Lobke Bool is al ruim zeven de jaar de trotse ‘bezitter’ van een lapje grond bij ‘De Rooie Biet’. Een kleinschalige volkstuin, midden in het centrum van Tilburg. Grenzend aan de prachtige tuin van het voormalig klooster van de missionarissen van het Heilig Hart van Jezus, in Tilburg meestal ‘De Rooi Harten’ genoemd. Volgens Lobke is De Rooie Biet vooral een buurttuin. Want dat is waar de meeste tuiniers vandaan komen: uit de omliggende wijken Korvel en St. Anna.
Op deze idyllische plek is ze vaak in de weer met haar mix van bloemen, planten en groenten. “Nee, ik ben niet bezig met het een grote opbrengst. Daarvoor moet je echt heel gestructureerd en consequent werken. Voor mij moet het er gewoon mooi uitzien. Neem zo’n rode biet: die bladeren zijn toch prachtig. Daar kan ik me echt over verwonderen. In moestuintermen rommel ik misschien maar wat aan, maar ik haal heel veel plezier uit bloemen plukken en die thuis in een vaas op tafel zetten. Of een bos weggeven aan iemand die jarig is.”
‘Dat hebben die kikkers gewoon zelf geregeld’
Op deze circa zeventig vierkante meter kom je van alles tegen. Boerenwormkruid, distels, ijzerhard, venkelkruid, cosmea en lisse. Daartussen staan witte kool en spruit. De appelboom is leeg: het resultaat van een mooie oogst. Uniek op het complex is haar vijver, waarin ze enkele jaren geleden kikkerdril uitzette. “Zo kun je de ontwikkeling van kikkervisje tot kikker mooi volgen.” Sinds dit jaar ligt er zelfs nieuwe dril. “Dat hebben die kikkers gewoon zelf geregeld. Mooier kun je het niet hebben.”
Volgens eigen zeggen werkt ze vooral op gevoel. Van een uitgedroogde distel neemt ze een willekeurige zaadbol, peutert die open en strooit de inhoud met een simpel handgebaar uit over de grond. “Kijk, zo vermeerder ik mijn planten.” Aan gewasbescherming doet ze niet en dat de spitskoolplanten volledig wordt opgevreten, neemt ze voor lief. “Slakken moeten immers ook eten,” is haar nuchtere conclusie. “Ik vind het vooral leuk om alles te zien groeien en de natuur zijn gang te laten gaan. Oké, die slakkenplaag van vorig jaar was wel heftig. En aan tuinbonen begin ik niet meer vanwege de zwarte luis.” Ondertussen wijst ze op een verlepte courgetteplant: “Het is wat het is.”
‘Aardappels rooien voelt als paaseieren zoeken.’
Los van deze ongemakken geniet Lobke optimaal van haar tuin. “Weet je wat het allerleukste is? Aardappels rooien. Ken je dat gevoel? Ik eet ze nauwelijks maar het is heerlijk om ze uit de grond te halen. Met je handen woelen in de aarde. Het moment dat je de aardappel voelt. Je kijkt en besluit of je hem oogst. Dat is een hemels gevoel dat me doet denken aan paaseieren zoeken. Weet je wat ik doe als ik een aardappel nog te klein vind? Dan laat ik hem zitten, heb ik twee keer lol.”
Op het terrein van De Rooie Biet staat het Jan Schellekens-paviljoen, genoemd naar de initiator van de buurttuin. Lobke legt uit dat de gemeente het complex in 1985 van de paters kocht om er een bestemming voor de buurt aan te geven. Inmiddels omvat het complex 33 percelen. Daarnaast is er een speciale tuin waar kinderen onder begeleiding van ervaren tuinders kunnen leren om planten te kweken.
Lobke is blij dat ze hier deel van mag uitmaken: “Ooit zag ik dit gebiedje en dacht ik ‘Wauw, als ik daar toch eens bij kon horen! En nu zit ik hier op mijn eigen stukje grond. Dat voelt als pure rijkdom.”