Dianae’s doodskist

Al die jaren beheerste het haar leven. Een onbestemde sfeer die op het gezin drukte en die ze als kind maar niet onder woorden kon brengen. Pas vele jaren later ontdekte ze hoe ze door middel van schrijven en rituelen het trauma uit haar jeugd handen en voeten kon geven.  

Dianae Cotteleer altaar-HEY_2425.jpg

Op het podium staat een in het zwart gehulde vrouw van middelbare leeftijd. Voor haar gezicht draagt ze een zwart masker. Krachtig maar beheerst spreekt ze tot de toehoorders. Gedurende haar performance ontdoet ze zich stap voor stap van haar zwarte gewaad en masker en verschijnt langzaam een frisgroen jurkje. Maar wat het meest opvalt is het ‘decor’ waarin zij staat: een doodskist. 

Een dergelijke uitzonderlijke wijze om haar levensverhaal te vertellen is Dianae Cotteleer wel toevertrouwd. Dood en rouwen lopen er als een rode draad doorheen. Het bespreekbaar maken van de dood zou je haar missie kunnen noemen. Ze heeft dan ook een roerig leven achter de rug. In 1960 wordt ze als vierde telg binnen het gezin Cotteleer geboren in het moederhuis van Schoten, België. Het gezinnetje is compleet. Maar amper een maand na Dianaes eerste verjaardag slaat het noodlot toe als haar vierjarige broertje Rudy plotseling overlijdt. Vijftien jaar later komen haar oudste broer Paul (20) en zus Sonja (18) om bij een gruwelijk auto-ongeluk. Deze gebeurtenissen, inclusief de nasleep hebben grote gevolgen voor de zestienjarige Dianae, haar ouders, haar vriend en familie.  

Overleven 

Vanaf dat moment staat haar leven in het teken van overleven. De situatie thuis voelt dermate beladen dat ze zich niet vrij voelt. Terugblikkend op deze periode zegt ze: “Na het ongeluk waarbij mijn broer en zus omkwamen was mijn moeder bang om mij, haar jongste en nog enige overgebleven kind te verliezen, dat het mij beperkte in mijn natuurlijke zijn. In die periode hadden mijn ouders gewoon geen idee hoe ze mij konden troosten, dat kwam pas veel later.” 

Na de middelbare school verhuist Dianae naar Rotterdam, trouwt, krijgt twee kinderen en wordt het contact met haar ouders weer beter. “Ondanks de afstand (Nederland- België) werden we weer een gezin. Mijn vader is vrij jong overleden, maar met mijn vijfentachtigjarige moeke praat ik tegenwoordig veel over wat er toen gebeurd is. Gelukkig, want in de tijd dat dit alles zich afspeelde (1961 en 1976) was dit nagenoeg onmogelijk. Praten over de dood, dat deed je niet.” 

Zoeken naar antwoorden 

Gedurende haar verdere leven gaat Dianae op zoek naar antwoorden op het grote ‘Waarom?’ Daarvoor onderneemt ze onder andere een twee maanden durende voettocht van Sevilla naar Santiago de Compostella. Eenmaal terug op Nederlandse bodem komt ze in Brabant terecht en belandt ze enkele jaren later op een piepklein zolderkamertje in hartje Tilburg. Op haar vijftigste woont ze voor het eerst in haar leven alleen.  

“Eigenlijk kon ik toen pas echt gaan leven,” zegt ze hierover. “Cruciaal daarin waren de dialogen bij Crematorium Tilburg die ik regelmatig bezocht. Daar was het Ritueelbegeleider Rob van Tilburg die mij uitnodigde om een kaarsje aan te steken voor mezelf. Daar had ik nog nooit aan gedacht, zoiets doe je toch alleen voor iemand anders?” De herinnering aan dit moment doet haar duidelijk wat. “Mijn hart gaat er weer sneller van kloppen,” zegt ze enigszins opgewonden. “Rob liet mij inzien dat je ook ruimte mag maken voor jezelf, zelfs als je vindt dat je er voor anderen moet zijn.” 

Schrijven als therapie 

Als Dianae in 2021 tijdens een therapeutische sessie de opdracht krijgt haar traumatische ervaringen te beschrijven, ontaardt dit in een compleet handgeschreven boekwerk. Vele boekjes en gedichten volgen, Dianae kan haar gevoel eindelijk de vrije loop laten. Door haar hele huis vind je - naast de vele dagboeken - talloze spulletjes die herinneren aan de belangrijke gebeurtenissen in haar leven. De dood hoort daar overduidelijk bij, getuige een groot voormalig huisartsenbureau waarop de foto’s van haar overleden familieleden een herdenkingsplekje kregen. Ook poes Floortje, hondje Milar en Zep, de hond van haar zoon, maken er deel van uit. Dianae: “Met deze kleine monumentjes wil ik mijn overleden dierbaren zichtbaar maken. Hun naam noemen en een kaarsje branden helpt hierbij  

Dianae is nu tweeënzestig. Ze vond eindelijk de woorden om haar levensverhaal te vertellen en op te schrijven. En de uitvaartkist? Die staat keurig naast haar bed. “Daar ga ik nog een keer iets leuks mee doen,” klinkt het strijdvaardig. 

 

 

Het TijdLab (De Bibliotheek LocHal en Stadsmuseum Tilburg) doet onderzoek naar immaterieel erfgoed van inwoners van Tilburg, Berkel-Enschot, Udenhout en Biezenmortel. Bovenstaande tekst en foto's zijn onderdelen van het programma ‘Deze en gene zijde’, over dood en rouwcultuur. Stadsmuseum Tilburg registreert het erfgoed door de verhalen te bewaren in deze website. Regionaal Archief Tilburg bewaart de foto's in de Beeldbank. 

De foto's zijn van Maria van der Heyden; de interviews zijn geschreven door Theo van Etten.

Alle rechten voorbehouden

Media