Een wandeling door het vrije veld

Bijenkasten  -

Als we samen gaan wandelen, wandelen mijn vrouw en ik het liefst ‘door het vrije veld’. Langs onverharde landweggetjes, liefst langs wuivend koren, bonen- of erwtenvelden, maar ook boomgaarden en zoal meer. In mijn jeugd waren er die weggetjes veel.  

Ruim zestig jaar geleden kon je zo, noord-westelijk van de Ringbaan-West, het hele gebied door lopen. Er stond praktisch nog geen enkel huis, behalve dan wat ‘noodwoningen’, onderaan de oprit over het spoor, gezien vanaf de noord-westzijde. Je kon van daaruit gemakkelijk o.a. naar Boerke Mutsaers wandelen of fietsen, destijds een relatief klein boerderijtje annex cafeetje, om daar voor 25 of 30 (oude) centen op zondagmiddag een biertje te gaan drinken.  

Zoiets lijkt tegenwoordig nauwelijks voorstelbaar. Niet alleen omdat er vandaag-de-dag alleen nog maar huizen in dat gebied staan (god-weet-hoeveel?) maar waar kom je in het buitengebied (ook elders) nog wuivend koren tegen, of groentevelden?  Het lijkt wel of iedereen tegenwoordig alléén nog maar maïs eet?  

Afgelopen week waren we evenwel nog ‘ergens’ dat ons helemaal en uitsluitend ‘aan vroeger’ deed denken, inclusief die wuivende graanvelden, boomgaarden enzovoorts. En tussendoor troffen we een huis met schuur aan, met misschien wel tien bijenkasten (zie het fotootje hiernaast). Mijn hart ging meteen wat sneller kloppen omdat mijn vader vroeger ook imker was, zij het dat hij het in mijn herinnering, nooit tot tien kasten heeft ‘geschopt’.  

Maar het opvallendste van die kasten was dat de meeste een schuin dakje hadden, alsof het kleine huisjes waren. Dat kwam vroeger niet voor. Nagenoeg alle bijenkasten hadden vroeger een plat dak. Maar ze stonden dan wel altijd in een ‘biestal’ of bijenhut, beschut tegen de regen.

“Het komt tegenwoordig steeds vaker voor, zul je zien” vertelde de betreffende imker. “Het scheelt in de kosten, want de regen loopt er zo af”.  

 

Louis Sparidans  

 

Media