Joodse Tilburgers in de Tuinstraat

Datering van het verhaal: 1939-1945

Tilburg kon het begin van de oorlog de 100.000-ste inwoner begroeten. Twee jaar daarna waren er, op de totaal 102.000 inwoners van Tilburg, 302 personen van joodse afkomst geregistreerd, waarvan ruim de helft van oorsprong Tilburgers en de overigen de joodse vluchtelingen uit andere Europese landen.
Van die 302 personen, hebben 133 de oorlog met zekerheid niet overleefd. Ondanks uitgebreid naoorlogs onderzoek naar de lotgevallen van het joodse bevolkingsdeel is er van 37 niet gevonden of zij de oorlog hebben overleefd, dus mogelijk is het aantal dat in de oorlog is gedeporteerd en gestorven zelfs 170 personen.
In Tilburg was sprake van twee momenten dat er grote aantallen mensen door de bezetter zijn weggevoerd, namelijk vrijdag 28 augustus 1942 en vrijdag 9 april 1943.

In Tilburg woonde de joodse bevolking verspreid over de stad. Een typische ‘jodenbuurt’ zoals in Amsterdam was er hier niet in Tilburg. Wel blijkt er een concentratie van overleden joden te zijn geweest in de Tuinstraat, daar zijn namelijk elf personen niet terug gekomen uit Duitsland.
Deze mensen verdienen het om even stil te staan bij wie zij waren en waar ze woonden.
Het betreft vijf adressen in de Tuinstraat, twee aan de Zuidzijde (nr. 14 en 50) en drie aan de Noordzijde van de straat (nr. 51, 61 en 85).

Tuinstraat 14:
Hier woonde de in Duitsland, in 1876 geboren mevrouw Hanchen Asch-Landau, gedeporteerd in april 1943.
Een oudere vrouw op leeftijd, zonder verdere familieleden in Tilburg, ongetwijfeld eenzaam en onzeker. In 1943 bij haar deportatie was zij inwonend bij accountant P.C. Kaiser op Tuinstraat 14.

Tuinstraat 50:
Op nummer 50 woonde het vluchtelingen-echtpaar Max Marcus, in Fihlene geboren in 1886, met zijn vrouw Selma Marcus-Neumann, in Duitsland geboren, in 1880. Het echtpaar was in Tilburg ondergedoken, maar werd in februari 1943 gearresteerd.

Bizar is dat hij in het adresboek van 1943 nog geregistreerd stond als:
‘Markus, M., fabrikant van grammofoon artikelen, Tuinstraat 50.’

Tuinstraat 51:
De familieleden die hier woonden waren:
- Handelsagent Philippus (Bernard) van Rhijn, geboren in Hoogeveen in 1864.
- Familielid Ida van Rhijn-Ossendrijver, geboren in Sittard in 1873 en weduwe vanaf 1928.

Hij was in februari 1943 ondergedoken en werd in augustus 1944 in Tilburg gearresteerd, twee maanden voor de bevrijding van Tilburg.Mevrouw v.Rhijn-Ossendrijver was ook in februari 1943, samen met haar dochter Henriëtte, ondergedoken en zij beiden werden ook in augustus 1944 gearresteerd. Alleen Henriëtte keerde in juni 1945 in Tilburg terug.

Deze familie Van Rhijn was rond 1930 vanuit de Willem II-straat naar Tuinstraat 51 verhuisd.
In het adresboek van 1943 stond de heer Ph. van Rhijn nog voluit vermeld als:
‘Rhijn, Ph., koster Israël. gem., Tuinstraat 51, tel. 6365’

Tuinstraat 61:
Twee mensen woonden hier sinds kort. Het echtpaar
- Henri Gersons, manufacturen grossier, geboren in Tilburg in 1890, met
- zijn vrouw Frida H. Gersons-van Embden.

Zij beiden zijn in september 1943 naar Duitsland gedeporteerd, vanaf het Lieve-Vrouweplein 12, waar zij toen verbleven. Beiden hebben de oorlog overleefd.

De Joodse Gemeente Tilburg was steeds goed op de hoogte van de situatie in Duitsland. Reeds in april 1933, 4 maanden na Hitlers machtovername, zien we in Tilburg het initiatief ontstaan om hulp te verlenen aan de Duitse joodse vluchtelingen. Uit een brief, afkomstig van de twee mensen uit de Prof. Dondersstraat, M.H. Polak en deze H. Gersons, blijkt dat zij toen al een serieuze poging hebben ondernomen om een comité op te richten dat gelden wilde inzamelen voor de Duitse Joodse vluchtelingen. Naar alle waarschijnlijkheid is het Comité niet van de grond gekomen.
Afbeelding 1 toont de advertentie van het gezin Gersons van 14 november 1941 in het ‘Het Joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam’

- Hun pleegdochter Hannelore Strauss verbleef in die tijd bij de familie Moerel, Tuinstraat 85.

Tuinstraat 85, met zes overleden personen.
a. Hier woonde, zonder haar pleegouders, de in 1920 in Duitsland geboren, bovengenoemde Hannelore Strauss. Zij was inwonend bij het gezin van arts Moerel.Gedeporteerd in september 1943 en overleden in februari 1945.

b. Het echtpaar, wolhandelaar Bernard Gersons, in Tilburg geboren in 1888 samen met zijn vrouw Frederika Gersons-Gomperts, geboren in Amsterdam in 1895.Zij zijn in september 1943 gedeporteerd.Bernard behoorde tot een van de oudste joodse families in Tilburg. Zijn overgrootvader Salomon B. Gersons stond hier al in 1810 vermeld, bij zijn trouwen.

c. Het gezin Moerel, bestond uit de arts Salomon M. Moerel, afb. 2 (RAT-013927) geboren in Tilburg in 1877 en getrouwd met de Utrechtse Clara Moerel-Visser, samen met hun dochter Caroline Josine E. Moerel, geboren in Tilburg in 1909.

Dochter Caroline was met medeweten van de artsen als ‘patiënte’ ondergedoken in het joodse krankzinnigengesticht ‘Het Apeldoornse Bos’. Zij werd in januari 1943 met de overige patiënten gedeporteerd.
Haar vader en (tweede) moeder doken onder in Tilburg en werden in augustus 1944 gearresteerd.
Haar broers Maurits en Henri Moerel doken onder aan de overzijde van de straat bij het echtpaar Van Riel-Kuijpers, Tuinstraat 106. Beide broers overleefden de bezetting.

Dr. Salomon Moerel was algemeen bekend in Tilburg. Hij woonde als arts vanaf november 1907 in de Tuinstraat, afb. 3, en had daar in 1937 nog zijn dertigjarig jubileum als arts gevierd. In Tilburgse kranten stond hij diverse keren vermeld als hulpverlener bij ongelukken in en rond de stad.

Hier, als voorbeeld van de anti-joodse maatregelen, uit de Nieuwe Tilburgsche Courant van 23 april 1941:
‘De praktijk van dokter S.M. Moerel (behalve voor Joodsche patiënten) wordt per 1 Mei a.s overgenomen door Dr. Mannaerts.’
Die arts dr. J.A.F.J. Mannaerts had zijn praktijk op Noorderpark 124, met tel. 7037.
De naam Noorderpark was de naam van de bezetter voor het Wilhelminapark.

Bij een grootschalige Duitse actie in de zomer van 1941 werden diverse joodse gebouwen met verf beklad. Op de gevel en de deur van de synagoge waren met gele letters de woorden 'Jood" en hakenkruizen en wolfsangels aangebracht. Elf woningen, bewoond door joden werden eveneens beklad met het woord 'Jood', o.a. het huis van dr. Moerel in de Tuinstraat.
In november 1941, verscheen bijgaande advertentie nog in de eerdergenoemde uitgave van de Joodse Raad, afb. 4.
Het gezin Moerel was bereid om lotgenoten te helpen, gezien het feit dat ze zowel de jonge Hannelore Strauss als het gezin van Bernard Gersons, afkomstig van Ringbaan Oost 234, gastvrijheid verleenden.

Tuinstraat 49, de fabriek van de Gebr. Gersons
Naast de woonhuizen van de joodse burgers was er een grote joodse wolfabriek, namelijk de ‘kunstwolfabriek’ van de Gebr. Gersons, afb. 5.

Als bijmengsel bij het spinnen van schapenwol tot garen, werd bijna altijd recyclede wol gebruikt, de kunstwol. Er meerdere kunstwolfabrieken actief in Tilburg die met name oude kleding verwerkten tot wolvezels voor spinnerijen.
De firma Gebr. Gersons nam in 1926 de fabriekshal Tuinstraat 49 van de gebroeders Bogaers over. In 1937 nam Bernard Gersons de leiding op zich, afb. 6, en tenslotte heeft de firma Jurgens Textiel de fabriek van de familie Gersons overgenomen en tot 1976 voortgezet.

Evaluatie:
In de Tuinstraat hebben 11 personen met een joodse achtergrond de oorlog niet overleefd.
Tegenover gemiddeld tien, door de bezetter gedeporteerd en vermoord joodse Tilburgers zijn er dertien die de oorlog mogelijk hebben overleefd. In de Tuinstraat tegenover de 11 mensen die zijn overleden zijn slechts enkelen in leven gebleven. Dat waren:
Op nr. 14 De dochter Henriette van Rhijn
Op nr. 85 De broers Maurits en Henri Moerel

Literatuur:
‘Het leven gebroken’ van Ad de Beer en Gerrit Kobes, Tilburg 2002
‘De archivaris vertelt’ van Louis Pirenne, Den Bosch, 2009

Voor uitgebreide informatie over ‘Joodse slachtoffers in en uit Tilburg’, zie website Regionaal Archief Tilburg.

Tilburg Wiki:

Alle rechten voorbehouden