Will van Sprang is hier moestuinier van het allereerst uur, ruim 43 jaar geleden. “We huurden het privé van de voormalige eigenaar en op 1 januari 1983 hebben we een vereniging opgericht.” Het terrein aan de Oisterwijksebaan is dan een in verval geraakte coniferenkwekerij. “We moesten wel enige ontginningswerkzaamheden verrichten,” grijnst hij.
Will had destijds geen enkele ervaring met moestuinieren. Tegenwoordig verbouwt hij naast Hollandse groenten ook ‘vreemde’ soorten als pastinaak en peterseliewortel. “Met een groepje gaan we komend jaar experimenteren met Bimi, een kruising tussen broccoli en Chinese broccoli. Dat is helemaal nieuw voor ons.”
‘De intellectuele uitstraling uit de begintijd is veranderd in diversiteit.’
In de loop der jaren zag hij de samenstelling van het ledenbestand veranderen. “In die begintijd was het best wel een intellectueel clubje hier. Dat is nu compleet divers geworden. Je hebt mensen die alleen maar boerenkool telen, terwijl anderen zich honderd procent richten op planten en bloemen. Met 85 jaar ben ik de oudste, tegelijk zien we ook kinderen van een jaar of vier met hun ouders meekomen. De mensen wonen deels hier in de Armhoefse Akkers, maar er komt ook iemand uit de Reeshof. Wat we vooral belangrijk vinden is dat mensen zich betrokken tonen.”
Regels
Volkstuin Moerenburg is een groene oase. Mede dankzij een aantal regels en een tuincommissie die streng toeziet op naleving ervan. Will: “Er is best veel mogelijk, zolang je maar geen overlast veroorzaakt.” Hij legt uit dat chemische bestrijdingsmiddelen uit den boze zijn en dat je geen harde materialen als beton mag gebruiken. Ook zie je hier geen huisjes en dat is uniek in Tilburg, denkt Will. “Het enige gebouw is de gemeenschappelijke kast met veranda, waar we kunnen vergaderen.”
Sinds een jaar of tien gelden er ook regels ten aanzien van de wijze van tuinieren. “Met biologisch tuinieren loop je het risico dat er ziektes in je gewassen komen. Daarom zie je overal die open constructies, bedoeld om tomaten te beschermen tegen de gevreesde phytophthora. Dat is verplicht. Ook moet je wisselteelt toepassen en we willen geen paden van harde materialen.”
Met de biodiversiteit zit het ook wel goed op Moerenburg, zo bleek uit een recent onderzoek door studenten van de Hogere Agrarische School in Den Bosch. “We dachten dat onze honingbijen een bedreiging vormden voor andere bestuivers. Maar dat was helemaal niet het geval.”
‘Op alle wachtlijsten hebben we een stop moeten zetten.’
Volkstuin Moerenburg bestaat momenteel uit 54 tuinen, variërend van circa 50 tot 100 vierkante meter. Nieuwe leden starten op een klein perceel. “Als dat goed gaat, mogen ze naar een grotere tuin.” Het bestuur organiseert praatavonden om tuinders van alles te leren over bijvoorbeeld bestuivers en composteren. Deze aanpak blijkt te werken, want zowel de interne als de externe wachtlijst is vol. Reden om er een stop op te zetten. Bovendien is er weinig verloop, veel leden tuinieren hier al vijfentwintig jaar of langer, zo blijkt uit de ledenlijst.
Continuïteit
Will heeft het er maar druk mee. Hij was tien jaar lang penningmeester van Volkstuin Moerenburg en van meet af aan betrokken bij de Knotgroep Moerenburg, die al meer dan vijftig jaar bestaat. Ook is hij nog steeds bestuurslid van de Vereniging Behoud Moerenburg. Vanuit die rol zette hij zich onder andere schrap tegen de komst van ‘Waterproef Moerenburg’ op de naastgelegen voormalige waterzuivering. Will: “Er zou een horecagelegenheid met speeltuin komen met 150 terrasstoelen. Dat zagen wij natuurlijk niet zitten. Gelukkig zijn die plannen van de baan.”
Op Volkstuin Moerenburg begeleidde Will meerdere stagiaires die op de wachtlijst stonden en het moestuinvak wilden leren. “Een van hen heeft nu mijn tuin overgenomen. Daarmee is de continuïteit geborgd.”