Culturele uitwisseling Willemstad en Tilburg

Toneelspel Joco II in theater Brion en patronaat 't Goirke

In de fotocollectie van de Fraters van Tilburg op Curaçao bevindt zich een tiental foto's waarop Nederlandse en Curaçaose kinderen verkleed zijn als koning, bakker, lakei én 'Chinees'. Nieuwsgierig naar deze vermenging van culturen zocht ik in Delpher naar een mogelijke verklaring. Het blijkt te gaan om een feest van het Sint Thomascollege in Willemstad Curaçao in 1939. In eerste instantie lijkt het een Tilburgse aangelegenheid in de Cariben.

407299.jpg

Onderstaande tekst is overgenomen uit Amigoe di Curaçao: weekblad voor de Curaçaose eilanden. 11 februari 1939.

Joco II in Theater Brion

Het is lang geleden dat we in Brion Theater een toneeluitvoering hebben bijgewoond. Brion was de laatste tijd: een zaal met een slordig hoopje stoelen in de hoek — waar nu en dan een vergadering werd gehouden; een reuze-toneel waarop gescheurde en gerafelde doek decors getuigden van een glorierijk verleden en waar, bij een flinke regenbui, het water bij plassen bleef staan (het dak van de toneeltoren was immers lek), kortom een ideale huisvesting voor romantisch aangelegde jongens uit de buurt, die het geheim van verborgen ingangen kenden en bewaarden. Er werd gewerkt — op het dak — op het toneel — in de zaal, de laatste weken met man en macht, en nu, dezer dagen lééft Brion weer en klinkt er de blijde kinderlach. Woensdag 8 Febr. j.l. gaf het St. Thomascollege voor een uitgelezen publiek een galavoorstelling van Joco II, zó keurig, dat iedereen die nog iets in zich heeft van liefde voor- en begrijpen van de jeugd enthousiast moest worden bij het genieten van zoveel schoons. Tegen acht uur was de zaal bezet met burgerlijke en geestelijke autoriteiten en verdere genodigden. Wij noemen: Z. H. Exc. Mgr. Verriet met Secretaris, de Z. E. Pastoors van de Stadsparochies, Fr. Radulphus, missie-overste der Eerw. Fraters, Voorzitter en leden van de Koloniale Staten, Ambtenaren van het Gouvernement, vooraanstaande personen uit het zakenleven op Curaçao, Hoofden van Openbare en Bijzondere Scholen, het personeel van het St. Thomascollege, de oud-leerlingen die in December j.l. geslaagd zijn voor het Mulodiploma (met hun respectieve ouders), de ouders van alle spelertjes (een 60-tal!). Om even vóór acht kwam Gouverneur Wouters de zaal binnen, vergezeld van Mevrouw en Mejuffrouw Wouters en Adjudant. Nadat het Wilhelmus was gespeeld, heette Fr. Canutus, Hoofd van het St. Thomascollege, de vergadering welkom om vervolgens te vertellen hoe deze uitvoering eigenlijk bedoeld was voor Dec. 1938 als sluiting van het schooljaar en een soort officiële viering van het feit dat door het St. Thomascollege voor het eerst werd deelgenomen aan het Gouvernements MULO-examen dat het vorig jaar is ingesteld voor alle Muloscholen van Curaçao. Frater Canutus ging nog wat dieper in op strekking en resultaten van dit examen. Door werkzaamheden aan het Brion-theater dreigde een ogenblik alle moeite tevergeefs te zijn geweest, maar door de goede zorgen van het Vicariaat is men er tenslotte toch nog in geslaagd deze uitvoering te kunnen geven vóór het begin van de Veertigdaagse Vasten. Dan wees de spreker erop dat men, om Joco II als kindertoneelspel goed te begrijpen, zich dient in te denken in het fantasie-leven van den jongen. Joco II is een kinderlijke interpretatie van het idee „koning-zijn". Vervolgens bracht Fr. Canutus dank aan allen die tot het tot stand komen van deze avond hebben meegewerkt: Fr. Serapion als algemeen leider van het spel, Frater Andreas en August als zijn assistenten, den Heer Palm voor de muzikale begeleiding, Mevrouw Nooyen en de Zusters van Pietermaai voor het maken van de kostuums. En na iedereen in de gelegenheid gesteld te hebben een stoffelijk blijk van waardering voor dit werk te geven, wenste Fr. Canutus allen een genoeglijke avond toe.

Dan gaat het gordijn op en terwijl de telefoon ongeduldig rinkelt en Jan, de deftige lakei, om het hoekje komt loeren, hebben we even de tijd een deftig, stijlvol decor — de koningszaal — te bewonderen, een mooie combinatie van lijn en kleur. Een beschaafd, veredelend spel laat ons drie uur lang genieten en we lezen mee de spannende gebeurtenissen van Jocoland. Hoe op een listige wijze de opstandelingen van vóór 10 jaar (onder Joco I) een aanslag wagen op Koning Joco II; hoe die aanslag verijdeld wordt door de slimme opperkok van het paleis. We genieten van de kostelijke zetten van Baron van Kruitwagen, geboren Kolendamp, die zelf weet en zegt dat hij dapper is, van Mr. Pythagoras, minister van onderwijs, met zijn ernstig gezicht, van Dokter Isidorus Uilebril, koninklijk geheimschrijver, de verrader aan het Hof, en Krakeling de Opperkok met zijn vrouw en dertien kindertjes die in tien jaar heel wat moediger is geworden en ten slotte de hachelijke situatie redt, en niet het minst van het goed volgehouden spel van Joco II, bewust van zijn waardigheid, die ondanks dat moeite heeft met het Chinees en nog juist genoeg jongen blijft om lekker mee te lachen als Heer Haas zijn kop moet afzetten. We krijgen te zien leuke kokjes, hofwachtsoldaten in keurig groen uniform, dansende Chinezen, in één woord een lust voor oog en oor. We hebben een gedeelte van een uitvoering voor kinderen meegemaakt en toen, nog meer dan op deze Gala-avond werden we ervan overtuigd hoe psychologisch — juist de schrijver (E. v.d. Velde, — frater Egbert) zich heeft ingeleefd in het rijk van de kinderlijke fantasie. Het was interessant te zien, hoe spontaan het jeugdig publiek reageerde op de leuke scènes en met welk een gespannen aandacht de gebeurtenissen op en achter het toneel werden meegeleefd. We mogen wel even opmerken, dat van de tien voornaamste rollen er zeven gespeeld worden door Curaçaose jongens. Als we een ogenblik de waarschuwing van Fr. Canutus vergeten, en we gaan spel en spelers beoordelen met grote mensen verstand, dan zien we fouten in opzet en uitvoering, maar als we dat doen, dan oordelen we verkeerd. Na het eerste bedrijf kwamen enkele jeugdige declamatoren, eenvoudige gedichtjes voorgedragen met een natuurlijke ongedwongenheid die sympathiek aandeed. Een paar fijn gezongen liedjes voltooiden de schoonheid van het geheel. Alles te samen een avond van genot en grote opvoedkundige waarde. Frater Serapion en zijn helpers hebben eer van hun werk. Brion wacht op vaste zitplaatsen en een volgende uitvoering!

De katholieke identiteit van de fraters van Tilburg komt tot uitdrukking in de uitspraak dat het toneelspel nog net voor de Veertig Dagen Vastentijd gespeeld kon worden. Dat er onderscheid was tussen de afkomst van de kinderen, blijkt uit de opmerking dat zeven van de tien voornaamste rollen gespeeld worden door Curaçaose jongens. Er is sprake van culturele uitwisseling tussen Curaçao en Tilburg. In 1952 wordt hetzelfde toneelstuk gespeeld in het patronaat aan de Goirkestraat in Tilburg, voor een frater die naar Curaçao vertrekt. Lees elders in het Geheugen van Tilburg 'Verkenners en welpen in het patronaat van 't Goirke'

Alle rechten voorbehouden

Media