Taalles thuis

Henk Peters gaf les aan de Marokkaanse familie Lhajoui

Udenhout, begin jaren tachtig. Onderwijzer Henk Peters gaf les aan Marokkaanse gastarbeiders die bij de plaatselijke steenfabriek werkten. Peters vertelt: “Ik was onderwijzer en wilde graag helpen. Ik las in het weekblad De Wegwijzer dat ze mensen zochten om taalles te geven. Henk meldde zich als vrijwilliger.

Peters werd gekoppeld aan het gezin van Mohand Lhajoui Haddou. Peters vertelt dat het gezin net in Nederland was en dat bijna niemand de taal sprak.” Peters begon met het lesgeven aan zowel de vader als aan de kinderen. “Ik werkte met plaatjes, bijvoorbeeld over het menselijk lichaam, zodat zij  bij een eventueel bezoek aan de dokter konden uitleggen waar de pijn zat. Hetzelfde gold voor de supermarkt. Het was ook fijn dat zowel de jongens als ik Frans konden spreken, wat de lessen erg vergemakkelijkte. Vader had een aantal jaren in Duitsland gewoond en dat maakte dat zijn Nederlands Duits klonk. Zo zei Mohand ‘haus’ in plaats van ‘huis’.” Na een aantal lessen merkte Henk dat de taallessen niet soepel liepen. De tienerjongens pakten de lessen veel gemakkelijker op dan hun vader. Hij had in Marokko weinig onderwijs genoten en kon ook niet lezen. Henk kreeg dan ook het gevoel dat de vader zich niet op zijn gemak voelde omdat hij niet zo snel meekon. Het advies van Henk was dat hij verder ging met de jongens en dat de vader apart bijles kreeg op zijn eigen niveau.

Zo kwam Peters dus wekelijks bij de familie Lhajoui over de vloer. “Wanneer ik binnenkwam, moest iedereen de woonkamer uit om plaats te maken voor mijn lessen.” Hij werd dan ook door de familie in de watten gelegd. Zo kreeg hij er altijd zoete muntthee en wanneer hij naar huis ging, stopte moeder Lhajoui hem vers brood toe. Die hartelijke sfeer was ook voelbaar in het dorp. De gastarbeiders die in eerste instantie op het terrein van de steenfabriek woonden, werden onderdeel van de Udenhoutse gemeenschap. Peters komt de familieleden nog wel eens tegen op straat of in de supermarkt en zijn allen goed terecht gekomen.  “Het is altijd een warme ontmoeting. De gastarbeiders hebben ons dorp verrijkt en zijn onderdeel van de gemeenschap geworden.”

Dit verhaal is geschreven door Halima el Hajoui-Özen, die dochter is van een gastarbeider. Vanaf november 2021 reist er een 'verhalenkamer' langs diverse bibliotheken in Udenhout en Tilburg, een initiatief van Halima en Stadsmuseum Tilburg. 

Alle rechten voorbehouden