeker.

Media