- Datering van het verhaal: 18e eeuw
De legende over het Verzonken Kasteel in de Mortel in Udenhout.
Het was 24 december. Een dikke sneeuwlaag bedekte het landschap en maakte de wegen vrijwel onbegaanbaar. Zover als het oog reikte was alles wit. Een bittere kou heerste. Mens en dier zochten beschutting tegen de felle noordoosten wind, die scherp als een mes door kleren en kieren van huis en stal sneed. In deze kou was een pelgrim onderweg. Vermoeid sukkelde hij voort, stil hopend nog voor de nacht onderdak te krijgen en een stuk brood om de ergste honger te stillen. Eindelijk zag hij licht en ging vol goede moed op het kasteel af. De zware klopper viel op de deur. Na korte tijd ging het kijkvenster open en een norse stem vroeg wat de late bezoeker wenste. "Om Godswil brood en onderdak", antwoordde de pelgrim. Kort daarop ging de deur open en de pelgrim mocht binnen. Hij kwam in een grote zaal, waar een troep mannen en vrouwen bijeen waren in een wild feest. Zodra het gezelschap in de gaten kreeg wie er binnen gelaten was, barstten ze in lachen uit. Zij ontnamen de gast zijn staf. De pelgrim was onthutst. Hij ontwaarde de attributen van de Bokkerijders en wist in welk gezelschap hij terecht was gekomen. Zij dwongen de pelgrim mee te doen met de braspartij, maar hij weigerde. In plaats daarvan wees hij de rovers op hun zondige leven. Hij wendde zich tot de hoofdman, Jozef Kirchoff, noemde hem een dief en moordenaar, die Gods wetten schond en de heilige kerstnacht ontheiligde. Razend van woede gaf Kirchoff bevel de pelgrim buiten te gooien. De pelgrim keerde zich naar het kasteel en vervloekte het met de bewoners, die door de braspartij de kerstnacht onteerden. Het was alsof de aarde beefde. Het kasteel stortte in. De aarde opende zich en langzaam verzonk het kasteel in de diepte. De pelgrim legde zich te ruste tussen het struikgewas in de sneeuw. De volgende ochtend vonden vroege kerkgangers de bevroren pelgrim. En nog steeds, als je op kerstnacht je oor te luisteren legt op de grond van het Verzonken Kasteel in de Mortel, dan hoor je nog de klokken luiden.
Wat er waar is van de legende van de Bokkenrijders is, tot op de dag van vandaag, niet duidelijk te achterhalen. Dat er in Udenhout echter daadwerkelijk een wijk genaamd "De Mortel" heeft bestaan is terug te vinden op oude kaarten (zie hiervoor afbeelding 3).
Ook is er in Udenhout een straat die "Verzonken Kasteel" heet, evenals een straat genaamd "De Mortel". Deze straten van een relatief nieuwe wijk zouden gebouwd zijn op de plek waar vroeger het verzonken kasteel moet hebben gestaan. De wijk zou de vorm moeten hebben van een kasteel (dit heb ik nog niet nader onderzocht) en de straatnamen moeten ons herinneren aan de legende van het kasteel van de Bokkenrijders. Het verhaal van het verzonken kasteel is dan ook een bekend verhaal in de gemeente Udenhout. Er wordt in diverse publicaties melding van gemaakt 2 en 3.
Er zijn meer legendes die zich in Udenhout zouden hebben afgespeeld 2:
Schatten in de Udenhoutse duinen: het verbergen van de schatten van kasteel De Strijdhoef, Het ophangen van de monniken (in het voormalige klapbos) , de behekste kikker die in bomen springt en kaarsjes op de Steltweg.
1 Diverse auteurs, over d'n "Unent" - gemeente Udenhout 200 jaar zelfstandig
2 Oirschot, Anton, spokerijen in de Meierij en de Langstraat
3 Iersel van, C.A., Een legende over het verzonken kasteeltje van Udenhout, in: De Kleine Meijerij, jaargang XXVIII (1977), nr. 5, pag. 85-87
Afbeeldingen:
Afb. 1 Bokkenrijders: mythe, legende, sage of (gedeeltelijk) berustend op waarheid? Afb. 2 Udenhout binnen de gemeente Tilburg Afb.3 Kaart van Udenhout uit 1866, waarop de wijk de Mortel genoemd wordt. Afb. 4 Nieuwbouwwijk in Udenhout op de plaats waar het "verzonken kasteel" gestaan zou hebben. Afb. 5 en 6 Hedendaagse straatnamen herinneren nog aan de legende van de Bokkenrijders.