Niko Langenhuijsen aartsvader van Tilburgs moderne jazz

  • Geboortedatum: 00-00-1951
  • Sterfdatum:

Dit artikel is een (bewerking van een) hoofdstuk uit het gloednieuwe boek ‘Jazz in Tilburg, honderd jaar avontuurlijke muziek'.

Als Max Goijarts de man is die de jazzmuziek in Tilburg heeft geïntroduceerd, dan mag Niko Langenhuijsen worden gekenschetst als de aartsvader van het moderne-jazzmilieu, dat sinds 1973 welig tiert. Het is zonder twijfel de verdienste van Niko Langenhuijsen dat mensen als Paul van Kemenade, Eric van der Westen en Hans Sparla invloedrijke personen zijn geworden in de nationale en internationale jazzwereld.
Niko Langenhuijsen werd in 1951 in Den Bosch geboren. Hij groeide op in Boxtel en kwam in 1969 in Tilburg terecht voor een studie aan de Katholieke Leergangen en later het Brabants Conservatorium. Zijn hang naar vrijheid - een prachtig streven als je de hoek van de improvisatiemuziek opzoekt - werd in de vrije jaren zestig - en ook nu nog altijd - uitgedrukt in zelfontplooiing, democratisering van de maatschappij en geen voortdurende jacht op geld, maar liever aandacht voor cultuur en milieu.
In Tilburg ontmoette contrabassist Niko Langenhuijsen al snel pianist Willem Kühne. Ze waren gelijke zielen. Dat werd uitgedrukt in hun muziek: hang naar experiment en vernieuwing. In 1970 kwam daar de Groep Ohm uit voort, waar een andere conservatoriumstudent, Pieter Henrard zich als slagwerker bij aansloot (afb. v.l.n.r. Willem Kühne, Niko Langenhuijsen, Pieter Henrard). Ook René van Asten, nu acteur, voegde zich met zijn conga's bij Groep Ohm.
Het kwartet deed in augustus 1973 mee aan het concours van Jazzfestival Laren. Uit 21 groepen koos de jury de Tilburgers als besten. Terug in Tilburg wilde Groep Ohm méér: de nog prille opgedane kennis van conservatorium én concours doorgeven aan anderen. Daarom begon Niko Langenhuijsen met het geven van workshops. De jongeren die zo'n workshop goed doorliepen, kwamen in Langenhuijsens eigen groepen terecht. Zo kon het gebeuren dat Groep Ohm in 1975 werd uitgebreid tot Ohm Sextet, mét de workshopvolgers Ab Baars (tenorsax), Rob van Stratum (altsax) en Peter Cornelis (sopraansax).

Syntohn
In 1974 bracht Groep Ohm Skokian uit, de eerste langspeelplaat op het eigen label Syntohn, een jaar later gevolgd door Ohm Sextet. In datzelfde jaar kreeg Groep Ohm de prestigieuze Wessel Ilckenprijs. Intussen breidden de workshops van Niko Langenhuijsen zich gestaag uit. En leverden zij meer musici af die de eerste stappen op het gebied van moderne jazz met succes zetten. Waardoor het kon gebeuren dat de basis (Langenhuijsen, Kühne, Van Grinsven) van het sextet Groep Ohm in 1978 werd uitgebreid met de blazers Paul van Kemenade (altsax), Henk Koekkoek (tenorsax), Toon de Gouw (trompet) en Hans Sparla (trombone). Allen musici voortgekomen uit de workshop van Niko Langenhuijsen.
Met deze musici en daarbij ook nog gitarist Peter Mingaars lanceerde Niko Langenhuijsen in 1978 het Gemeentereinigingsorkest Vaalbleek. In 1980 verscheen de eerste lp Vaalbleek op het BV Haast-label. Drie jaar later gaf het Tilburgse label Eksakt de opvolger Doka Bonga uit.
Radiopresentator Aad Bos nodigde Langenhuijsen in 1980 uit voor het VARA-jazzconcert. Niko Langenhuijsen, slim als hij is liet zijn bandleden optreden met andere groepen waarin zij speelden. In dit VARA-jazzconcert waren verder de anarchistische folkband De Veulpoepers en trombonist Nils Landgren te horen. Het concert werd opgenomen in de Studiozaal van de Stadsschouwburg.
Voor Hypo, het album dat een compositieopdracht van de VARA opleverde en dat de omroepvereniging op het eigen platenlabel uitbracht, ontving Langenhuijsen in 1985 een Edison. Bij het Gemeentereinigingsorkest Vaalbleek had de bandleider de aanduiding Gemeentereinigingsorkest inmiddels laten vallen. Voor het NOS/Meervaart Festival 1984 werd Vaalbleek uitgebreid met drie zangeressen: Steini van der Eng, Miriam Snoek en Karin Stelck. De Tilburger sloeg er een nieuwe weg mee in. Voor zijn nieuwe, vocale composities maakte Langenhuijsen gebruik van teksten van Engelstalige dichters als Sylvia Plath, Richard Murphy en e.e. cummings. De zangeressen bleven opgenomen in de bezetting, waardoor de groep voortaan de naam Vaalbleek Vokaal voerde.

Huisvesting
In de roerige tijden die de groei en alsmaar toenemende bloei van het stedelijke moderne-jazzmilieu doormaakte, werd de kwestie van huisvesting voor deze musici steeds nijpender. Niko Langenhuijsen, die zich niet alleen bekommerde om de muzikale strapatsen van ‘zijn' musici, was als een echte manager achter de schermen aan het zoeken haar nieuwe mogelijkheden voor huisvesting. In 1979 had hij de Stichting Bevordering Muziekimprovisatie (SBM) opgericht. De SBM ging in 1984 op zoek naar een nieuwe podiumplek in de stad. Op de hoek van de Telegraafstraat stond het ruime café Biljartcorner te koop. Niko Langenhuijsen voerde grotendeels de onderhandelingen die ertoe leidden dat de SBM de Biljartcorner voor 500.000 gulden aankocht. Vlak daarna begon de verbouwing en isolatie van het pand. Paradox was de naam van de nieuwe speelplek en tot op heden is het pand nog altijd het huis van de nieuwe jazz.
In 1989 kwam de cd Lonely Hearts uit, waarbij Vaalbleek Vokaal bestond uit dertien mensen. Naast Engelse teksten lag de nadruk op Spaanse. Wie ooit het openingsnummer La leyenda del tiempo (De legende van de tijd) op muziek van Ricardo Pachón en teksten van Federico Garcia Lorca hoorde, wordt overrompeld door de enorme klankrijkdom en het onverbiddelijke arrangement van leider/contrabassist Niko Langenhuijsen.
Inmiddels was het einde jaren tachtig en verruilde Langenhuijsen voor enige tijd de contrabas voor de piano. Hij bezette de pianokruk in Brevis en Chazz! En intussen verdiepte hij zich alsmaar verder in Spaanse muziek. Het kon daarom niet uitblijven dat hij in 1992 besloot een cd op te nemen met uitsluitend teksten van Garcia Lorca. Om er internationaal meer succes mee te boeken werd Vaalbleek Vokaal veranderd in Caoutchouc, Frans voor rubber en metafoor voor de lenigheid van de groep. In 1993 verscheen bij Timeless de cd Caoutchouc Plays Garcia Lorca.
Inmiddels kreeg Langenhuijsen steeds meer aanvragen om te componeren. De NCRV vroeg hem in 2000 een stuk te schrijven voor twee amateur bigbands, het AJO jeugdorkest en het Metropole Orkest. 176 musici voerden Aron's site uit in Utrecht. Een jaar later verzochten programmeur Eric Vloeimans van het Rotterdams Jazzfestival en de NPS Langenhuijsen een slotstuk te schrijven voor het Metropole Orkest onder leiding van Michael Gibbs, met als solisten onder andere Eric Vloeimans, Nguyen Lê, Ernst Reijseger en Ray Anderson.

November Music
Festival November Music verleende Niko Langenhuijsen in 2009 een carte blanche. Die werd ingevuld met het project Stranger Than a Paradox. Een bijzondere bezetting met Frans van Grinsven, flamencozanger Carlos Denia, flamencogitarist Timo van der Sman, zangeres Charlotte Schoeters, saxofoniste Kim Hoogvliet, euphoniumspeelster Judith van Boven en de Iraakse violist Govar Hamilton maakte dat Niko Langenhuijsen uitkwam op een mengeling van jazz, flamenco en Arabische muziek. De kritieken waren lovend.
Niko Langenhuijsen woont al een aantal jaren in Nijmegen, maar nog regelmatig duikt hij op bij Tilburgse muzikale initiatieven. Bovendien is hij docent aan Fontys Conservatorium in de stad. Het moderne-jazzmilieu heeft veel te danken aan duizendpoot Langenhuijsen. In deze scene is het niet gebruikelijk om mensen uitbundig te eren. Maar typerend is hoe met ontzag wordt gesproken en geluisterd als het over Niko Langenhuijsen gaat. Door ouderen die hem van vroeger kennen, maar zeker ook door jongeren, die zijn naam van horen zeggen hebben. Of les krijgen van een man die altijd zijn eigen gang is gegaan en zich daarbij heeft ontwikkeld tot een vooraanstaande Nederlandse improviserende musicus.