Huisaltaar of thuisaltaar?

“Eigenlijk is het best nog wel wat hè. Dat kussentje in die rieten stoel bij het raam hoort er ook bij. En o ja, buiten in de tuin heb ik nog wat as gestrooid.” 

Foto Maria van der Heyden

Helga Haak vond het er altijd maar suf uitzien, foto’s van overleden mensen op een dressoir. Maar enkele jaren geleden voelde ze toch de behoefte om een plank in haar kast in te richten ter gedachtenis aan haar ouders. Het blijkt echter niet het enige gedenkplekje in haar huis.

Helga verloor haar moeder op 31 maart 2020, kort voordat het land op slot ging vanwege eerste coronagolf. Achteraf een goed moment, legt ze uit: “Het ging erg slecht met mijn moeder, ze lag in het ziekenhuis en ze zou naar een verpleeghuis moeten. Maar dat wilde ze niet en dus besloot ze terug te gaan naar huis. In de luttele weken die haar restten konden we nog waardig afscheid van haar nemen. Alsof ze het wist, want kort daarna traden er overal beperkingen in.” 

Opwelling

In een opwelling besluit Helga om de foto van haar moeder die op de kist stond, in haar huiskamer te plaatsen. Het is een mooi beeld: een vrouw in blakende gezondheid en met een gulle lach op het gezicht. Gaandeweg verschijnen er steeds meer erfstukken in haar woning: een antiek Engels bureautje bijvoorbeeld. “Het is maar tijdelijk hoor,” beloofde ze haar dochter nog. Ook de oude pollepels komen tevoorschijn en de halsketting van Helga’s moeder vormen een embrasse rond de gordijnen.

Ook Helga’s vader, die in 1998 overleed, heeft een plekje op het altaar, weliswaar veel minder prominent dan haar moeder. “Het gevolg van een vroege echtscheiding waardoor het contact toch een stuk minder intens was,” legt ze uit. “Maar onlangs bezocht ik zijn geboortehuis in Leeuwarden en bleek dat hij in een nagenoeg identieke jaren dertigwijk woonde als ik nu zelf in Tilburg. Dat kan bijna geen toeval zijn.” Wijzend naar een gedetailleerd textielkunstwerkje aan de muur: “Och, daar hangt nóg iets. In een oude envelop vond ik een totaal ongeschonden boomblad. Mijn vriendin heeft er dit kunstwerkje van gemaakt.” 

Vakantie onder de boom

De foto van haar vader op het altaar ontdekte ze bij het doornemen van oude dia’s. We zien een stoere man in de boomgaard. “Daar voelde hij zich gelukkig. Vakantie hoefde voor hem niet zo nodig. ‘Gaan we onder de peren- of onder de notenboom zitten?’ zei hij altijd gekscherend.” Toch ging het gezin regelmatig op vakantie, Vlieland was dan meestal de bestemming. Wijzend op een klein glazen flesje: “Hier zit een mengsel in van Vlieland-zand en de as van mijn ouders. Laatst hebben we as uitgestrooid bij ons vaste vakantiehuisje Boszicht en ook in de buurt van de vuurtoren. Daar waren wij met z’n allen gelukkig.” En dan wijzend op de tuin: bij die planten heb ik ook nog as uitgestrooid. Eigenlijk zijn mijn ouders hier overal aanwezig, haha.”

In de rieten stoel ligt een kleurig kussentje: “Dit is gemaakt van kledingstukken van mijn moeder. Als ik het zo eens naga, heb ik naast mijn officiële gedenkplek in de kast eigenlijk best veel bewaard. Maar dat is ook prima. Soms borrelt er iets op en dan mag het er ook zijn. Daar is niets suffigs aan.”

 

Het TijdLab (De Bibliotheek LocHal en Stadsmuseum Tilburg) doet onderzoek naar immaterieel erfgoed van inwoners van Tilburg, Berkel-Enschot, Udenhout en Biezenmortel. Bovenstaande tekst en foto's zijn onderdelen van het programma ‘Deze en gene zijde’, over dood en rouwcultuur. Stadsmuseum Tilburg registreert het erfgoed door de verhalen te bewaren in deze website. Regionaal Archief Tilburg bewaart de foto's in de Beeldbank. 

De foto's zijn van Maria van der Heyden; de interviews zijn geschreven door Theo van Etten.

Alle rechten voorbehouden

Media