Zonder locomotief is de Spoorzone als een bieb zonder boek

Iedereen kent hem wel, de door vrijwel iedereen bejubelde en prijswinnende voormalige NS Locomotief Werkplaats in de Tilburgse spoorzone: de LocHal. Logisch, want de succesvolle LocHal kent vele moeders én vaders. Maar wat is nou het echte het geheim van deze plek in Tilburg?

NS Hoofdwerkplaats Tilburg  NS Mw Wph Tb

De prachtige Bibliotheek Midden Brabant in de LocHal brengt dagelijks veel mensen bij elkaar. Zit dat in de sfeer? De Lochal fungeert immers als dé huiskamer van onze stad Zit dat in het hoge stalen karkas en de kathedraalachtige ruimte die ieder mens binnen een kopje kleiner maakt? Of zijn het de verschillende Labs en de creatieve ondernemers die de Tilburgers thematisch verleiden en uitnodigen? Of moeten we de credits vooral bij het gemeentebestuur en architecten leggen? Die met een originele inrichting en kolossale gordijnen naar het verleden van Tilburg textielstad verwijzen.

Vaders en moeders, jong en oud en een fijne huiskamer brengen zonder meer al iedereen bij elkaar? Zijn dat dan alle ingrediënten die samen het succesverhaal van de LocHal verklaren? Nou nee, die sporen zijn voor mij nog iets te smal. Want waar staat die Locomotief? Dé trekker van de Nederlandse economie en bron van 150 jaar werkgelegenheid in onze stad Tilburg? Sporen, wielen en dwarsliggers die verwijzen naar het werkplaatsverleden in de spoorzone zijn er nog genoeg te vinden, net als wagons en gebouwen: Houtloods, Boemel, Plan-T, de Smederij.

Maar, waar staat dan die Locomotief?

Het is 1868. Politiek Den Haag en de directie van de Nederlandse Spoorwegen besluiten dat er ten zuiden van de grote rivieren een centrale werkplaats moet komen. En wel in Tilburg. Hier is volop ruimte om te bouwen en er zijn ruim voldoende arbeidskrachten beschikbaar.

De aanvankelijke rijtuigenwerkplaats ontwikkelt zich al snel tot de nationale hoofdwerkplaats voor locomotieven. Na de sluiting van de werkplaatsen in Haarlem, Utrecht en Zwolle concentreren mens en werk zich in Tilburg. De werkplaats kenmerkt zich door lage onderhoudskosten, korte hersteltijden, kwaliteit en gedegen vakmanschap.

Invasie van andersdenkenden

Een ander verschijnsel bij deze centralisatie is de komst van ‘andersdenkende’ arbeiders uit het noorden. Protestanten, socialisten en vakbondsleiders mengen zich in het overwegend Rooms Katholieke Tilburg. Toch lukt het deze diversiteit van mensen en uiteenlopend vakmanschap om zich telkens aan te passen en te verbeteren. Het vormt mede de basis voor het succes van de Tilburgse NS Hoofdwerkplaats.

Toonbeeld van veerkracht

De oorlogstijd is een zwarte bladzijde voor de werkplaats. De werkplaats blijkt van enorm strategisch belang door de transporten naar de vernietigingskampen in Duitsland en Polen. Als de geallieerden eind 1944 de stad naderen, brengt een Duits sprengcommando de werkplaats tot ontploffing.

Na de oorlog wordt de werkplaats met hulp van de Engelsen en dankzij grote inzet van de arbeiders herbouwd. Daarnaast worden de oude stoomlocomotieven massaal vervangen door elektrische- en dieselelektrische locomotieven. Opnieuw tonen de arbeiders veerkracht. Dankzij hun grote inzet en creativiteit blijven de grote locomotiefherstellingen van de NS in Tilburg. NS-werkplaats Tilburg was zo lange tijd verzekerd van werk en bleef een van de grotere werkgevers in Tilburg uitgevoerd worden.

Ook tijdens de Koude Oorlog blijft de NS-werkplaats van grote strategische waarde voor de NATO. Tanks en oorlogsmaterieel worden massaal per spoor getransporteerd om een antwoord te bieden op de dreiging van het Warschaupact. 

Waar blijven de locomotieven?

In de navolgende decennia krijgt het vervoer per spoor steeds meer concurrentie van de auto en het vliegtuig. Ondertussen kijkt de gemeente Tilburg steeds vaker met begerige blikken naar het werkplaatsterrein. Eigenlijk is het een ideale plek voor stadsuitbreiding. Werkgelegenheid kan ook op een andere plek gegarandeerd worden. De goederenvervoerafdeling van de NS-goederen, een speler met een groot locomotiefpark, wordt geprivatiseerd en overgenomen door het Duitse DB. Met als belangrijk gevolg dat er steeds minder locomotieven naar de werkplaats in Tilburg komen. Het idee is dat er een landelijk logistiek NS-centrum in Tilburg moet komen. Alle herstellingen van reizigerstreinen en stroomlijnmaterieel kunnen geconcentreerd worden in NS Werkplaats Haarlem.

BAM!

De druk om de NS-werkplaats en het spoorzonegebied te verkopen aan de gemeente Tilburg, groeit en leidt uiteindelijk tot verplaatsing van de NS-werkplaats naar een locatie in Berkel-Enschot. Dit betekent de nekslag voor de prachtige Locomotievenherstelwerkplaats in hartje Tilburg. De deuren van deze hotspot sluiten voorgoed. Nog steeds is dit een open zenuw voor vele spoormensen en hun familie die de werkplaatswereld kenden als hun broekzak. Zij hadden hard gevochten voor behoud van de locomotiefwerkplaats, maar de strijd verloren. En dat komt hard aan.

De koning is dood. Leve de koning!

Toch gloort er licht aan het einde van de tunnel. Opnieuw moeten de spoorwegmensen een beroep doen op hun flexibele instelling. Want hoewel hun oude werkplek voorgoed is verdwenen, is het alternatief misschien nog niet zo slecht.

Want gelukkig is daar aan het begin van de de 20e eeuw een economische recessie. Nieuwbouwplannen gaan in de ijskast en langzamerhand gaat men nadenken over behoud van delen van de voormalige NS-werkplaats. Vele oude NS-gebouwen in de spoorzone worden beschermd als gemeentelijk monument. Op de NS-funderingen verschijnen nieuwe werkplekken die mensen bij elkaar brengen.

De spoorzone was lange tijd een strategische locomotiefwerkplaats in Tilburg en wordt na een korte pauze wederom een nieuwe unieke plek in het hart van onze stad. Op de schouders van onze voorouders en op de funderingen van het NS-werkplaats bouwen we in Tilburg verder aan de spoorzone als werkplek en ontmoetingsplek maar ook een ontspanningsplek voor iedereen, jong en oud, arm en rijk, theoretisch en technisch opgeleid.

Het geheim van het succes van een werkplaats en ontmoetingsplaats zit dus wederom net als vroeger in inzet, diversiteit, creativiteit, verbinding en aanpassingsvermogen van mensen. Dat trekt als een Locomotief en houdt de boel nog steeds bij elkaar op de rails met die dwarsliggers.

Komt er een locomotief?

Maar helaas, een echte Locomotief als markant en passend herinneringssymbool in de spoorzone ontbreekt nog steeds. Een symbool van 150 jaar succesvolle samenwerking en vakmanschap. Het textielverleden van Tilburg heeft terecht een prachtig museum opgeleverd.  Het NS Locomotief verleden verdient een Locomotief in de spoorzone van Tilburg om die herinnering blijvend te kunnen delen met onze kinderen en kleinkinderen.

Want, zeg eens eerlijk, wat is een spoorzone en LocHal zonder Locomotief?

Dat Is als een bibliotheek zonder een enkel boek of een boek zonder letters.

Jan Wouters, een in Tilburg geboren en getogen Tilburger. Nu: een oud NS-er met pensioen. Eens een Monteur Elektrisch locomotieven NS Werkplaats Tilburg; Praktijkopleider NS Bedrijfsschool, Lid COR NV NS Concern, Vakbondsman, Manager Machinisten en Conducteurs, Loopbaanadviseur Jobhunter Mobiliteitscentrum en Hoofd Opleidingen NS NedTrain Nederland bv.

 

Aanleiding

Storytelling workshop in de LocHal 2019 2020 door Erfgoed Brabant  in samenwerking met TijdLab (Bibliotheek LocHal en Stadsmuseum Tilburg ) Het verhaal is geheel geschreven vanuit mijn persoonlijk perspectief en voor mij waarachtig. Mijn streven was er niet zozeer op gericht om een objectief en feitelijk verhaal te schrijven. Het gemis van een herkenbaar iconisch en historisch monument in de spoorzone van Tilburg is vooral mijn drijfveer en motivatie voor mijn dagelijkse handelen als vrijwilliger in Tilburg en voor het schrijven van dit verhaal.

Speciaal woord van dank voor alle hulp en feedback van docent en deelnemers Workshop storytelling.

Alle rechten voorbehouden

Media