Herinneringen aan De Reit in de jaren 60

Marcel de Reuver

Marcel de Reuver leverde zelf een verhaal in voor deze rubriek. Het geeft een mooi doorkijkje in een tijdsbeeld van zestig jaar geleden. En het vertelt ook iets over de historische ontwikkeling van De Reit

1.jpg

Als kleuter ging ik begin jaren zestig het eerste jaar naar school in een zaal van Boerke Mutsaers. Die was als klaslokaal ingericht tot de voorlopige noodlocatie in gebruik kon worden genomen. Deze noodlocatie bestond uit een aantal barrakken en lag waar nu de sportvelden van het Theresialyceum zich bevinden. (Sportweg) Een langwerpig houten gebouw was bedoeld voor de kleuters (zuster Conrada) en drie barakken die daar haaks opstonden herbergden ieder twee lokalen voor de lagere school. (nu basisschool). Op deze plek (oude Frankische Driehoek De Rijt) bevond zich een oud pand van bloemisterij van Raak. Ook stond er nog een boerderij tussen wijk en school waar buurtbewoners in de beginjaren regelmatig eieren en melk gingen halen.

Al snel bleek deze locatie niet te kunnen voldoen aan de toeloop van leerlingen in deze snel groeiende wijk. Zo kon het gebeuren dat gedurende een paar jaar een aantal groepen over de spoorwegovergang die daar toen nog lag, naar een dislocatie aan de Wandelboslaan moest verhuizen. (tegenover Pauluslyceum in de Bokhamerstraat). Na enkele jaren, ik meen in 1966, kwam dan de nieuwbouw tot stand aan het Abdij van Rijnsburgplein met als toenmalig hoofd dhr. Appels die op het hoekhuis ernaast woonde. Later werd deze opgevolgd door mevr. Joke Rovers. Deze school is inmiddels ook alweer afgebroken en heeft opnieuw plaats gemaakt voor nieuwbouw. De naam St. Maartenschool is echter uit het straatbeeld verdwenen.

De school was overigens genoemd naar de heilige die spontaan zijn mantel in twee stukken deelde. Op 11 november werd zijn naamdag dan ook uitgebreid gevierd met een tocht door de wijk, een traditie die hier in de streek totaal onbekend was. De daarbij gebruikte voederbieten werden enkele weken vooraf in het fietsenhok op school gestort. Iedere leerling kreeg er eentje mee naar huis met de opdracht er een mooie gezicht van te maken. De biet werd uitgehold, de ogen werden knikkers, de haren waren touw en de rest werd meestal omgevormd tot een eng gezicht. Midden in de biet werd een kaarsje gezet. Het volgende liedje was een bestseller onder de Reitjeugd:

SinteMaarten het is zo koud,

geef me een turfje of wat hout.

Geef me dan een centje

dan ben je mijn beste vrendje

Geef me een appel of een peer,

dan kom ik het heel jaar niet meer.

U snapt dat de genoemde appel en peer minder werden begeerd dan het snoepgoed dat doorgaans werd gegeven.

 

De St. Maartenparochie was overigens de enige in Tilburg waar de kinderen met St Maarten langs de deuren trokken. ’s Avonds verzamelde zich iedereen bij een kampvuur in de buurt van de kerk ( het zeilschip) om na een vermoeiende dag de bieten in het vuur te gooien ( uiteraard werden eerst de knikkers in veiligheid gebracht). In de eerste klas werd ik de 1e prijswinnaar van de wedstrijd : “Wie heeft de mooiste biet”. Het spel dat ik daarmee won “’ Koetje boe”’ behoorde eigenlijk meer aan mijn vader toe dan aan mij. Hij vormde mijn biet om tot een kampioensbiet. De vreugde bij mij was er echter niet minder om.

In een kinderrijke wijk werd er natuurlijk ook veel gevoetbald waarbij de regelmatig terugkerende confrontaties tussen de Abdijboys en de Torenbuurt echte hoogtepunten waren. Deze wedstrijden werden meestal gespeeld op het veld aan de Abdij van Egmondstraat waar nu het protestantse kerkje staat en als het een thuiswedstrijd van de Torenbuurt betrof op het veld aan de Cuneratorenstraat. De torenbuurt speelde altijd in het blauw en wij in het oranje. De eerlijkheid gebied te zeggen dat de Torenbuurt in het algemeen net iets sterker was.

In de beginjaren, toen de Westermarkt nog niet klaar was, moesten de bewoners het doen met een tot bus omgebouwde winkel en de leveranciers die met hun karretje langs de woningen kwamen. De bus stond tussen de Abdij van Bernelaan en de Abdij van Oosterhoutlaan. Als hulpje van de melkboer, kan ik me nog goed herinneren dat het een ultiem geluk was als je als klein jongetje helemaal alleen het elektrische wagentje een paar meter verder mocht rijden.

De flats hadden op het balkon allemaal nog een kolenhok dus als de dagen begonnen te korten, was ook de kolenboer in de beginjaren nog een vaste klant. Later toen men al lang was overgestapt op aardgas zijn de kolenhokken van de balkons verwijderd. Ook kwam met enige regelmaat de schillenboer met paard en wagen nog langs de deur. De wijk kreeg later overigens ook zelf een winkelvoorziening met de komst van kruidenier Bossers Abdij van Averbodestraat (later werden aan die winkel meerder winkels aangebouwd)

Toen de Westermarkt werd opgeleverd betekende dat een grote verbetering in het winkelaanbod. Zeker toen ook het viaduct naar de Statenlaan gereed kwam , werd de toegankelijkheid vergroot. Dat gold overigens ook binnen de wijk, want de erbij opgeleverde voetgangersbrug betekende het einde van de verkeersbrigadiers en een gemakkelijker en veiligere weg naar school voor de Torenbuurtkinderen. De enorme wachttijden voor de spoorwegovergang waar treinen altijd de eigenaardige gewoonte hadden om tijdens het spitsuur te gaan rangeren, zullen nog veel bewoners van het eerste uur in het geheugen gegrift staan.

Tenslotte kan ik me nog herinneren dat De Reit ook werd aangesloten op het bustraject. De feestelijke opening van lijn zes vond plaats bij een halte aan de Prof Verbernelaan.

Al met al bewaar ik mooie herinneringen aan de begintijd in de Reit. Op de dag dat ik in de zesde klas zomervakantie kreeg (1968) en me opmaakte voor een overgang naar het Voortgezet Onderwijs, stond toevallig ook de verhuiswagen voor de deur. Het einde van een mooie jeugd in een wijk die van helemaal niets tot iets was geworden.

Foto 1: Het nieuwe hoogspoor met viaduct bij Boerke Mutsaers (foto: Regionaal Archief Tilburg)

Foto 2: Uitsnede stadsplattegrond ca. 1915 met Frankische driehoek (foto: Berry van Oudheusden)

Foto 3: Boerderij aan wat nu de Sportweg heet (foto: Regionaal Archief Tilburg)


* Dit verhaal werd geschreven in het kader van het culturele evenement De Reit: leren, wonen, werken, zorgen (Stichting Straat 2023)

Media