Zijn hand laat de mijne niet meer los

Een grote vijver in de vorm van een hart verwijst naar Onze Lieve Vrouwe. Het eerste dat we zien als we onder de monumentale poort door lopen, mijn zoon en ik. Het water in de vijver werd in vroeger dagen nog gebruikt in de brouwerij die onlosmakelijk deel is van het klooster. Mijn zoon en ik wandelen het terrein op van het Cisterciënzer klooster O.L.V. van Koningshoeven en gaan richting de brouwerij, toen nog De Schaapskooi geheten. Het is 1996.

Broeder Samuel

Samuel en Sam maken kennis

Iemand loopt ons tegemoet. Onmiskenbaar een kloosterling: een kleine man met een enorme grijze baard, gehuld in een bruine pij die dichtgeknoopt is met een wit kabeltouw. Hij is gecharmeerd van het kleine manneke dat naast mij loopt: hij was toen net zes jaar. Hij wil mijn zoon een hand geven, maar die is wat verlegen en komt tegen mijn been aan hangen. Dan stel ik hem maar voor aan de nog anonieme kloosterling: hij heet Sam, zeg ik.

Het ijs breekt in een ontzagwekkend tempo. Naamsovereenkomst! Hij neemt mijn hand. Ik kan nog net melden dat ik Hans heet, maar dat doet er allang niet meer toe. Zo maak ik kennis met broeder Samuel. Samuel vindt het prachtig dat hij en mijn zoon dezelfde naam dragen. Later verneem ik dat hij het nooit prettig vond om Sam genoemd te worden. Het was toch echt Samuel. Hij vergaf het mij, nog steeds mijn hand in de zijne houdend. Hij vond het leuk om mijn boekje over de geschiedenis van de brouwerij te hebben gelezen, zei hij, onderwijl mijn hand nog steeds in iets wat op een wurggreep begon te lijken houdend.

Onmiskenbaar komt het moment dat ik mijn hand terug wil, maar respect voor een kloosterling, zeker eentje die al behoorlijk op leeftijd is, heb ik natuurlijk wel. Het duurt en duurt, tot eindelijk zijn hartelijkheid verkeert in een uitnodiging om naar het brouwlokaal te lopen en mijn hand bevrijd wordt uit zijn ijzeren greep.

 Legendarische handdruk

 Eenmaal het ijs gebroken doet broeder Samuel, geboren 15 augustus 1918 in Diemen (en overleden in 2002, maar Cisterciënzers overlijden eigenlijk niet) zijn best het spreekverbod onder de Trappisten, dat tot 1965 gold, te compenseren. Hij vertelt honderduit over zijn rol  als chef bedrijfsbrandweer en natuurlijk over de brouwerij. Een bijzondere man met een bijzondere handdruk!

Alle rechten voorbehouden

Media