Herinneringen aan Den Besterd

Op 10 november 1952 ben ik geboren 'op' Loven. Zoals in die tijd gebruikelijk was,woonden wij in bij de ouders van mijn pa,in de Sumatrastraat,op nummer 33. Dat inwonen was nogal plotseling gegaan...mijn ouders 'moesten' trouwen. Zo werd dat toen genoemd. Mijn vader bezorgde melk en melkproducten -op de fiets- bij een vijfentachtigtal klanten die hij hij had gekocht van ene Heesels uit de Hoefakkerstraat uit Den Besterd.  Na zijn melkwijk deed hij 'karweiwerk' als timmerman,zijn eigenlijke beroep. Een van mijn eerste jeugdherinneringen is dat hij een voliere timmerde op het platdak van een slager die aan de Molenstraat woonde. 'Veilig achterop bij vader op de fiets...en ik wist nog van niets'. Zijn melkwijk groeide,het timmerwerk verdween naar de achtergrond en van dezelfde Heesels kocht hij zijn oud winkelpand in de Hoefakkerstraat. Mijn moeder dreef het zuivelwinkeltje,mijn vader deed de wijk. Mijn moeder had ook de zorg voor mij en het zusje dat na mij kwam. In januari 1961 kwam er nog een broertje bij. In 1957 werd het oude winkelpand platgestoten,vijf deuren verderop bij Stien de Kort mochten wij inwonen(voor 5 gulden per week!) en in de voorkamer had mijn moeder de noodwinkel. Dat ging zo in die tijd...prachtig toch. Ondertussen verrees op nummer 83 ons nieuwe huis, Voor mij als kind een geweldige ervaring. In september werd het opgeleverd(heette dat toen al zo?). Ik herinner me een harmonie die de opening kwam opluisteren. Ik heb nog een kasboekje van mijn vader waarin hij administreerde hoe hij de geleende gelden van 'het nieuwe huis' in tien jaar tijd wist af te lossen. Hypotheek? Bank? Nooit van gehoord! Het geleende geld was afkomstig van wederzijdse ouders,het melkfabriek uit Riel en van klanten zelfs. Wat een heerlijke tijd. De fiets waarmee pa begonnen was,was inmiddels vervangen door 'de motor',een driewielig wagentje,geproduceerd door Gazelle(!) en voorzien van een zeer onwillige motor van Engelse makelij...gelukkig hadden we de driewieler nog. De Gazelle was geleverd door Gerrit van de Put,de fietsenmaker uit de Besterdstraat. Eind 1960 werd de Tilburgse melkhandel gesaneerd. Dat hield in dat elke melkboer zijn eigen wijk kreeg,rondom zijn eigen huis. Tot die tijd reed alles kris-kras door elkaar.In die tijd had de melkhandel een belangrijke taak ; de kinderrijke gezinnen(leve de RK-kerk!?) beschikten niet over een koelkast en de producten waren lang niet zo lang houdbaar als tegenwoordig. Maar ze waren wel lekkerder dan nu. Wij werden drie keer per dag beleverd vanuit het fabriekske uit Riel...moet je nu eens om komen! Langzaam kregen we het beter..de lage geveltjes in Den Besterd werden opgetrokken,de bouwvakkers verdienden goud geld met het metselen van open haarden en de (tweedehands) auto verscheen in het straatbeeld. Maar het Besterdplein was nog autovrij. Dat was ons terrein..wat heb ik daar veel gevoetbald. Uiteraard pas nadat het helpen thuis klaar was! Ik zou bijna vergeten dat ik ook nog naar school ging. Eerst naar de Bewaarschool,op de hoek van H. Adrianus van Hilvarenbeekstraat en de Johannes van Oisterwijkstraat. Na de doorsteek van de Lange Nieuwstraat vanwege het hoogspoor heette de H. Adrianus van Hilvarenbeekstraat voortaan Besterdring. Weet U hoe het komt dat er een lichte knik naar links zit in de Besterdring? Ik zal het onthullen...Piet Ooms,die een (haarden-)winkel dreef in de Lange Nieuwstraat,werd benaderd door de gemeente om zijn pand te verkopen in verband met de hoogspoorplannen. Piet dacht flink te beuren en hield zijn poot stijf. Waarop de gemeente eenvoudig de plannen aanpaste..Den Besterd gniffelde een beetje. Na de Bewaarschool ging ik naar de Paulus Lagere School aan het Molenbochtplein. Op de Bewaarschool liepen nog wel religieuzen rond en ik herinner me een echt handgemeen tussen een non en een 'gewone' juffrouw. Op de lagere school geen fraters..maar wel ernstige meesters. Toch kijk ik er prettig op terug. Ik was zelf ook niet zo makkelijk. Als ik nu door Den Besterd loop,valt het op me dat eigenlijk 'alles van toen' op winkelgebied verdwenen is. Al die kleine zelfstandigen van toen zijn weg. Ze verdienden allemaal de kost. Niet alles is weg...Drogisterij de Jong,de Gunst Kleding,ze zijn er nog. En een aantal hebben een andere naam. Kapsalon van den Broek,Eetsalon Den Besterd,Bakkerij Ammann,namen die voorgoed verdwenen zijn. Maar niet uit mijn geheugen!