Smokkelen

Tegenover ons huiske in de Wittebollestraat stonden twee boerderijen, van Toon Mutsaers en Bart Kolen. Toen mocht je gewoon boer zeggen in plaats van landbouwer. Dat waren het ook, echte, met koeien in de wei, paarden met kar en wagen, varkens kippen en een vinnige fox. In de twee huizen woonden Bart en Mina Kolen-Mutsaers en Toon en Jo Mutsaers-Verbunt. Nou, dan gaat bij veel oudere Tilburgers al een lichtje branden; Jo Verbunt, een dochter van Sjarelke van de Reeshof? Ja die. In die tijd zat ik op de basisschool St.Jan. Na schooltijd duurde het meestal maar minuten dat we thuis waren. We waren awwirmeteen aon den overkaant. Daar, op de boerderij, was altijd wel wat te avonturen. Want daar waren ook Jan van Barte en Jos en Sjareltje junior. En nog veel belangrijker in die jaren; er was altijd wel wat te eten. Het was ook toen dat ik thuisgeraakte op de hoeve Reeshof. Hoe dat zo kwam voor een menneke van mijn leeftijd? 't Was in de WO2-tijd toen het schering en inslag was dat mensen er op uit gingen, d'n boer op. Om wat eten, graan,kaas en ook hout voor de kachel te scharrelen of te ruilen.Het was geen uitzondering dat je daarbij staande gehouden werd door controleurs of Duitsers, waarna de kostbaarheden in beslag werden genomen. Wat wij met dat smokkelen te maken hadden? Men had gemerkt dat kinderen zelden werden aangehouden. Bij onze buren werd regelmatig unne kuus geslacht. Een huisje naast ons, waar ik later nog met Betsie en kinderen heb gewoond,stond in de oorlog leeg wegens achterstallig onderhoud. In dat pand werden 's avonds regelmatig varkens en af en toe een kalfke geslacht. Niemand in de buurt had er weet van. Daarna sjouwden wij met lekkere delen van de slacht in grote leren tassen, naar de Reeshof. Ik zeg wij, want een nichtje van Toon en Jo, Anneke van Keesse, ging samen met mij op het smokkelpad. Groot avontuur! In feite was het ruilhandel, want met de lekkerste kaas die er bestond ondernamen we de terugtocht. We gingen dus met een paar gele bollen terug naar de wittebolle. De ene keer gingen we de hele weg langs het Wilhelminakanaal tot aan de sluis, en daar van de dijk af naar beneden,richting Peerke Staak, bij de tuinders langs, en dan naar de Hoeve Reeshof. Een andere keer binnendoor langs de landerijen. Jaja, Jo van Toone wist haar zaakjes wel te regelen. Maar hoe dan ook, voor Anneke en mij was het keer op keer een spannend avontuur. Bij ons thuis werd het ook erg gewaarderd, want zowel van het vlees, de kaas en en het graan kregen wij een deel.Dat was overigens ook het gevolg van de vele uren dat vader Gaitjan bij de overburen zijn diensten verleende. De ouderen hadden hun zorgen, grote en vele, maar voor mij was het ook vooral de tijd van mijn leven daar op de boerderij. Ik zou daarover een historische roman kunnen schrijven......

Gerard uit 't Wittebollestraotje.