De post in Tilburg rond 1950 versus 2020

Gefrankeerde envelop uit de vijftiger jaren

Tussen de spullen van mijn 91-jarige zus (ons Annie) trof ik ook nogal wat poststukken aan van ongeveer 70 jaar geleden. Ik herinner me die tijd ook nog goed. Ik was toen omstreeks twaalf jaar.

Bijgaand een afbeelding van een toereikend gefrankeerde envelop met een postzegel van TWEE cent (oud), gelijk aan minder dan ÉÉN eurocent nu (!). Bijna niet te geloven.

Daar waren indertijd drie voorwaarden aan verbonden: het gold alléén voor lokaal postverkeer, vandaar als plaatsnaam ‘Stad’ (1), de envelop mocht niet zijn dichtgeplakt (2) en de inhoud mocht slechts een voorgedrukte kaart bevatten met daarop hooguit vijf handgeschreven woorden (3).

In plaats van de aanduiding ‘Stad’ mocht ook de term ‘Alhier’ gebruikt worden. Nog iets bijzonders: Er is duidelijk een inktpen gebruikt bij het schrijven. Dat was heel normaal toentertijd in plaats van een balpen zoals tegenwoordig meestal wordt gebruikt.

Met nóg een bijzonderheid destijds: de postbode maakte TWEE rondes per dag. Eentje ’s-ochtends en eentje ’s-middags.

Ik heb nergens het ‘salaris’ van een postbode rond 1950 kunnen vinden. Dat moet niet veel meer dan een ‘hongerloontje’ zijn geweest, lijkt me.

Ik heb op internet wel het gemiddelde salaris van een postbode anno nu kunnen vinden: ‘het gemiddelde uurloon van een PostNL-postbezorger(m/v) in Nederland is ongeveer € 10,50, hetgeen 28% onder het landelijk gemiddelde ligt’. Bij meer dienstjaren kan dit iets meer bedragen.

Nog steeds geen vetpot dus.

Kost een postzegel voor een gewone brief tegenwoordig niet bijna één euro? Ongeveer honderd keer zoveel als (omgerekend) die op bijgaande envelop. Maar hij geldt dan wel voor heel Nederland.

 

Louis Sparidans