Paleis-Raadhuis

  • Datering van het voorwerp: 1843
Een wit, opvallend gebouw in het centrum van Tilburg. Dat is het voormalig koninklijk paleis, nu paleisraadhuis genaamd. Koning Willem II legde op 13 augustus 1847 zelf de eerste steen.
Koning Willem II streek hier neer toen hij zijn hoofdkwartier van Turnhout naar Tilburg wilde verplaatsen. Het rustige leven in Tilburg beviel hem wel en bezocht de stad zeer regelmatig. De reden voor de bouw van het paleis was dat Koning Willem II een residentie in Tilburg had die niet meer bij zijn status paste, en dus besloot het paleis te laten bouwen.

Het koninklijk paleis is gebouwd in de tuin van zijn oude residentie. Dat bestond uit een aantal naast elkaar gelegen huizen. Deze huizen had hij in 1835 gekocht van de familie Frankenhoff en laten verbouwen.
Het nieuwe paleis is volgens de verhalen zoveel mogelijk door Willem II zelf ontworpen, dit deed hij naar voorbeeld van de neogotische bouwstijl uit zijn geboorteland, Engeland. Maar waarschijnlijker waren Frederik Lodewijk Huijgens en Jan C. Boon betrokken bij het ontwerp. Opmerkelijk aan het ontwerp zijn de bier slanke traptorens op iedere hoek van het gebouw. Via deze trappen kon de Koning vanuit een kamer in het souterrain ongezien naar een kamer op de bel-etage komen.

Buiten dit paleis heeft koning Willem II ook een tuinhuis aan de Koningshoeven, een lancierskazerne, een pannenbakkerij en een schaapskooi laten bouwen. Zijn vaste aannemer was Adriaan Goijaerts. Willem II heeft in negen jaar tijd in totaal meer dan f160.000 uitgegeven aan bouwwerken in en rond Tilburg. Adriaan Goijaerts nam de opdracht voor het paleis op 7 juli 1847 aan voor f57.000. Goijaerts zou een jaar en negen maanden nodig gehad hebben om het paleis te bouwen. De oplevering was op 22 dagen na het overlijden van Koning Willem II, op 7 april 1849. Willem II heeft er dus nooit gewoond maar heeft naar verlijd tijdens de bouw het paleis vaak bezocht. Ook is hij na zijn dood, en voor zijn bijzetting in de Nieuwe kerk, opgebaard in de hal van het paleis.
Op het moment van overlijden waren de kosten voor het paleis nog niet afbetaalt. Willem II betaalde de kosten in vijf termijnen af. Op het moment van overlijden was er pas f34.900 betaald. Naar alle waarschijnlijkheid is de rest betaald door de Koninklijke familie of de commissie van Beheer der Nalatenschap van Z.H. Koning Willem II.

Tussen 1934 en 1936 werd het paleis flink verbouwd. Architect Oscar Leeuw kreek in 1934 de opdracht om het, door de HBS (waar Vincent van Gogh de bekendste leerling van was), vervallen school te gaan verbouwen tot Raadshuis. Het gehele interieur werd in art-decostijl verbouwd. In 1936 werd de verbouwing voltooid en op 1 augustus van dat jaar werd het gebouw als raadshuis in gebruik genomen.
Door de verbouwing is het intern ook sterk veranderd. De beneden etage heeft ook aan de achterzijde een ingang gekregen, de eerste verdieping heeft een nieuwe kamer indeling gekregen en in de noordelijke vleugel zijn twee trouwzalen verrezen. In de zuidelijke vleugel is de burgemeesterskamer gevestigd. Aan de achterzijde is een halfcirkelvormig balkon bevestigd met een marmeren trap. Ook is een groot brandgeschilderde glazen paneel bevestigd met daarop verschillende ambachten die in Tilburg en omgeving bedreven werden. Dit met voor ieder raam een uitspraak.
In het midden van de hal in het souterrain staat een borstbeeld van Koning Willem II. Dit borstbeeld en is gemaakt door Oswald Wenckebach en bij de oplevering van het Raadshuis cadeau gedaan door het gemeentepersoneel.

Media