Ervaring op drie werkplaatsen (Piet Jongepier)

Sporen van de NS Hoofdwerkplaats

In 1979 zetten de Nederlandse Spoorwegen een paginagrote advertentie in de krant. Het bedrijf heeft behoefte aan hts’ers. Piet Jongepier, net afgestudeerd van de hogere technische school, ziet de advertentie en besluit te solliciteren. Hij krijgt een medische en psychologische test en komt door de selectieprocedure. Ze nemen hem aan, maar helaas, er is nog niet meteen een passende plek voor hem.

Piet Jongepier foto1.jpg

‘Ze vragen of ik in afwachting van een passende functie er bezwaar tegen heb in Tilburg te gaan werken. Dat heb ik helemaal niet. Ik had mijn dienstplicht in die stad vervuld en daar een erg aardige studente ontmoet. Dus ja, ik wil wel naar Tilburg.’ Piet werkt in 1980 en 1981 bij de werkplaats, op kantoor. Zijn mentor is Thijs van Hoek en die is creatief in het bedenken van opdrachten voor hem. Piet richt onder meer een afdeling opnieuw in en schrijft werkinstructies. Tegelijkertijd volgt hij opleidingen in Utrecht, drie maanden algemene bedrijfsoriëntatie en een technische opleiding van zes maanden. Hij leert daar hoe treinen in elkaar zitten.

Na anderhalf jaar hebben de spoorwegen de langverwachte passende functie voor Piet in Utrecht. ‘Ik kom daar bij het materieelbeheer, een groep jonge mensen die wijzigingen voor het onderhoud en de constructie voorstelt en contacten onderhoudt met werkplaatsen in het land.’ Na vier jaar verandert Piet intern van baan. Hij gaat naar Amersfoort en bij de werkplaats voor goederentreinen krijgt hij een managementfunctie. ‘Ik kom erachter dat manager zijn niet mijn ding is en ongeveer vier jaar later keer ik terug naar Utrecht. Daar ga ik als projectplanner aan de slag. Als de NS nieuwe treinen bestelt zit daar nog niet alles in. De componenten en systemen ontwerpen de spoorwegen zelf en ze laten die maken bij andere bedrijven. Ik zorg, met mijn collega’s, dat alles, op tijd, bij elkaar komt in die bestelde trein. Daar maken we mooie schema’s voor, die in de praktijk natuurlijk niet altijd kloppen.’

Helaas wordt de functie na tien jaar opgeheven, maar Tilburg heeft een bedrijfsplanner nodig. ‘Ik ben met die leuke studente getrouwd en na ons trouwen zijn we in Houten gaan wonen om niet steeds te hoeven verhuizen. Ik kan dus - het is dan inmiddels 1999 - gemakkelijk met de trein naar Tilburg.’ De functie van bedrijfsplanner bevalt hem daar echter niet en via een tijdelijke projectleidersfunctie bij de afdeling Logistiek maakt hij de overstap naar werkvoorbereider op het bedrijfsbureau. ‘Het klinkt misschien raar, maar ik heb het gevoel na twintig jaar eindelijk op mijn plek te zitten. Dit was mijn afstudeerrichting op de hts.’ Ook hieraan komt een eind als de werkplaats in 2009 sluit. Als aandenken neemt hij het klokje mee dat op zijn bureau staat.

Op naar Haarlem, als Production Engineer (voorheen werkvoorbereider) bij de werkplaats voor reizigerstreinen. Hij krijgt veel te maken met constructiewijzigingen, net zoals aan het begin van zijn loopbaan. ‘Voor mijn gevoel is de cirkel daarmee rond. Ik heb op de drie werkplaatsen van de NS gewerkt en ben 1 januari 2020 met pensioen gegaan. Ik heb met veel plezier bij de spoorwegen gewerkt. Het is een prima werkgever, met veel mogelijkheden die ik achteraf gezien misschien niet allemaal benut heb. Terugkijkend op de drie werkplaatsen denk ik dat Tilburg de werkplaats was met de meest hiërarchische structuur, met een duidelijk verschil tussen ‘boven’ en de werkplaats. En ‘op tijd’ was er heel belangrijk. Vijf minuten te laat mocht je niet na vijven inhalen, die minuten schreven ze af van je vakantie-uren. Ik merkte er wat wantrouwen en controle bij de leiding, geen eigen verantwoordelijkheid voor en vertrouwen in de medewerkers zoals ik in Utrecht gewend was. Binnen de werkplaats bleef je als niet-Tilburger een beetje een buitenbeentje. En eerlijk gezegd deed ik ook niet mee met de vrijetijds-evenementen in de avonduren. Ik moest nog een uur reizen naar huis. Het meest heb ik me thuis gevoeld in Utrecht, maar ik heb overal met plezier gewerkt.’

Dit verhaal is onderdeel van het project 'Sporen van de NS Hoofdwerkplaats: Samen verzamelen voor de Stadscollectie Tilburg'. Met dank aan Dienie Biemans, Tekstbureau Theo van Etten en Co-Cultuur/Leonie Wingen voor het afnemen van de interviews en optekenen van de verhalen. De foto in het TijdLab is gemaakt door Johan Dekkers.

Het project is mede mogelijk gemaakt door het Fonds voor Cultuurparticipatie en Fonds Erfgoed Tilburg.

 

Alle rechten voorbehouden

Media