Post Scriptum

  • Datering van de gebeurtenis: 1870 - 1920

In het Regionaal Archief Tilburg bevindt zich een anoniem handschrift met informatie, roddelpraat en anecdotes over Tilburg en de Tilburgers vanaf plm. 1870, tot in de jaren twintig (in de collectie A.J.M. Jacobs).

Bij het digitaliseren ervan heb ik, voor de leesbaarheid, hoofdstukjes en alinea's ingevoerd. Hieronder volgt hoofdstukje 1.

En ik zal eens kijken of er nog meer publikabele stukjes in zitten ........


Anton van de Wiel

POST SCRIPTUM
Manuscript over een terugblik van het leven in Tilburg


1.

't Is waar ook, ik vergat je nog te melden dat ik onlangs in Den Haag een vriend ontmoette, die ik in lange jaren niet gezien had; een geboren Tilburger, maar een goede dertig jaren woonachtig in België. Toen hij me zag kwam hij met uitgestrekte hand naar me toe en vroeg op z'n Tilburgsch: "Hoe maoken ze 't bij jullie nog in Tilburg ?" Ik antwoordde hem: "Zoo ver ik weet goed, maar ik ben er ook al enkele jaren uit."

" Is dat waar, zei hij, en woon je nu ook in Den Haag ? Dan féliciteer ik je, vent. Ik heb er nooit spijt van gehad dat ik naar Den Bels ben verhuisd.". "Ja vriend", zei ik, "'t is er in den laatsten tijd niet beter op geworden in Tilburg. Heel slecht voor zaken-menschen, ze gunnen elkaar het licht in de ogen niet, en dan die politiek........Ge wordt geregeerd door oud-sigarenbosjesmakers, doorgebakken bakkers, drankbestrijders, die hem zelf goed lussen als ze hem (den drank) voor niets krijgen, socialisten, enz. enz., te veel om op te noemen. Er zijn nog wel enkele aardige gevatte lui bij in den raad, maar die moet ge zoeken bij de R.K. Volkspartij Ik lees geregeld de N.T. Courant, daar vind ik dat in.

"Wel wel," zei mijn vriend. "Ik ken Tilburg van heel veel vroeger. Ik weet nog dat vóór Bartje Luijten, vóór de "Kruisvaan", vóór de N.T. Courant, vóór het Nieuwsblad van het Zuiden, vóór "Kees en Bart van Prins van Reijsewijk", de "Tilburger Bode" uitkwam, dat is wel 60 jaar geleden.

Hij werd uitgegeven door Jan Lommen, een gewiekste kerel, die stond ver boven de Tilburgers in gewiekstheid. Hij durfde alles in z'n krantje te zetten, 't was maar een klein blaadje, nog veel kleiner dan 't bronolie blaadje, doch groot genoeg om er alles in te hekelen wat niet deugde, o.a. van de Tilburgsche keien wist hij te vertellen, dat het schapenkoppen waren. Hij nam de raadsleden van toen gerust onder handen: o.a schreef hij van Kees de Visser, dat de man nooit iets zei in den Raad, en dat De Visser, vóór dat hij in den Raad zat alles becritiseerde. Dit lokte uit de mond van Kees de Visser de woorden: "Ik wist niet dat 't er alles zoo eerlijk toeging" Een gezegde dat later dikwijls als een gevleugeld woord dienst deed. Jan Lommen trad ook op als zedepreker en goed opmerker. Hij schreef o.a.: "Wacht U voor degenen die vreezen gerucht te maken met hunne voeten wanneer ze loopen".

Dat nu zoo'n krantje niet in den smaak viel van de geestelijke en de wereldlijke overheid, was niet te verwonderen, zoodat langzamerhand dit blaadje opdoekte en den val van den drukker, Goewie in de Heuvelstraat (thans bakkerij Louis Verschuuren Herculeijns) meesleepte. Nadien is Bartje Luijten (een der weesjongens van het Fratershuis) de Tilburgsche Courant begonnen.

Media