Tilburgse kranten in de 19e eeuw

  • Datering van de gebeurtenis: 19e eeuw


De eerste drukker en boekhandelaar in Tilburg, dat moet de Duitser Johan Carel Vieweg geweest zijn, een zoon van de oprichter van de 's Hertogenbossche Dinsdagsche en Vrijdagsche Courant. Hij was blijkbaar een aanhanger van de nieuwe patriotse ideëen van toen, en woonde en werkte in Tilburg in de turbulente tijd van mei 1794 tot april 1800. Hij drukte onder andere Bataafs en Frans gezinde boekjes, maar zover viel na te gaan geen courant. Dat Vieweg een "Tilburgsche Courant" oprichtte of poogde op te richten, daar is sprake van geweest, maar er is geen bevestiging van gevonden.

De tweede gedenkwaardige periode voor de Brabantse drukpers was rond 1830 toen de Belgische opstand ook hier democratische, liberale en confessionele denkbeelden bracht, die de regering van Willem I met zorg vervulden. De toen opgerichte eerste katholieke krant van Nederland, de "Noord-Brabanter", die in Den Bosch verscheen, werd in Den Haag "een gevaarlijk schendblad" genoemd en onder censuur gesteld.

Maar tegen de tijd dat onze Tilburgse, en Nederlandse, koning Willem II in 1848 in één nacht van conservatief, liberaal werd, waren de problemen goeddeels opgelost, en kon er geschreven worden.

In 1840 verscheen er voor het eerst een Tilburgse krant: het "Algemeen Nieuws- en Advertentieblad der Provincie Noord-Braband". Korter kon echt niet. Er zijn maar een tweetal exemplaren overgebleven van het weinig pretentieuze blad, dat na twee jaren werd omgedoopt tot "De Echo, dagblad tot Nut van Kerk en Staat en ter bevordering van 's Lands Nijverheid."
"Het Geheugen van Tilburg" zou wel iets korter en concreter geweest zijn.
Na een jaar of drie hielden A. van der Voort en Zonen, die overigens een drukkerij en boekhandel hadden, het voor gezien. Tilburg zou het een jaar of twintig weer zonder krant moeten stellen.

Maar in april 1862 verscheen er weer een nieuwe krant: De Tilburger Bode, Nieuws- en advertentieblad. De uitgever was Louis Jean Goewie, boekhandelaar en drukker in de Heuvelstraat. Het blad verscheen waarschijnlijk tot in 1878, toen Jean Goewie overleed.

In het proefnummer presenteerde het blad zich als een orgaan dat Godsdienst en Vaderland vurig wilde verdedigen, en zo werd Garibaldi bijvoorbeeld een "bloeddorstige zeeschuimer" genoemd, in dienst van een "rooverkoning", om maar eens wat te noemen. Maar in Tilburgse zaken viel het met de braafheid achteraf gelukkig heel erg mee. Een hebbelijkheid die ook latere schrijvers en courantiers alhier wel eigen is (geweest). Anders heb je het bij de clerus meteen al op de eerste dag verprutst, en dat is sund.

Maar in 1866 kreeg Goewie 15 dagen gevangenisstraf en fl. 25,- boete wegens belediging van de gemeente-architect. Die had zijn werk niet goed gedaan, maar zoiets zet je toch niet in de krant !

Erger nog: ook het geestelijk gezag, in de persoon van bisschop Zwijsen kreeg het aan de stok met de Tilburger Bode, wegens de "moeyelijke omstandigheden" met deze krant (woorden van Mgr. Zwijsen). Deze ging met name te keer tegen een "hatelijke en eenigzints onzedige schrijver in het blad". De viezerd !

Vervolgens: oorlog met de deftige Philharmonie. De papieren oorlog rond de opzegging van het blad door het bestuur van de Phil is een artikel apart waard. Even geduld !

Jammer dat er zo weinig nummers bewaard zijn gebleven. De Tilburger Bode moet een positief opvoedende waarde hebben gehad in het keihard-brave Tilburg.

Maar de reactie lag op de loer......Reeds in november 1865 stuurde waakhond pater Superior de Beer (dus die van de Fraters) een exemplaar van de Tilburger Bode naar de bisschop "om zijne geestrijke hatelijkheden"......

Toen, in 1865, werd door "enige voorname ingezetenen"van Tilburg een nieuwe katholieke krant opgericht: het Weekblad van Tilburg. Roddelen mogen we niet, maar de "voorname ingezetenen"droegen voor een groot deel het priesterkleed, en ze hadden een heel speciale intentie.......Hun prospectus stelde vast dat al datgene zou worden vermeden, wat voor de godsdienst of de moraal een steen des aanstoots zou kunnen zijn. En als dat toen in Tilburg zo geformuleerd werd, nou, dan was het oppassen geblazen !

Drukker en uitgever werd vanaf 1866 het brave Bartje Luijten. Hij werd geboren te Tilburg in 1838 als zoon van Wilhelmus Luijten en Cornelia Van Dijk. Zijn ouders stierven in 1847 kort na elkaar, en Bartje werd, acht jaar oud, als weeskind opgenomen door de fraters op de Locht. Zijn zusje en broertje kwamen voorlopig bij de zusters van de Oude Dijk.

Bartje kwam na zijn schooltijd op de door de fraters opgerichte drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis. Toen hij 18 jaar oud was, in 1857, verliet hij het weeshuis en ging blijkbaar ergens in de kost. Acht jaren later, in 1865 vestigde hij zich als zelfstandig drukker, hiertoe financieel in de gelegenheid gesteld door "enige notabelen".

De drukkerij, begonnen in een klein pand aan de Zomerstraat, verhuisde in april 1871 naar de Comediestraat (dus de Willem IIstraat). Bartje verbond er ook een boekhandel aan.

Ergens hebben wij de indruk dat het brave dankbare Bartje Luijten door de geestelijkheid werd gestimuleerd en gesteund om een katholiek blad te doen drukken, als tegenhanger van de Tilburger Bode. De uitgever werd eerst Bergmans en later Bartje Luijten zelf.

In juli 1869, na afschaffing van het dagbladzegel, werd het Weekblad van Tilburg omgezet in de tweemaal per week verschijnende Tilburgsche Courant. Er veranderde overigens weinig en het blad bleef streng katholiek. Joannes Vrancken was redacteur, Bartje was de uitgever. Vanaf 18 december 1911 verscheen het blad dagelijks, als Tilburgsche Courant, Dagblad van het Zuiden, onder redactie van A.J. Prins.

En het blad bleef heldhaftig strijden tegen slechte en neutrale lectuur van buiten de provincie. Bah !

Maar de krant van Luijten kreeg concurrentie in 1879: de oud-zouaaf Antoine Arts, hoofdredacteur van "De Kruisvaan", het blad van de Zouavenbond, begon toen met de Nieuwe Tilburgsche Courant. Een weekblaadje met een oplage van 1000 stuks. Arts had zo zijn eigen opvattingen, en die lagen zo'n beetje in de lijn van wat men toen Christelijke democratie noemde. De toen steeds actueler wordende "sociale quaestie" had ook zijn oprechte belangstelling. En zijn krant groeide ! Verdorie, wat was dat vervelend ! Dat was toch oneerlijk tegenover de brave krant van Luijten ! Ge kunt het geloven of niet, maar alleen op deze grond werd Arts door Pater Superior De Beer oneerlijke concurrentie verweten.

Maar de 20e eeuw was niet tegen te houden, ook niet in Tilburg. De fabrikanten, een beetje boos op Arts en misschien wat teleurgesteld in de krant van Luijten, bevorderden vanaf 1917 een nieuwe krant, Het Nieuwsblad van het Zuiden (het "olieblaadje"), en Bartje Luijten kon het wel schudden. In 1922 moest hij zijn blad verkopen aan handelsdrukkerij Helmond, en uiteindelijk is het in 1931 opgekocht door......de krant van Arts.

We zitten nu dus in de 20e eeuw. Tijd om te stoppen met het verhaal van "goede"en "slechte" kranten, want we gaan nu meegesleurd worden in een nieuwe politieke en levensbeschouwelijke maalstroom. Zoals in de oorlog bijvoorbeeld toen een blad fout of niet fout was (maar in dat laatste geval verscheen het blad niet). En de Kerk leek haar grip op alles langzaam - maar na de oorlog sneller - te verliezen.

En als we nu praten, lezen of schrijven over de meespelers van toen (Bartje Luijten, Antoine Arts, Peter Superior De Beer,, Bisschop Zwijsen en zo) dan hebben we het over een generatie, even uitgestorven als haar ideëenwereld.

Maar nog één ding: Het is heel gemakkelijk om na 50 of 100 jaar het hoofd te schudden over zoveel onverstand van toen......... Het hoofd schudden over foute zaken van nu, kijk, dat is het helemaal. Maar ik begin er niet aan. Niemand zou het begrijpen, of durven begrijpen......


Anton van de Wiel


Bronnen:
Jaarboek 1979 - 1980 De Lindeboom: Kranten in Tilburg, door drs. W.J. Pouwelse en dr. F.J.M. van Puijenbroek.
Tilburg, stad met een levend verleden.
Fr. Caesario Peters, in Tijdschrift Tilburg: Bartje Luijten.
Ronald Peeters: De Paap van gramschap


De afbeeldingen: 1. Mgr. Zwijsen 2, Pater Superior De Beer 3. Antoine Arts 4. Briefhoofd van drikkerij Luijten 5. Een pamflet uit het eerste jaar der Bataafsche Vrijheid (1795)

Media