Ons café in de Koningswei

Het Elfde Gebod

Om maar met de deur in huis te vallen… Ik ben Jan de Beer en woon al drie jaar in Het Laar. Als medebewoners tijdens de koffierondes in het restaurant me vragen of het me hier bevalt, dan luidt het antwoord steeds: “Ik weet geen beter adres…”
Vervolgens wordt dan dikwijls geïnformeerd waar ik heb gewoond. Als men dan hoort in een café in de vroegere Koningswei dan wordt men nieuwsgierig en wil men meer weten. U ook?

elfde gebod pagina 6 - 7.jpg

Het huidige eetcafé ’t Elfde Gebod aan de Paleisring was ons café. Het heette destijds ‘Willem II’ en was gelegen aan de vroegere Koningstraat. Tot mijn 25e jaar in 1957 heb ik daar gewoond. De Koningstraat was een zeer levendige straat met diverse winkels, bedrijven en beroepen. Er was een druk bezochte vrijdagse markt en vismarkt. De Koningswei was een sterk verouderde wijk met een negatieve uitstraling en onderwerp van kritiek. Maar de bevolking was zeer samenhangend en men had wat voor elkaar over.

De bezoekers van ons café kwamen voornamelijk uit de aanliggende wijk en waren nogal divers van pluimage. Ze dronken wat, maakten een praatje, biljartten of legden een kaartje. Mijn vader was zeer sociaal voelend en kon met iedereen goed overweg. Had iemand bij binnenkomst te diep in het glaasje gekeken dan nam hij de betreffende persoon bij de arm en bracht hem naar huis.

In de buurt woonden ook smokkelaars. Ze vertelden in het café sterke verhalen hoe ze de douanes te grazen hadden genomen. Dit totdat ze een keer in de kraag werden gegrepen en voor heropvoeding in Veenhuizen terecht kwamen.
Als men iets te vieren had dan kwam het regelmatig voor dat men al om negen uur ’s morgens aan de deur stond te rammelen.

Mijn vader was een fervent roker. Als het weer het toeliet stond hij genoegzaam in de deur een sigaar te roken. Geregeld vroegen Duitse militairen dan aan hem de weg naar een adres van lichte zeden in de achterliggende straten. Mijn vader wees ze de goede richting en zei dan op zijn beste Duits: “Immer gerade aus und bei die Ecke links afschlassen”.
Medio 1944 kregen we een Duits officier binnen. Hij vroeg aan mijn vader wat flessen drank en zou dan voor iets eetbaars zorgen. Tot onze verbazing stond hij even later met motor en zijspan met daarin een dood varken voor de deur. Door onze slager is het verwerkt in hapklare stukken zult, worst en balkenbrij. Onze buren hebben we ook bedacht.

Na oktober 1944 kregen we de bevrijders over de vloer. Rond de jaarwisseling moesten ze de wapens bij zich dragen. Bij hun bezoek werden die achter de bar gezet. Op zekere avond waren ze erg vervelend en gingen met elkaar op de vuist. Met de gedachte het tumult te sussen deed mijn vader het licht uit. Dit werkte echter averechts. Een mafkees had nog een schiettuig en schoot een kogel af dwars door het plafond. Deze kwam rakelings terecht naast het ledikant van mijn slapende driejarige broer. We hadden wat te stellen met onze bevrijders…

Het Koningsplein en omgeving wordt binnenkort rigoureus gerenoveerd. Tot verbazing krijgt die wijk dan de naam K o n i n g s w e i !

Geschreven door Jan de Beer

 

Alle rechten voorbehouden